Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
aiToolsTab
Beta
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Oefening 12 - de trappen van vergelijking
Aantekening 10 - de trappen van vergelijking.
1 / 35
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
In deze les zitten
35 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Aantekening 10 - de trappen van vergelijking.
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
De trappen van vergelijking:
De stellende trap = De bloem ruikt
lekker
.
De vergrotende trap = Het avondeten ruikt
lekkerder
.
De vergrotende trap = De geurkaas ruikt
het lekkerst
.
Slide 3 - Tekstslide
Meerkeuze vragen
Kies de juiste trap.
Slide 4 - Tekstslide
Die Blume ist schön.
A
stellende trap
B
vergrotende trap
C
overtreffende trap
Slide 5 - Quizvraag
Friedrich ist kleiner.
A
stellende trap
B
vergrotende trap
C
overtreffende trap
Slide 6 - Quizvraag
Sarah ist am größten.
A
stellende trap
B
vergrotende trap
C
overtreffende trap
Slide 7 - Quizvraag
Er kann alles viel besser.
A
stellende trap
B
vergrotende trap
C
overtreffende trap
Slide 8 - Quizvraag
Du bist am schlausten
A
stellende trap
B
vergrotende trap
C
overtreffende trap
Slide 9 - Quizvraag
Der Stift schreibt gut.
A
stellende trap
B
vergrotende trap
C
overtreffende trap
Slide 10 - Quizvraag
De trappen van vergelijking.
Er zijn 3 trappen van vergelijking:
De stellende trap - Die Frau ist groß.
De vergrotende trap - Der Junge ist größer.
De overtreffende trap - Der Lehrer ist am größten.
Slide 11 - Tekstslide
De stellend trap
Zoals in het Nederlands (zonder iets er achter):
arm = arm
groot = groß
klein = klein
zwak = schwach
Slide 12 - Tekstslide
De vergrotende trap
Maak je door:
'er' achter het woord te plakken.
woorden met één lettergreep, krijgen een Umlaut (ä, ö, ü).
armer = ärmer
groter = größer
kleiner = kleiner
zwakker = schwacher
Slide 13 - Tekstslide
De overtreffende trap
Maak je door:
het voorzetsel 'am' er voor te zetten.
'sten' achter het woord te plakken.
woorden met één lettergreep, krijgen een Umlaut (ä, ö, ü).
het armst = am ärmsten
het grootst = am größten
het kleinst = am kleinsten
het zwakst = am schwachsten
Slide 14 - Tekstslide
Onregelmatige vergelijkingen:
stellend
vergrotend
overtreffend
dichtbij
nah
näher
am nächsten
goed
gut
besser
am besten
groot
groß
größer
am größten
hoog
hoch
höher
am höchsten
veel
viel
mehr
am meisten
Slide 15 - Tekstslide
Meerkeuze vragen
Kies de juiste trap.
Slide 16 - Tekstslide
Stellende trap:
Dieses Haus ist ___.
A
grün
B
grüner
C
am grünsten
Slide 17 - Quizvraag
Vergrotende trap:
Mein Buch ist ___ als dein Buch.
A
dick
B
dicker
C
am dicksten
Slide 18 - Quizvraag
Overtreffende trap:
Dieses Tuch ist ___.
A
dick
B
dicker
C
am dicksten
Slide 19 - Quizvraag
Vergrotende trap:
Er kommt ___ nach Hause.
A
spät
B
später
C
am spätesten
Slide 20 - Quizvraag
Overtreffende trap:
Die Preisen in der Schweiz sind ___ von ganz Europa
A
hoch
B
höher
C
am höchsten
Slide 21 - Quizvraag
Stellende trap:
Deine Schuhe sehen ganz ___ aus.
A
neu
B
neuer
C
am neusten
Slide 22 - Quizvraag
Open vragen
Vul de juiste vorm van het woord in.
Slide 23 - Tekstslide
beter:
Er ist (gut)___ in Englisch als ich.
Slide 24 - Open vraag
het mooist:
Dieses kleid finde ich (schön) ___.
Slide 25 - Open vraag
sneller:
Fahren Sie etwas (schnell) ___.
Slide 26 - Open vraag
hoog:
Dieser Berg ist sehr (hoch) ___.
Slide 27 - Open vraag
het zwaarst
Ich habe mehr Bücher dabei. Meine Tasche ist (schwer) ___.
Slide 28 - Open vraag
Open vragen
Vul de juiste vorm van het woord in.
Slide 29 - Tekstslide
overtreffende trap:
Diese Band finde ich ___.
Slide 30 - Open vraag
vergotende trap:
Deine Wangen werden immer (rood) ___.
Slide 31 - Open vraag
Stellende trap:
Deine Tasche ist (groot) ____.
Slide 32 - Open vraag
overtreffende trap:
Er wacht (vroeg) ___ auf.
Slide 33 - Open vraag
Stellende trap:
Meine Mutter ist (blij) ____, dass ich da bin.
Slide 34 - Open vraag
vergotende trap:
Die Aufgaben werden immer (moeilijk) ___.
Slide 35 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
Bijzondere trappen van vergelijking
June 2020
- Les met
16 slides
door
Numo
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1
Numo
Kapitel 4.1: Steigerungsstufen
March 2025
- Les met
19 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 3-5
H4 - Steigerungssufen
September 2023
- Les met
22 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 3-5
Kapitel 4.1: Steigerungsstufen
April 2024
- Les met
22 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 3-5
K4 - Grammatik A + B
February 2025
- Les met
21 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Trappen van vergelijking
November 2023
- Les met
41 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
De trappen van vergelijking
May 2022
- Les met
29 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
V4 - Steigerungssufen
May 2022
- Les met
23 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 3-5