Grammatica: voorzetselvoorwerp

10 minuten lezen
timer
10:00
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

10 minuten lezen
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weekplanning
Grammatica: voorzetselvoorwerp

Woordenschat: vaste voorzetsels en voorzetseluitdrukkingen

In deze les is er ruimte om te werken aan boektoets 2

Vandaag

Les 2, week 46


Les 3, week 46

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag 

  1. Huiswerk nakijken
  2. Herhaling grammatica: voorzetselvoorwerp
  3. Zelf aan de slag

Slide 3 - Tekstslide

Het lijdend voorwerp vind je door te vragen: 
WIE (OF WAT) + WERKWOORDELIJK GEZEGDE + ONDERWERP
Let op: 
Niet elke zin heeft een lijdend voorwerp: geen goed antwoord op de vraag? Geen lijdend voorwerp!
Lijdend voorwerp begint nooit met een voorzetsel! 
Huiswerk nakijken
Waar?
Bladzijde 118-119 

Welke opdracht?
 Opdracht 1, 3 en 4





Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 1 
  • 1 allernieuwste → smartphone
  • 2 hippe → telefoon
  • belangrijke → rol
  • 3 van 12 → leerlingen
  • mooie → telefoon
  • 4 lege → batterij
  • behoorlijk → drama
  • 5 maandelijkse → zakgeld
  • groot → deel
  • 6 onmisbaar → mobieltje

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • a pv = ligt
  • ow = De openbare bibliotheek in Den Haag
  • wg = ligt
  • bwb = in het hart van de stad
  • b bleek = pv
  • ow = de Gorinchemse Merwedebrug
  • ng = bleek [onveilig] te zijn
  • bwb = Na grondige inspectie
  • c pv = Gooi
  • ow = x
  • wg = Gooi
  • lv = je lege blikjes
  • bwb = niet, in deze ongerepte natuur
  • d pv = luistert
  • ow = iedereen
  • vv = naar zijn eigen muziekje
  • bwb = Tegenwoordig, in de trein
Opdracht 3.1

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • a openbare → bibliotheek
  • in Den Haag → bibliotheek
  • van de stad → hart
  • b grondige → inspectie
  • Gorinchemse → Merwedebrug
  • c lege → blikjes
  • ongerepte → natuur
  • d eigen → muziekje
Opdracht 3.2

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • (1) grote → rol; van mensen → leven
  • (2) mooie → mensen; sociale → ladder; hogere → status
  • (3) goede → baan
  • (4) cosmetische → ingrepen
  • (5) jonge → mensen
  • (6) oudere → mensen; jonger → uiterlijk; aantrekkelijker → uiterlijk
  • (7) IJdele → vrouwen
  • (8) plastisch → chirurg
  • (9) van nu → schoonheidsideaal
Opdracht 4

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Vaste combinaties
  • Twijfelen aan, ergeren aan
  • Verbazen over
  • Rekenen op
  • Verlangen naar, luisteren naar, uitkijken naar
  • Hopen op
  • Waarschuwen voor
  • Uitgaan van
etc... 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het voorzetselvoorwerp?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mijn vader houdt heel erg veel van mijn moeder
A
Mijn vader
B
Heel erg veel
C
Houdt
D
Van mijn moeder

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik denk nog heel vaak aan mijn overleden kat
A
Ik
B
Nog heel vaak
C
Aan mijn overleden kat
D
Denk

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De piraat was heel lang op zoek naar de verborgen schat
A
Naar de verborgen schat
B
De piraat
C
Heel lang
D
Was

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De vis snakt naar adem op het aanrecht
A
Op het aanrecht
B
Naar adem
C
De vis
D
Snakt

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De lerares verdiept zich in de leerstof voor de leerlingen
A
De lerares
B
Verdiept zich
C
voor de leerlingen
D
In de leerstof

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De prinses trouwt tegen haar wil met de prins
A
Tegen haar wil
B
Met de prins
C
Trouwt
D
De prinses

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vragen?

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk 
Waar? 
Bladzijde 28

Welke opdracht?
Opdracht 1

Is dit huiswerk voor de volgende keer?
Ja

Wat moet ik doen als ik al klaar ben?
Je leest dan in je fictieboek



Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies