H3d 24.3.2021 wh modale ww vt

Modale Werkwoorden
Verleden tijd
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Modale Werkwoorden
Verleden tijd

Slide 1 - Tekstslide

Verbinde die Modalverben mit der Bedeutung.
müssen
kunnen
mogen, toestemming hebben
leuk vinden, lusten, aardig vinden
moeten
willen 
möchten
mögen
dürfen
können
sollen
wollen

Slide 2 - Sleepvraag

MODALE HULPWERKWOORDEN
dürfen
können
mögen
      
müssen
sollen
wollen
wissen



mogen, toestemming hebben
kunnen, in staat zijn tot
houden van, lusten
        
moeten (noodzaak)
moeten (wil van een ander)
willen
weten


Slide 3 - Tekstslide

Modalverben verleden tijd

Slide 4 - Tekstslide

Modale werkwoorden verleden tijd


(können)
ich
konn-te
du
konn- test 
er/sie/es
konn-te
wir
konn- ten
ihr
konn - tet 
sie/Sie
konn - ten

Slide 5 - Tekstslide

Modalverben im Präteritum

Slide 6 - Tekstslide

wolltest
sollte
 durften
mochtet
mochten
durftest
mochte
konnten
wolltet
wollten
sollte
mussten
wusste
ich
sollten
wusstest
konnte
du
er, sie, es
wir
ihr
Sie, sie

Slide 7 - Sleepvraag

Er ________ das Buch nicht finden.
A
konn
B
Könn
C
konnte
D
könnte

Slide 8 - Quizvraag

Das ________ ich noch nie.
timer
0:15
A
konnte
B
könnte
C
willte
D
wollte

Slide 9 - Quizvraag

Die Lehrerin sagte, ihr _______ die Hausaufgaben machen!
A
solltet
B
musstet
C
sollet
D
müsset

Slide 10 - Quizvraag

Hausaufgaben _______ gemacht werden!
A
müssten
B
müten
C
mussten
D
muten

Slide 11 - Quizvraag

können - Gestern ____ ich nicht kommen.

Slide 12 - Open vraag

mögen - ______ ihr das nicht?

Slide 13 - Open vraag

Aufgabe 4 Schritt 39
Textbuch Seite 44

Slide 14 - Tekstslide