Les 1 - Omgaan met geld (uitgeven en sparen)

Geld
Les 1 omgaan met geld 
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapPraktijkonderwijsLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Geld
Les 1 omgaan met geld 

Slide 1 - Tekstslide

Terug blik vorige les
Overleg in je groepje. 
Noem per groep  2 dingen waarbij je te maken hebt met geld. 


Slide 2 - Tekstslide

Lesplanning
1. Doelen van de les
2. Het dilemma geld uitgeven
3. Theorie  - geld
4. Groepsopdracht - omgaan met geld
5. Theorie - sparen 
6. Zelfstandig werken - opdracht 3
Doelen nabespreken 

Slide 3 - Tekstslide

Doelen van de les 
Leerdoel: 
Aan het einde van de les kun je uitleggen dat bij geld uitgeven je keuzes moet maken. 
Aan het einde van de les kun je uitleggen wat het begrip sparen betekend. 

Les doel: je laat zien dat je een groepsgesprek kunt houden. 



Slide 4 - Tekstslide

Je hebt vijftig euro voor je verjaardag gehad.
Wat doe jij?
Ik ga direct naar de stad om te winkelen.
Ik spaar voor mijn rijbewijs
Ik geeft de helft uit en de andere helft bewaar ik.

Slide 5 - Poll

Hoe denk jij over een winterjas?
Ieder jaar een nieuwe jas van 50 euro
1 keer in de drie jaar een jas van 150 euro

Slide 6 - Poll

Je hebt honger en moet met de bus.
Je hebt nog 5 euro.
Ik haal patat, ik reis gewoon zwart.
Ik pak snel de bus en ga thuis eten.

Slide 7 - Poll

Geld 
Bladzijde 166
Lees de tekst met de klas


Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 1 
Bladzijde 166
Vul zelfstandig de tabel in
10 min

Ga in gesprek in de groep over 
1 stelling


Wij zijn het met deze stelling eens/ oneens omdat .................................................
Schrijf het antwoord op 
Deel het antwoord in de klas
Stelling 
Eens
Als ik geld nodig heb, ga ik werken
Als ik geld te kort kom, leen ik van vrienden/ familie
Geld maakt gelukkig
Ik kom elke maand geld tekort 
Mensen die arm zijn, kunnen daar niets aan doen
Als ik geld over hou, geeft ik dan aan mensen die geld tekort komen. 
Ik weet niet goed waar ik mijn geld aan uitgeef. 

Slide 9 - Tekstslide

Sparen
Sparen betekend dat je geld apart zet voor later. 

Je kunt sparen in met een spaarrekening of met een spaarpot. 

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht 3 
Werk zelfstandig 
Geef antwoord op de vragen

Extra vraag: 
Schrijf op waar jij nu voor spaart. 

Slide 11 - Tekstslide

Doelen nabespreken 
Leerdoelen: 
Leg uit waarom je altijd keuzes moeten maken als je geld uitgeeft?
Leg uit wat sparen betekend. 

Lesdoel: 
Wat ging er goed in de groepsgesprekken?
Kwam iedereen evenveel aan het woord? 
Wat zouden wij anders kunnen doen? 


Slide 12 - Tekstslide