Wereldgodsdiensten

Wereldgodsdiensten
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
GodsdienstBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Wereldgodsdiensten

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Yan Yat

28 januari 2023
Alle-mensen-zijn-jarig-dag

Slide 3 - Tekstslide

Chinese traditie
rauwe plakjes vis eten --> dan leef je langer!

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Lesdoelen
Vandaag leren we:
 - de 5 wereldgodsdiensten benoemen en te kleuren op de wereldkaart 
- dat de grootste godsdienst in Nederland het Christendom is en hoe Willibrord daar invloed op heeft gehad 
- in welke tijd het Christendom in Nederland is gekomen: tijdvak van de monniken en ridders
 - zelf een feest bedenken en presenteren bij een bijbelverhaal 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Heeft de god Brahman een vorm of lichaam?
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quizvraag

Wie is de schepper van het heelal?
A
Brahma
B
Vishnu
C
Shiva

Slide 9 - Quizvraag

Wie is de beschermer van de wereld?
A
Brahma
B
Vishnu
C
Shiva

Slide 10 - Quizvraag

Wie gaat er over de dood en bepaalt hoe iemand weer terugkomt op aarde?
A
Brahma
B
Vishnu
C
Shiva

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Video

Belangrijkste man
in het boeddhisme?
A
Jezus Christus
B
Mohammed
C
Gandhi
D
Boeddha

Slide 13 - Quizvraag

Wat was de naam van Boeddha?
A
Siddharta
B
Joris
C
Avalokiteshvara
D
Arjuna

Slide 14 - Quizvraag

Op zijn 29ste komt Siddharta voor het eerst buiten, wat ziet hij dan?
A
Dat het leven niet voor iedereen altijd leuk is
B
Dat alles eerlijk is

Slide 15 - Quizvraag

Wat gaat hij dan doen?
A
Hij wordt koning om alle problemen op te lossen
B
Hij blijft in het paleis wonen
C
Hij wil niet meer in luxe leven en gaat mediteren

Slide 16 - Quizvraag

Kleur op de wereldkaart waar deze 5 wereldreligies voorkomen!


- Christendom: blauw
- Islam: rood
- Hindoeïsme: oranje
- Boeddhisme: geel
- Jodendom: paars

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Link

Willibrord
Willibrord was een Engelse monnik opgegroeid in een klooster. Daar leerde hij voer het christendom en las hij de Bijbel. Een belangrijk onderdeel van een monnik was om het christelijke geloof te verspreiden aan mensen die niet geloofde in God. Dat heet bekeren. 
Hij kwam in de middeleeuwen naar Nederland om dit te doen. 
In Nederland leefde meerdere volkeren. De Franken, Friezen en de Saksen. De Franken waren al christelijk. De Franken en de Friezen niet. Willibrord focuste zich dus vooral op dat 'barbaarse volk'. Hij wilde hen christelijk maken. Maar dit wilde de Friezen niet. 
De Franken en Friezen waren elkaars vijanden. De Franken vonden het pirma dat Willibrord de Friezen wilde bekeren, zij waren namelijk al christelijk. Maar de Friezen zag het niet zo zitten dat het geloof van de vijand hen werd aangesmeerd. Dit zorgde voor heel wat onrust op Nederlands grondgebied
Willibrord kreeg veel aanhang omdat hij wonderen zou verrichten. Net als Jezus, die belangrijk was voor de christenen.
Zo zou Willibrord drinkwater in een bos hebben gevonden na wat graven in de grond. 
Uiteindelijk lukte het Willibrord om een groot deel van de Nederland te bekeren. overal ontstonden kerken, kloosters en Abdijen. Een abdij is een geheel van gebouwen dat wordt egbruikt door de monniken en nonnen die in de kloosters woonden.

Doordat Willibrord het geloof van het christendom naar Nederland bracht, bracht hij ook veel feesten naar Nederland die we nu nog steeds kennen. Denk aan Pasen, waar Jezus opstond uit de dood en de dood dus overwon. Maar ook Kerst. De geboorte van Jezus wordt dan gevierd.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Maak er een feest van!
Lees samen de twee bijbelverhalen. Jullie gaan een feestdag bedenken bij één van die verhalen, dus kies een verhaal en werk uit hoe die feestdag eruit zou zien. Wat wordt er die dag gevierd? Wat is de boodschap voor de mensen van nu, waarom willen ze daar elk jaar weer aan denken? Hoe heet het feest en wat gebeurt er op die dag? Denk bijvoorbeeld aan bijzondere kleding die juist die dag wordt gedragen, of versiering die bij dat feest hoort. Wat wordt er gegeten? Zijn er gewoontes, dingen die je juist op die dag samen doet? Binnen of buiten en met wie? Welke muziek hoort erbij? Misschien wel een dans? Bedenk het samen en maak een presentatie van jullie feest. Verdeel de taken en zorg dat de rest van de groep in de juiste feeststemming komt door jullie enthousiaste uitleg!

Slide 22 - Tekstslide