Spelen voor een cijfer

Spelen voor een cijfer
Drama 
1 / 6
volgende
Slide 1: Tekstslide
Kunst, DramaMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 6 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Spelen voor een cijfer
Drama 

Slide 1 - Tekstslide

Hoe gaat het in zijn werk?
  • Je krijgt van de docent een thema
  • Je maakt in een groepje van MAXIMAAL 2 personen een scène.
  • Je krijgt 25-30 minuten de tijd om de scène te bedenken en te oefenen
  • Daarna gaan we presenteren

Slide 2 - Tekstslide

Waar let ik op?
  • Let op gelijkwaardige rollen
  • Verhaal speelt zich af in 1 ruimte en 1 tijd
  • Inzet en concentratie (niet lachen!)
  • Het spelen van een personage (je speelt niet jezelf, je transformeert)
  • Mimiek, lichaamstaal, stemgebruik
  • Verbaal en Non verbaal spel

Slide 3 - Tekstslide

Begin en eindzin

Slide 4 - Tekstslide

  • Ik heb goed nieuws
  • Kan je een geheim bewaren?
  • Ik euhmm… wil je iets vertellen..
  • Ik was zo gelukkig, maar nu..
  • Weet jij misschien meer van..
  • Ik kreeg net zo’n raar telefoontje
  • Hoe is dat toch mogelijk dat
  • Ik zag net zoiets heftigs..
  • Wil je met me trouwen?

  • Ik wil je nooit meer zien
  • Dit komt niet meer goed
  • Snel! Ga weg!
  • We krijgen ook nooit rust
  • Dit is het beste wat me ooit is overkomen
  • Jij bent echt geweldig
  • Dat was genant
  • Zo, dat is weer mooi opgelost
  • Waar ben ik nu weer in beland?

Slide 5 - Tekstslide

Inzet 
Inzet 
ONVOLDOENDE 
  • Je bent moeilijk (geconcentreerd) aan het werk te krijgen
  • Je kijkt niet met aandacht en respect naar je klasgenoten (denk aan roepen, fluisteren, praten tijdens een optreden)
  • Je praat door de docent heen
  • Tijdens het zelfstandig werken ben je óf afwachtend, óf je doet weinig, of je leidt je medeleerlingen af van hun werk.
  • Je maakt negatieve opmerkingen naar klasgenoten
  • Je levert je opdrachten niet in

VOLDOENDE 
  • Je doet mee
  • Je kijkt met respect naar klasgenoten
  • Je luistert in stilte naar de docent
  • Tijdens het zelfstandig werken ga je aan de slag.
  • Je levert je opdrachten in

GOED
  •  Je neemt de leiding in jouw groep met zelfstandig werken, of komt met veel goede ideeën
  • Je geeft positieve opbouwende feedback
  • Je steekt snel je hand op om te spelen, of om feedback te geven
  • Je doet heel erg je best op je thuisopdrachten


Slide 6 - Tekstslide