Havo H34 Kengetallen - Les 3

Welkom
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom

Slide 1 - Tekstslide

Havo H34 Kengetallen - Les 3
34.4 Solvabiliteitskengetallen - vervolg 
+ Oefenen hoofdstuk 34


Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je kunt de gevolgen berekenen voor de solvabiliteit, wanneer de onderneming besluit nieuw vermogen aan te trekken. 
  • Je kunt het maximaal te lenen bedrag berekenen op basis van gestelde solvabiliteitseisen. 

Slide 3 - Tekstslide

Rekenmachine, werkboek, schrift en pen binnen handbereik?

Slide 4 - Tekstslide

Bereken current en quick ratio
timer
3:00

Slide 5 - Tekstslide

Voer de berekende current ratio in
timer
1:00

Slide 6 - Open vraag

Bereken current en quick ratio

Slide 7 - Tekstslide

IJzeren voorraad/ debiteurenkern? 

Slide 8 - Tekstslide

timer
4:00

Slide 9 - Tekstslide

Voer het berekende solvabiliteits-
percentage in
timer
1:00

Slide 10 - Open vraag

Solvabiliteitspercentage = EV/VV x 100% = 2400/3600 x 100% = 67%

Slide 11 - Tekstslide

Aantrekken nieuw vermogen 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Aantrekken nieuw vermogen 
- vreemd vermogen: meer lenen, solvabiliteitspercentage daalt
- eigen vermogen: storten door ondernemer of uitgeven nieuwe aandelen, solvabiliteitspercentage stijgt
- alléén wanneer vv/vv nieuw kapitaal in zelfde verhouding als bestaand vermogen wordt aangetrokken wijzigt solvabiliteit niet

Slide 14 - Tekstslide

timer
2:00

Slide 15 - Tekstslide

Voer het berekende solvabiliteits-
percentage in
timer
1:00

Slide 16 - Open vraag

Debt ratio = VV/TV x 100% 
VV maximaal 40% = 40% x € 400.000 = € 160.000
Antwoord

Slide 17 - Tekstslide

Vragen?

Slide 18 - Tekstslide

Zelf aan de slag
Opgave 34.11 en 34.12, uitwerking aan einde les in te leveren via foto in LessonUp. 

(op volgende pagina, volgt na delen offline les)

Slide 19 - Tekstslide

Lever hier je uitwerking van opgave 34.11 en 34.12 in

Slide 20 - Open vraag