De rechtsstaat

6.1 De rechtsstaat
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

6.1 De rechtsstaat

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

RECHTSSTAAT

  • Vrijheid, rechtszekerheid en rechtsgelijkheid voor de burger zijn belangrijk
  • De burger wordt beschermd wat betreft zijn rechten en vrijheden tegen medeburgers én de overheid
  • De macht van de overheid wordt beperkt door wetten
  • De inwoners hebben fundamentele vrijheden en grondrechten

Slide 2 - Tekstslide

Belangrijkste punten van onze rechtsstaat op een rij. 
Klassieke grondrechten gaan
A
over de vrijheden van de burgers
B
verplichtingen die de overheid heeft t.a.v. de burgers

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dit recht behoort niet tot de klassieke grondrechten
A
vrijheid van meningsuiting
B
recht op onderwijs
C
vrijheid op privacy
D
vrijheid van godsdienst

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dit recht hoort niet bij sociale grondrechten
A
Recht op rechtsbijstand
B
recht op bestaanszekerheid
C
kiesrecht
D
recht op gezondheidszorg

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer mag je in Nederland wel demonstreren?
A
Als je het verkeer ophoudt.
B
Als er geknokt gaat worden. (wanordelijkheden)
C
altijd.
D
Als je het van tevoren aan de overheid hebt bekend gemaakt.

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De burgers worden beschermd door de overheid.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Rechters mogen wetten maken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De grondwet geldt voor iedereen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Alle burgers hebben rechten en plichten.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In Nederland heb je vrijheid van meningsuiting als je
A
aanzet tot geweld.
B
aanzet tot haat.
C
iemand zonder limiet beledigt.

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat staat er in de grondwet?

Slide 12 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In een rechtsstaat mag je kritiek hebben op de overheid
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Dit heeft te maken met: vrijheid van meningsuiting.

Je mag zeggen wat je vindt. 
In een rechtsstaat mag een journalist schrijven wat hij wil
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Geen smaad en laster. 
In een rechtsstaat is de macht verdeeld over drie groepen.
Welke drie groepen zijn dit?
A
De controlerende, de rechterlijke en de wetgevende macht
B
De burgerlijke, de regerende en de rechtsprekende macht
C
De rechterlijke , de uitvoerende en de wetgevende macht

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De overheid moet zich aan de wet houden. Ze mogen niet zomaar je telefoon aftappen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Rechters mogen ook in de regering zitten
A
Niet waar
B
Waar

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tot welke macht behoort het Ministerie van Onderwijs?
A
wetgevende macht
B
uitvoerende macht
C
rechterlijke macht

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Op het opdrachtenvel zie je een overzicht met misdrijven.
1.  Wat voor straf krijgt de dader denk je? 
2. Zoek bij ieder misdrijf op internet de maximale
gevangenisstraf die een rechter kan uitspreken.
3. Wat voor straf zou jij willen geven? 
www.problemenmetjustitie.nl of zoek zelf een site.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies