b1f week 6 les 2 en 3 lezen

woordenschrift week 6
Stuur mij vanaf nu één keer per week een foto van je woordenschrift. 
Schrijf er steeds het weeknummer duidelijk bij.
Deadline is steeds op vrijdag!
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare school

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

woordenschrift week 6
Stuur mij vanaf nu één keer per week een foto van je woordenschrift. 
Schrijf er steeds het weeknummer duidelijk bij.
Deadline is steeds op vrijdag!

Slide 1 - Tekstslide

tekstdoel
Een schrijver kent de verschillende redenen/doelen die mensen hebben om te lezen 
en past daar zijn tekst op aan. 

Hij schrijft een tekst met één van de onderstaande 5 tekstdoelen in gedachten:​





*informeren​

*amuseren​

*uitleg geven​

*overtuigen​

*overhalen

Slide 2 - Tekstslide

informeren
  • Je leest feiten.
  • Er staat geen mening in.
  • Bijvoorbeeld: krantenbericht, schoolboek of een handleiding.

Slide 3 - Tekstslide

amuseren
  • Teksten die geschreven zijn ter vermaak, voor je plezier dus. Bijvoorbeeld om te ontspannen.
  • Bijvoorbeeld: strip, verhaal, mop.

Slide 4 - Tekstslide

uitleg geven
  • Een tekst die geschreven is om iets uit te leggen.
  • Bijvoorbeeld: recept, stappenplan hoe je een kast van Ikea in elkaar moet zetten.

Slide 5 - Tekstslide

overtuigen
  • Je leest de mening van de schrijver.
  • Bijvoorbeeld: recensie, betoog, ingezonden brief in een krant.

Slide 6 - Tekstslide

overhalen
  • Je wordt aangespoord om iets te kopen of om bijvoorbeeld ergens naartoe te gaan.
  • Bijvoorbeeld: advertentie, filmposter, verkiezingsaffiche.

Slide 7 - Tekstslide

tekstdoelen

Slide 8 - Tekstslide

Welk tekstdoel past bij een strip?
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Amuseren
D
Overhalen

Slide 9 - Quizvraag

Welk tekstdoel past bij een recept?
A
Informeren
B
Overhalen
C
Uitleg geven
D
Amuseren

Slide 10 - Quizvraag

Welk tekstdoel past bij een schoolboek?
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Overhalen
D
Amuseren

Slide 11 - Quizvraag

Welk tekstdoel past bij een betoog?
A
Amuseren
B
Overhalen
C
Uitleg geven
D
Overtuigen

Slide 12 - Quizvraag