Week 19 Herhaling Taalverzorging hfd 3 + Verslag 2 - reflectieverslag schrijven

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
Herhaling werkwoordspelling (3x) - voorbereiden op herkansing
Herhaling: Taalverzorging 3.1 Hoofdletters en 3.2 Leestekens

Taalverzorging: 3.3 Meervoud: Nieuwe theorie + even samen oefenen + opdrachten in Nu Nl.
Schrijven 2.4 Verslagen, Verslag 2 - reflectieverslag


Slide 2 - Tekstslide

Herhalen - de beste manier van leren
Leren leren

Slide 3 - Tekstslide

........ jij daar niet moe van? (worden)
A
Word
B
Wordt

Slide 4 - Quizvraag

In het donker ....... hij altijd verkeerd. (rijden)
A
rijd
B
rijdt

Slide 5 - Quizvraag

Wij ........ voor zijn leven. (vrezen)
A
vreesden
B
vreezden

Slide 6 - Quizvraag

Zij ....... het antwoord in één keer goed. (raden)
A
rade
B
raade
C
radde
D
raadde

Slide 7 - Quizvraag

De vrijstelling voor Nederlands was ...... (goedkeuren)
A
goedgekeurt
B
goedgekeurd.

Slide 8 - Quizvraag

Het is eergisteren....... (gebeuren)
A
gebeurt
B
gebeurd

Slide 9 - Quizvraag

De ..... foto was erg goed gelukt. (vergroten)
A
vergrote
B
vergrootte

Slide 10 - Quizvraag

De ........ ouders maakten zich te veel zorgen over hun kind. (verontrusten)
A
verontruste
B
verontrustte

Slide 11 - Quizvraag

Het oud plastic werd ....... (recyclen)
A
gerecycled
B
gerecycld
C
gerecyclet
D
gerecyclt

Slide 12 - Quizvraag

Max Verstappen ........ op de toppen van zijn kunnen. (racen)
A
racte
B
racete
C
ractte
D
racette

Slide 13 - Quizvraag

Gisteren (updaten) Marnix zijn laptop opnieuw
A
update
B
updatede
C
updatete
D
updated

Slide 14 - Quizvraag

Jij hebt dit goed (timen)
A
getimed
B
getimt
C
getimet
D
getimd

Slide 15 - Quizvraag

Nieuwe lesstof:
3.3

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Wat is het meervoud van seconde?
A
seconde
B
secondes
C
secondes/seconden
D
seconden

Slide 18 - Quizvraag

Het meervoud van museum is:
A
museums
B
musea
C
museums en musea
D
museum heeft geen meervoud

Slide 19 - Quizvraag

Het meervoud van porie is:
A
porien
B
pories
C
porieën
D
poriën

Slide 20 - Quizvraag

Wat is het meervoud van categorie?
A
categoriën
B
categorieën

Slide 21 - Quizvraag

Reflecteren, wat weet je nog?

Slide 22 - Tekstslide

Eisen aan een reflectieverslag(1)
Wees specifiek: Geef concrete voorbeelden en vermijd vage beschrijvingen.

STARR:
S: Kun je een situatie beschrijven waarin je een uitdaging moest overwinnen? 

(Iedereen neemt een situatie in zijn hoofd, want daar 
komen vervolgvragen over.)

Slide 23 - Tekstslide

Eisen aan een refelctieverslag(2)
Gebruik de eerste persoon: Schrijf vanuit jouw perspectief ("Ik deed...", "Ik leerde...").


STARR:
T: Wat was jouw specifieke taak in die situatie (een uitdaging moest overwinnen)?

Slide 24 - Tekstslide

Eisen aan een reflectieverslag(3)
Houd het beknopt: Focus op de belangrijkste punten en vermijd overbodige details. (hulpmiddel instructie voor het beschrijven van de stappen)



STARR:
A: Welke stappen heb je ondernomen (actie) om de taak te volbrengen (een uitdaging moest overwinnen)?

Slide 25 - Tekstslide

Eisen aan een reflectieverslag(4)
Reflecteer kritisch: Wees eerlijk over wat goed ging en wat beter kon.


STARR:
R: Wat was het resultaat van jouw acties (een uitdaging moest overwinnen)? Was het succesvol?
Reflectie: Wat heb je geleerd van deze ervaring? Zou je iets anders doen als je dezelfde situatie opnieuw zou meemaken?

Slide 26 - Tekstslide

 Chronologische volgorde
Wat is er handig aan de dingen te beschrijven in de tijdsvolgorde waarin ze zijn gebeurd?

Slide 27 - Tekstslide

Deze opdracht heb je al in je bezit
Maken MEERVOUD-opdrachten.
Bekijk de beoordelingscriteria 

Slide 28 - Tekstslide