Uitleg en oefenen bijvoeglijk naamwoord

1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kijk bij het grammatica overzicht achter in je boek 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
10:00

Slide 6 - Tekstslide

eerst leren, die rijtjes...

Ik ken de uitgangen van het bijvoeglijk naamwoord
😒🙁😐🙂😃

Slide 7 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Das grün___ Gemüse schmeckt wirklich lecker
A
grünen
B
grünes
C
grüne
D
grünem

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Die gesund _ Butterbrote (mv) hat seine nette Mutter für ihn gemacht
A
gesunden
B
gesundes
C
gesunde
D
gesund

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Die Lehrerin erklärt dem faul__ Schüler die Grammatik nochmal
A
faul
B
faulen
C
faulem
D
faules

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Die Lehrerin erklärt den faul__ Schülern die Grammatik nochmal
A
faul
B
faulen
C
faulen
D
faules

Slide 11 - Quizvraag

VWO vraag: let op: Schüler is in dit geval meervoud, te zien aan het lidwoord derde naamval meervoud
Eine sauber__ Toilette gibt es in einem Niederländisch___ Zug nicht.
A
sauberen
B
sauberer
C
sauberem
D
saubere

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Eine saubere Toilette gibt es in einem Niederländisch__ Zug nicht
A
Niederländischer
B
Niederländischen
C
Niederländisches
D
Niederländische

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Der Gruppe

Slide 14 - Woordweb

Welke woorden behoren tot de DER-Gruppe? diese jede manche welche solche alle
Laat ze ook de vertaling geven!
EIN-Gruppe

Slide 15 - Woordweb

Welke woorden behoren tot de EIN-Gruppe? Ook hier de vertaling van Nederlands naar Duits
Ik ken de woorden die bij de DER/EIN-gruppe horen uit mijn hoofd
timer
1:00
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Mein klein__ Bruder ist krank geworden.
A
kleinen
B
kleine
C
kleinem
D
kleiner

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In diesem modern___ Krankenhaus soll es den krank___ Patienten (mv) schnell besser gehen.
A
moderne
B
modern
C
moderen
D
moderner

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In diesem modernen Krankenhaus soll es den krank___ Patienten (mv) schnell besser gehen.
A
kranken
B
kranke
C
krankem
D
krankem

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ihr gesund __ Butterbrot hat meine nett__ Mutter für sie gemacht
A
gesunder
B
gesundes
C
gesundem
D
gesunden

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ihr gesundes Butterbrot hat meine nett__ Mutter für sie gemacht
A
nette
B
nettes
C
nettem
D
netten

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik kan dit foutloos toepassen
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Hier ga ik nu aan werken
De rijtjes van de DER/Ein-Gruppe
Het rijtje van het bijvoegelijk naamwoord
de woorden die bij de DER/Ein Gruppe horen
Ik moet vooral veel oefenen
Ik ben lekker klaar..und tschüss!

Slide 23 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Null-Gruppe

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Null-Gruppe
Het bijvoeglijk naamwoord kan ook zelfstandig gebruikt worden!

Guter Kaffee....

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verbuiging is als volgt...

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
10:00

Slide 27 - Tekstslide

eerst leren, die rijtjes...

Gut__ Wein ist als eine Frau: je älter je besser!
A
gute
B
guter
C
guten
D
gutem

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Abends sehen wir immer: Gut__ Zeiten, schlechte Zeiten
A
guten
B
gutes
C
gute
D
gutem

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ich gebe mein Rat lieber ander__ Leuten die hören mochten!
A
anderen
B
anderem
C
andere
D
anderer

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen
In de volgende opgaven krijg je alle vormen van het bijvoeglijk naamwoord door elkaar. Zorg dat je eerst de rijtjes uit je hoofd kent!

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meine älter__ Schwester studiert Medizin
A
älteren
B
älteren
C
ältere
D
älterer

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sie wohnt in einem klein___ Appartment im Zentrum
A
kleinen
B
kleinem
C
kleine
D
kleines

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Findest du kleine__ Kaninchen auch so süß?
A
kleine
B
kleinen
C
kleiner
D
kleines

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ich habe ihr alt__ Zimmer bekommen!
A
alten
B
altes
C
altem
D
alte

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ein motiviert__ Schüler hatte eine Eins für Deutsch.
A
motivierter
B
motivierten
C
motivierte
D
motiviertem

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Der motiviert__ Schüler hatte eine Eins für Deutsch!
A
motivierten
B
motivierte
C
motivierter
D
motiviertem

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hockey spielen ist das einzig__Hobby von dieser faul_ Schülerin
A
einzige, faulen
B
einziges, faulem
C
einzigen,faules
D
einzige, faules

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mein best__ Freund ist immer zu Spät in der Schule
A
besten
B
bestes
C
beste
D
bester

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Für solchen blöd_ Fragen habe ich keine Zeit! sagte der blöde Lehrer
A
blöde
B
blöden
C
blödem
D
blöder

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies