Week 47 H3

Programm
    Rückblick 5 min
    • Was machten wir letztes Mal?
    Sprechen 15 min

    • Über Familienverhältnisse sprechen-> Übung

    Verben Vergangenheit 5 min
    • Wiederholung -> Check in LessonUp
    Höraufgaben 20 min
    • Schritt 25 + 26 -> im Plenum (klassikaal)

    Selbständig arbeiten bis Ende der Stunde
    • Schritt 25 + 26 + Spiekbriefjes maken





    1 / 40
    volgende
    Slide 1: Tekstslide
    DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

    In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

    time-iconLesduur is: 60 min

    Onderdelen in deze les

    Programm
      Rückblick 5 min
      • Was machten wir letztes Mal?
      Sprechen 15 min

      • Über Familienverhältnisse sprechen-> Übung

      Verben Vergangenheit 5 min
      • Wiederholung -> Check in LessonUp
      Höraufgaben 20 min
      • Schritt 25 + 26 -> im Plenum (klassikaal)

      Selbständig arbeiten bis Ende der Stunde
      • Schritt 25 + 26 + Spiekbriefjes maken





      Slide 1 - Tekstslide

      Rückblick
        Was machten wir letztes Mal?





        Slide 2 - Tekstslide

        Sprechen
        Volgende week mondeling: 23 november

        Zorg dat je goed bent voorbereid!!!!

        Slide 3 - Tekstslide

        Mondeling
        Gesprekje in tweetallen
        Kaartjes uit je Orange Heft
        Een iemand stelt vragen en de ander geeft antwoorden
        Rollen wisselen
        Je weet niet welk kaartje je trekt
        Je moet over alle kaartjes wat kunnen zeggen

        Slide 4 - Tekstslide

        Bekijk de kaartjes in je Orange Heft. Welke beheers jij al 100%?

        Slide 5 - Open vraag

        Hoe vraag je aan iemand wanneer deze jarig is?

        Slide 6 - Open vraag

        Hoe vraag je: Waar woon je? Wat is je adres?

        Slide 7 - Open vraag

        Hoe vraag je naar het beroep van de vader van iemand?

        Slide 8 - Open vraag

        Geef antwoord op de vraag: In welche Schule gehst du? Was ist dein Lieblingsfach?

        Slide 9 - Open vraag

        Geef antwoord op de vraag: Was macht deine Mutter beruflich?

        Slide 10 - Open vraag

        Geeft antwoord: Hast du Haustiere? Und welche?

        Slide 11 - Open vraag

        Geef antwoord: Was sind deine Hobbys? Wann machst du das und wo?

        Slide 12 - Open vraag

        Wie sieht dein Zimmer aus?

        Slide 13 - Open vraag

        Zinnen
        Wann hast du Geburtstag?
        Ich habe den 1. Juli Geburtstag
        Was macht dein Vater beruflich?
        Mein Vater ist Lehrer
        Wo wohnst du?
        Ich wohne in Tiel, in der Fabrieksstraße
        Hast du Haustiere?
        Ja, ich habe einen Hund. Sie heißt Roelien. Sie ist ein holländischer Schäferhund.
        Was sind deine Hobbys? Wann machst du das? Wo?
        Drei Mal pro Woche mache ich Crossfit in Tiel.

        Slide 14 - Tekstslide

        Voorbereiden
        Hoe pak je dit aan?

        • Maak spiekbriefjes per kaartje
        • Leer deze spiekbriefjes
        • Oefen thuis met je familie
        • Oefen online met je klasgenoten
        • Gebruik Apps als Quizlet/WRTS

        Slide 15 - Tekstslide

        Zwakke werkwoorden
        en de verleden tijd

        Wiederholung

        Slide 16 - Tekstslide

        Zwakke werkwoorden
        ...zijn regelmatig (geen klinkerverandering in de verleden tijd)
        ... hebben een vaste stam
        ...hebben vaste uitgangen

        Er bestaat ook een handig ezelsbruggetje voor. 

        Slide 17 - Tekstslide

        Ezelsbruggetje tegenwoordige tijd




        Achter de stam van het werkwoord komen de uitgangen:
        (FE)    E - ST - T - EN - T - EN

         

        Slide 18 - Tekstslide

        Je leerde de volgende rij voor de tegenwoordige tijd
        ich
        du
        er/sie/es/man

        wir
        ihr
        sie/Sie
        stam + e
        stam + st
        stam + t

        stam + en
        stam + t
        stam + en

        Slide 19 - Tekstslide

        Slide 20 - Tekstslide

        Sleep de uitgangen naar de juiste plek
        ich
        du
        er/sie/es/man

        wir 
        ihr
        sie/Sie
        spiel
        spiel
        spiel

        spiel
        spiel
        spiel
        -te
        -test
        -te
        -ten
        -ten
        -tet

        Slide 21 - Sleepvraag

        Hoe maak je de verleden tijd in het Duits van een zwak werkwoord?
        A
        ge + stam + (e)t
        B
        stam in de o.t.t. + -t(e) + esttenten
        C
        de klinker verandert + esttenten
        D
        verledentijdsstam + -de

        Slide 22 - Quizvraag

        Er ..... bis 1789 Musik an der Universität Bonn. (studeerde)
        A
        studiert
        B
        studierte
        C
        studiertet
        D
        studieret

        Slide 23 - Quizvraag

        Vertaal 'jullie kopen'

        kaufen (= kopen)
        A
        ihr kaufte
        B
        ihr kauftet
        C
        ihr kauftete
        D
        ihr kauft

        Slide 24 - Quizvraag

        Verleden tijd: machen

        Es ....... richtig Spaß, das Lied zu singen.
        A
        macht
        B
        machte
        C
        machtet
        D
        machst

        Slide 25 - Quizvraag

        Verleden tijd: lachen
        Mein Freund ...... über einen Witz.

        Slide 26 - Open vraag

        Verleden tijd: weinen
        Du ...., weil du deine Tasche verloren hattest.

        Slide 27 - Open vraag

        En bij deze?
        Ich ___________ (warten) eine Stunde lang auf den Bus.

        Slide 28 - Open vraag

        Bijzonderheden........
        Als de stam eindigt op -d of -t     
        Dan beginnen alle uitgangen automatisch met een 'e'


        Slide 29 - Tekstslide

        Verleden tijd
        Sleep de uitgangen naar de juiste plek
        ich
        du
        er/sie/es/man

        wir 
        ihr
        sie/Sie
        red
        red
        red

        red
        red
        red
        -ete
        -etest
        -ete
        -eten
        -eten
        -etet

        Slide 30 - Sleepvraag

        Wat is de correcte verleden tijds vorm?
        > er [arbeiten]
        A
        arbeitet
        B
        arbeitete
        C
        arbeitetet
        D
        arbeite

        Slide 31 - Quizvraag

        Wat is de correcte verleden tijds vorm?
        > ihr [baden]
        A
        bade
        B
        badet
        C
        badete
        D
        badetet

        Slide 32 - Quizvraag

        Verleden tijd:
        Warum [antworten] du nicht?

        Slide 33 - Open vraag

        Verleden tijd: antworten

        Wer ...... auf diese schwierige Frage?
        A
        antworteten
        B
        antworetet
        C
        antwortete
        D
        antworte

        Slide 34 - Quizvraag

        Vertaal 'wij borstelden'

        bürsten (= borstelen)
        A
        wir bürsten
        B
        wir bürstet
        C
        wir bürsteten
        D
        wir bürstten

        Slide 35 - Quizvraag

        voltooid deelwoord
        ich habe gemacht
        ge - stam - t

        ich habe geredet
        ge - stam - et

        Slide 36 - Tekstslide

        Hoe zou je de uitleg van vandaag willen beoordelen?
        A
        1
        B
        2
        C
        3
        D
        4

        Slide 37 - Quizvraag

        Höraufgaben Schritt 25 + 26
        Wir werden jetzt zusammen diese Höraufgaben bearbeiten.
        Schritt 25 ab Seite 61
        • Aufgabe 1
        • Aufgabe 5
        • Aufgabe 6
        • Aufgabe Stempeln, bitte!
        Schritt 26 ab Seite 69
        • Aufgabe4

        Slide 38 - Tekstslide

        Opdrachten Zugspitze
        Schritt 25 ab Seite 61
        • Aufgabe 7
        • Aufgabe 8
        Schritt 26 ab Seite 67
        • Aufgabe 1
        • Aufgabe 6
        • Aufgabe 7





        timer
        10:00
        Schon fertig? -> Spiekbriefjes maken mondeling!!!

        Slide 39 - Tekstslide

        Slide 40 - Tekstslide