Do you remember? To be / have got / plural
1 / 23
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
She ...(to be) a student here.
timer
0:10
Slide 3 - Open vraag
He ...(to be) late.
timer
0:10
Slide 4 - Open vraag
Slide 5 - Tekstslide
My sister is very pretty.
timer
0:30
Slide 6 - Open vraag
I am in bed.
timer
0:30
Slide 7 - Open vraag
They are really close friends.
timer
0:30
Slide 8 - Open vraag
Slide 9 - Tekstslide
They are really nice.
Slide 10 - Open vraag
She is at home.
Slide 11 - Open vraag
Slide 12 - Tekstslide
Vul in: She .... a cat.
Slide 13 - Open vraag
Vul in: They ....a large home.
Slide 14 - Open vraag
Maak ontkennend, gebruik afkorting en schrijf de hele zin op: She has got a cat.
Slide 15 - Open vraag
Maak ontkennend: gebruik afkorting en schrijf de hele zin op: They have got a large house.
Slide 16 - Open vraag
Maak vragend: She has got a cat.
Slide 17 - Open vraag
Maak vragend:They have got a large house.
Slide 18 - Open vraag
Slide 19 - Tekstslide
one phone, two ..
timer
0:15
Slide 20 - Open vraag
One tomato, two
timer
0:15
Slide 21 - Open vraag
One child, two
Slide 22 - Open vraag
One jacket, two
