WALVISVAARDERS

1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 7,8

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

het boek
Kunst is er om naar te kijken. Maar een verhaal kan je helpen een kunstwerk beter te begrijpen. In goede kunst kun je vooral ook je eigen fantasie kwijt. Wat zie je zelf als je echt goed kijkt? Waar gaat dat jongetje dat door De Nachtwacht rent naartoe? De beste kinderboekenschrijvers uit Nederland en Vlaanderen vertellen een verhaal bij de vijfentwintig beroemde meesterwerken uit het Rijksmuseum.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Leesdoel sessie 1
Ik kan beschrijven over wie de tekst gaat, waar en wanneer het zich afspeelt, en wat er allemaal in het verhaal gebeurt.




Slide 6 - Tekstslide

lees goed mee!

Vindt je het antwoord op de vragen zet het symbool er dan bij.




Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Aan het werk. OPDRACHT 1
timer
10:00

Slide 9 - Tekstslide

opdracht 2
Wat zijn belangrijke gebeurtenissen in het verhaal?


Hierbij helpen signaalwoorden

Slide 10 - Tekstslide

Wat is een signaalwoord?
• Verbindingswoorden

•Signaalwoorden geven het verband aan tussen zinsdelen, zinnen en alinea’s

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

weet je nog!
pak je aantekeningen van de vorige les erbij.


Slide 21 - Tekstslide

Leesdoel sessie 2
 Ik kan uitleggen wat de schrijver bedoelt met de beeldspraak die in het verhaal voorkomt, zoals kleine beestjes en eilandjes.




Slide 22 - Tekstslide

BEELDSPRAAK IS FIGUURLIJK TAALGEBRUIK


Er wordt iets anders bedoeld dan er gezegd wordt.

Slide 23 - Tekstslide

Lees goed mee!
Wat bedoelt de schrijver met de beeldspraak in de tekst:


Vanuit welk perspectief is het verhaal geschreven?
perspectief = gezichtspunt






kleine beestjes, jas, eilandjes, stokjes en voorvinnen

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Het antwoord

Slide 26 - Tekstslide

Lees goed mee!
Wat bedoelt de schrijver met de beeldspraak in de tekst:








kleine beestjes,
jas,
eilandjes,
stokjes,
voorvinnen

Slide 27 - Tekstslide

BEELDSPRAAK IS FIGUURLIJK TAALGEBRUIK


Er wordt iets anders bedoeld dan er gezegd wordt.

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

weet je nog!
pak je aantekeningen van de vorige les erbij.

Perspectief
Beeldspraak


Slide 33 - Tekstslide

Leesdoel sessie 3
Ik kan beredeneren wat er daadwerkelijk op het schilderij gebeurt vanuit het perspectief van de mens en kan dit vergelijken met het perspectief van de walvis.



Slide 34 - Tekstslide

We lezen samen

Slide 35 - Tekstslide

Pak je computer
We gaan vragen beantwoorden!

Slide 36 - Tekstslide

Zou de moeder van Heintje echt niet doorhebben wat er daadwerkelijk aan de hand is of stelt ze Heintje gerust?

Slide 37 - Open vraag

Waarom zegt Heintje op het eind: 'Toch vind ik kleine beestjes lief'.

Slide 38 - Open vraag

Waarom zou de schrijver voor deze titel hebben gekozen?

Slide 39 - Open vraag

Wat heb jij van deze drie lessen geleerd?

Slide 40 - Open vraag

Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 41 - Poll