WFT basis module 1: Financiële Dienstverlening

Financiële Dienstverlening
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
CultuurwetenschappenHBOStudiejaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Financiële Dienstverlening

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inhoud
  • Wat is financiële dienstverlening
  • Financiële diensten en aanbieders
  • Distributie financiële producten
  • Toezichthouders
  • Informatiebronnen
  • Klachten

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is financiële dienstverlening?
Het aan consumenten aanbieden en adviseren van financiële producten en diensten. Dit gebeurt door financiële dienstverleners.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke financiële diensten ken jij?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Financiële diensten
  • Betalen
  • Sparen
  • Beleggen
  • Lenen
  • Verzekeren 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klik hier
Bemiddelaars: het financiele product wordt niet via de aanbieder zelf verkocht maar doormiddel van een tussenpersoon. Je kan bij producten denken aan verzekeringen, consumptieve kredieten, hypotheken en beleggingen. Voorbeelden van tussenpersonen zijn: assurantietussenpersoon of onafhankelijke hypotheekadviseur.
Klik hier
Pensioenfonds: het innen, beheren en uitkeren van pensioenpremies.
Klik hier
Banken. Zo is een van de doelen van de bank om spaargeld aan te trekken (van sectoren die geld overhebben) om dit vervolgens uit te lenen aan sectoren die geld tekort hebben.
Klik hier
Verzekeraars: Klanten een verzekering aanbieden tegen een onzeker voorval. Bij eventuele schade dient de verzekeraar deze kosten op zich te nemen. In ruil hiervoor betaalt de klant premie.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Aan de hand van welke wet wordt door verzekeraars de premie bepaald?
A
Wet van Maier
B
Wet van grote aantallen
C
Wet van aantrekking
D
Wet van Ohm

Slide 7 - Quizvraag

Waar wordt deze premie op gebaseerd? Dit gebeurt aan de hand van de wet grote getallen. Hoe meer verzekerden, des te zekerder zijn de te verwachten uitkeringen. Door rekening te houden met het gemiddelde schadebedrag kan de premie worden berekend. Hierdoor is de kans kleiner dat de verzekeraar meer moet uitkeren dan dat hij ontvangt.

Het kan zo zijn dat een verzekeraar in een jaar meer moet uitkeren (door bijvoorbeeld een grote storm) en hierdoor lijdt de verzekeraar verlies. Om dit op te vangen reserveert de verzekeraar geld in jaren dat het goed gaat.

Samenwerkingsverbanden verzekeraars
  • Co-assurantie
  • Pools
  • Concernvorming

Slide 8 - Tekstslide

Verzekeraars gaan ook vaak samenwerkingsverbanden aan met andere verzekeraars om zo niet de gehele schade zelf uit te hoeven keren. Vormen hiervan zijn:
-Co-assurantie: (bij grote risico’s zoals winkelcentra, kerncentrales en vliegtuigen),
-Pools: (verzekeraars zitten in een pool waarin de verliezen en winsten worden verdeeld volgens een vaste verdeelsleutel)
-Concernvorming :(dochtermaatschappijen die onder gezamenlijke leiding als eenheid optreden)


Waar denk je aan?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Taken pensioenfonds
  • Innen 
  • Beheren
  • Uitkeren

Slide 10 - Tekstslide

Innen pensioenpremies: pensioenfonds int premies bij werkgever. Kan zijn dat een deelnemer zelf een deel van de pensioenpremie moet betalen. Dit heet dan eigen bijdrage.

Beheren pensioenpremies: het fonds belegt de premies. Hierin wordt niet teveel risico genomen aangezien de premies uiteindelijk moeten worden uitbetaald.

Uitkeren pensioenpremies: dit gebeurt aan de deelnemers van het pensioenfonds

Pensioenfondsen en regelingen
  • Middelloonregeling
  • Eindloonregeling

Slide 11 - Tekstslide

Er zijn twee soorten pensioenregeling:

Middelloonregeling: pensioen hangt af van het aantal jaren dat je bij een werkgever in dienst bent en de hoogte van je gemiddelde salaris deze jaren.

Eindloonregeling: pensioen hangt af van het aantal jaren dat je bij een werkgever in dienst bent en de hoogte van het laatstverdiende salaris.

Pensioenfondsen
  • Algemeen pensioenfonds 
  • Bedrijfstakpensioenfonds
  • Ondernemingspensioenfonds

Slide 12 - Tekstslide

Een pensioenfonds zorgt voor het financiële product pensioen. Een pensioenfonds heeft altijd te maken met werkgevers en deelnemers (werknemers). We kunnen pensioenfondsen onderscheiden in: 

-Algemeen pensioenfonds(APF)
-Bedrijfstakpensioenfonds(BPF): voert een pensioenregeling voor een specifieke branche. VB: Pensioenfonds Bouwnijverheid(bouwsector), Pensioenfonds Zorg en Welzijn (zorgsector)
-Ondernemingspensioenfonds(OPF):bedrijven die niet onder een bedrijfstakfonds vallen en een eigen pensioenfonds oprichten. VB: Shell, KLM, Unilever


Wat zijn voorbeelden van rechtstreekse verkoop?

Slide 13 - Open vraag

Distributie is de manier waarop de financieel dienstverlener de producten en/of diensten aan de klant brengt. Er zijn verschillende distributievormen. Zo kan er gekozen worden voor rechtstreekse verkoop(directe distributie) en bemiddeling (indirecte distributie)
Bij rechtstreekse verkoop verkoopt de aanbieder zelf het product aan de klant en de twee betrokken partijen zijn de aanbieder en de klant.

De rechtstreekse verkoop kan via twee distributiekanalen.:

Kantorennet: Banken en verzekeraars hebben kantoren waar klanten naar binnen kunnen om informatie te krijgen en financiële producten af te nemen.

Direct writing: De aanbieder kan het financiële product verkopen door de klant schriftelijk, telefonisch of elektronisch (via internet) te benaderen.

Welke kosten horen bij de verkoop van een product?

Slide 14 - Woordweb

Bij de verkoop van producten komen ook kosten kijken. Zo zijn er advies- en distributiekosten.
• personeelskosten;
• managementkosten;
• reclamekosten;
• automatiseringskosten;
• kantoorkosten.
Deze kosten worden vaak verrekend in bijvoorbeeld de rente of premies.

Welke bemiddelaars ken jij?

Slide 15 - Woordweb

Bij bemiddeling wordt het financiele product wordt niet via de aanbieder zelf verkocht maar doormiddel van een tussenpersoon. Je kan bij producten denken aan verzekeringen, consumptieve kredieten, hypotheken en beleggingen. Voorbeelden van tussenpersonen zijn: assurantietussenpersoon, gevolmachtigs agent (zelfde als een assurantietussenpersoon, echter adviseert de agent niet), kredietbemiddelaars of onafhankelijke hypotheekadviseurs. Deze ontvangen een vergoeding in de vorm van provisie of het wordt betaald in de vorm van een uurtarief of abonnement.

Klanten kunnen voor een tussenpersoon kiezen als zij een onafhankelijk advies willen. Er wordt dan een inventarisatie gemaakt van de wensen en behoefte van de klant en hieruit komt de meest passende aanbieder.

Toezichthouders
  • Autoriteit Financiële Markten (AFM)
  • De Nederlandsche Bank (DNB)

Slide 16 - Tekstslide

Om klanten te beschermen houdt de overheid toezicht op financieel dienstverleners. Dit gebeurt door de Autoriteit Financiële Markten(AFM) en De Nederlandsche Bank(DNB).

 
Er kan onderscheid gemaakt worden tussen functioneel toezicht (gaat over het functioneren van het financiële stelsel) en het strafrechtelijk toezicht dat controleert op strafrechtelijke feiten.

De AFM en DNB houden niet hetzelfde toezicht. Zo is de AFM gericht op gedrachtstoezicht, waarbij er toezicht wordt gehouden op het gedrag van de dienstverlener naar de klant toe. De DNB houdt prudentieel toezicht wat moet voorkomen dat financiële instellingen failliet gaan (worden financiele verplichtingen nagekomen?). Ook houdt de DNB systeemtoezicht en dat is in het belang van de stabiliteit van het gehele financiële systeem.

Als de DNB of AFM een overtreding constateren, kan er een geldboete of sanctie verlangd worden. De dienstverlener heeft het recht hiertegen in beroep te gaan.

Klik hier
Autoriteit Financiële Markten (AFM): houdt toezicht op aanbieders en biedt ook informatie aan over rechten van consument, de financiële producten en wat de rol van de AFM is.
Informatiebronnen
Klik hier
Consumentenbond: vereniging die opkomt voor de belangen van de consument. De Consumentenbond geeft ook informatie over de financiële producten.
Klik hier
Brancheorganisaties :
-Nederlandse Vereniging van Banken (NVB)
- Verbond van Verzekeraars
- Adviseurs in Financiële Zekerheid(Adfiz)

Klik hier
Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting(Nibud): onafhankelijke stichting die informeert en adviseert over de financiën van huishoudens. Het doel is om consumenten inzicht te bieden in de financiële situatie. Hier hebben zij rekentools voor en ook even zij onafhankelijk advies.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klachten
  • Interne klachtenprocedure (IKP)
  • Aangesloten bij erkend klachteninstituut

Slide 18 - Tekstslide

Zodra een consument een klacht heeft is de financieel dienstverlener verplicht deze goed af te handelen. Hier zitten 2 eisen aan:
1.dienstverlener dient een interne klachtenprocedure (IKP) te hebben. De klachtenprocedure dient schriftelijk vastgelegd te worden.
2.dienstverlener dient aangesloten te zijn bij een erkend klachteninstituut. Het is voor een klant aantrekkelijker om voor een klachteninstituut te kiezen dan de rechtbank. Dit heeft te maken met de snellere afhandeling en de lagere kosten.

Klachten
  • Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (Kifid)
  • Stichting Klachten en Geschillen Zorgverzekeraar (SKGZ)
  • Tuchtrecht Financiële Dienstverlening (TFD)

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies