Uitkomst enquête: overstromingsrisico

Enquêtes analyseren in groepen
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Enquêtes analyseren in groepen

Slide 1 - Tekstslide

Invoeren gegevens enquête
Jullie hebben je gegevens uitgewerkt.

Vandaag:
  • In groepen van vier personen: tel per vraag jullie uitkomsten per meerkeuze vraag op. (Volgt straks een voorbeeld.) Dit doe je door één voor één kort te noemen hoeveel mensen er per vraag welk antwoord hebben gegeven.
  • Er zijn dus 24 antwoorden per vraag. 
  • Daarna reageren jullie op de vraag erna: vallen er dingen op?

Slide 2 - Tekstslide

Voorbeeld:
1.A Ik denk dat mijn woonplaats ooit getroffen zou kunnen worden door een overstroming.

Helemaal mee oneens: 2
Oneens: 4
Neutraal: 9
Eens: 8
Helemaal mee eens: 1
Totaal 24 antwoorden

  • Wat valt op: De antwoorden zijn verdeeld, maar merendeel denkt dat er en een (kleine) kans is dat de woonplaats ooit zal overstromen.

Slide 3 - Tekstslide

Deze Lesson-Up is ingevuld door...
(vier namen)

Slide 4 - Open vraag

1.A Ik denk dat mijn woonplaats ooit getroffen zou kunnen worden door een overstroming.
Antwoord als volgt: Helemaal mee oneens .. keer, oneens ... keer, neutraal ... keer, eens ... keer, helemaal eens ... keer.

Slide 5 - Open vraag

Bespreek met elkaar de uitkomsten van deze vraag. Wat valt er op?

Slide 6 - Open vraag

1.B Ik denk dat mijn woonplaats, in het komende jaar getroffen zou kunnen worden door een overstroming.
Antwoord als volgt: Helemaal mee oneens .. keer, oneens ... keer, neutraal ... keer, eens ... keer, helemaal eens ... keer.

Slide 7 - Open vraag

Bespreek met elkaar de uitkomsten van deze vraag. Wat valt er op?

Slide 8 - Open vraag

2. De gedachte aan een overstroming in mijn omgeving maakt me bezorgd.
Antwoord als volgt: Helemaal mee oneens .. keer, oneens ... keer, neutraal ... keer, eens ... keer, helemaal eens ... keer.

Slide 9 - Open vraag

Bespreek met elkaar de uitkomsten van deze vraag. Wat valt er op?

Slide 10 - Open vraag

3.A Als er een overstroming plaatsvindt in mijn woonplaats, dan denk ik dat het dagelijks leven langdurig verstoord zal zijn.

Antwoord als volgt: Helemaal mee oneens .. keer, oneens ... keer, neutraal ... keer, eens ... keer, helemaal eens ... keer.

Slide 11 - Open vraag

Bespreek met elkaar de uitkomsten van deze vraag. Wat valt er op?

Slide 12 - Open vraag

3.B Als er een overstroming plaatsvindt in mijn woonplaats, dan denk ik dat er
veel dodelijke slachtoffers zullen vallen.

Antwoord als volgt: Helemaal mee oneens .. keer, oneens ... keer, neutraal ... keer, eens ... keer, helemaal eens ... keer.

Slide 13 - Open vraag

Bespreek met elkaar de uitkomsten van deze vraag. Wat valt er op?

Slide 14 - Open vraag

4.A Ik denk dat het waterschap ervoor heeft gezorgd dat mijn woonplaats
goed beschermd is tegen overstromingen.

Antwoord als volgt: Helemaal mee oneens .. keer, oneens ... keer, neutraal ... keer, eens ... keer, helemaal eens ... keer.

Slide 15 - Open vraag

Bespreek met elkaar de uitkomsten van deze vraag. Wat valt er op?

Slide 16 - Open vraag

4B Als er een overstroming plaatsvindt in mijn woonplaats, dan denk ik dat de hulpverleners mij wel komen redden.

Antwoord als volgt: Helemaal mee oneens .. keer, oneens ... keer, neutraal ... keer, eens ... keer, helemaal eens ... keer.

Slide 17 - Open vraag

Bespreek met elkaar de uitkomsten van deze vraag. Wat valt er op?

Slide 18 - Open vraag

5.A Ik weet wat ik in het geval van een overstroming moet doen om mezelf in
veiligheid te brengen

Antwoord als volgt: Helemaal mee oneens .. keer, oneens ... keer, neutraal ... keer, eens ... keer, helemaal eens ... keer.

Slide 19 - Open vraag

Bespreek met elkaar de uitkomsten van deze vraag. Wat valt er op?

Slide 20 - Open vraag

5B. Ik heb zelf al voorbereidingsmaatregelen genomen voor het geval er een overstroming is.

Antwoord als volgt: Helemaal mee oneens .. keer, oneens ... keer, neutraal ... keer, eens ... keer, helemaal eens ... keer.

Slide 21 - Open vraag

Bespreek met elkaar de uitkomsten van deze vraag. Wat valt er op?

Slide 22 - Open vraag