Oefeningen toetsen + details

Vandaag
  • Oefeningen met vragen
  • Uitleg erna + details verklaren 
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
HistorySecondary EducationAge 13

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Vandaag
  • Oefeningen met vragen
  • Uitleg erna + details verklaren 

Slide 1 - Tekstslide

Bron 
De Franse bisschop Hincmar van Laon (?-879) legt als leenman een eed af aan
koning Karel de Kale (823-877):
Ik Hincmar, bisschop van Laon, zal vanaf nu trouw zijn aan mijn heer Karel.
Als een vazal ben ik gebonden aan mijn heer en een bisschop voor mijn
koning. Als vazal zal ik gehoorzamen zoals een vazal dit hoort te doen. Als
een bisschop van Christus zal ik de wil van God gehoorzamen en zorgen voor
het geestelijk heil van de koning, zo veel als in mijn vermogen ligt.

Slide 2 - Tekstslide

Vraag:
Waarom is de eed die de bisschop aflegde voordelig voor beide partijen?

Slide 3 - Tekstslide

Antwoord
Een vazal is een persoon die de koning dient en grondgebied van de koning krijgt. 
Voor de Bisschop is dit dus voordelig omdat hij zijn macht kan uitbreiden, een groter gebied krijgt en economisch ook positiever staat (grond = inkomsten geld) 

Voor de Koning is dit voordelig omdat hij hiermee kerkelijke steun krijgt en dus zijn machtspositie versterkt (onthoud: de kerk heeft veel macht, heb je een "vriend" in de kerk kan hij dingen voor je regelen)
Ook is een Bisschop iemand die geen erfgenamen heeft, het land keert na zijn dood dus terug naar de Koning. Dit is makkelijker dan iemand die zonen krijgt die onvoorspelbaar zijn voor de Koning.

Slide 4 - Tekstslide

Bron
In 601 schrijft paus Gregorius de Grote een brief aan Mellitus die als missionaris op
weg naar Engeland is:
Vanaf het moment dat u en onze broeders (monniken) die u vergezellen zijn vertrokken, ben ik bezorgd omdat ik geen nieuws heb vernomen over hoe de reis is gevorderd. Echter, als de almachtige God u heeft gebracht bij onze meest geëerde broeder bisschop Augustinus, zeg hem wat ik heb besloten na lang te hebben nagedacht over de kwestie van de Engelsen: in geen geval zullen de heiligdommen van goden in dat land verwoest mogen worden, maar alleen de beelden daarin! Laat wijwater vloeien over deze heiligdommen, richt altaren op en plaats relikwieën, zodat de heiligdommen, mits goed gebouwd, kunnen worden omgevormd van de cultus van demonen naar de verering van de ware God.

Slide 5 - Tekstslide

Vraag 
Leg uit welk principe de Paus uitlegt in zijn brief naar de missionaris vooral in betrekking met het ombouwen van de heiligdommen van de heidenen.

Slide 6 - Tekstslide

Antwoord
De paus legt zijn missionaris op om de heiligdommen van de Engelsen niet te verwoesten, maar in plaats daarvan ze om te bouwen naar Christelijke relikwieën. Dit is hetzelfde principe dat we zijn bij het "kerstenen" van het midwinterfeest van de Germanen (kerstmis) en ook een deel van de goddienstige verdraagzaamheid van de Romeinen, waarin andere geloven werden toegestaan mits de Romeinse gebruiken ook werden geobserveerd.

Slide 7 - Tekstslide

Vraag
Het Romeinse bestuur vervolgde aanhangers van niet-Romeinse godsdiensten meestal niet, maar christenen wel.
Geef aan dat:
− het niet vervolgen van aanhangers van andere religies gunstig was voor het Romeinse Rijk en
− het vervolgen van de christenen te verklaren is vanuit het monotheïstische karakter van het christendom. 

Slide 8 - Tekstslide

Antwoord
De romeinen vervolgde andere godsdiensten vaak niet omdat het vervolgen van godsdiensten het moeilijker maakt een groot rijk met erg veel verschillende culturen te besturen en gelukkig te houden.
Het christendom werd wel vervolgd omdat zij, door hun één god (Monotheïstische karakter) weigerde de Romeinse gebruiken en de keizer te vereren. Dit zorgde voor opschudding in het Romeinse Rijk en maakte het moeilijker de Christenen te controleren, daarom werd het geloof verboden en de aanhangers vervolgt. 

Slide 9 - Tekstslide

Vraag
Stel, je onderzoekt de verspreiding van de islam in de zevende en achtste eeuw en je vindt de volgende gegevens:
1 Het Oost-Romeinse Rijk en het Perzische Rijk waren in de zevende eeuw door pestepidemieën verzwakt en stonden op instorten.
2 Het Midden-Oosten was in de zevende eeuw een kruispunt van handelswegen uit de hele wereld.
Beredeneer voor beide gegevens waardoor deze hebben bijgedragen aan de verspreiding van de islam. 

Slide 10 - Tekstslide

Antwoord
• Door de politieke instabiliteit (als gevolg van de pestepidemie) kon het
bestaande bestuur weinig weerstand bieden tegen de aanhangers van
de islam / konden de islamitische legers militaire successen boeken /
was er belangstelling voor de positieve boodschap van de islam / voor
een nieuwe religie.
• Door de handel was er veel contact met andere steden/stammen
(waardoor de islam zich makkelijk kon verspreiden) / konden de
islamitische legers zich over de handelswegen snel verplaatsen 

Slide 11 - Tekstslide

Vraag
In 2014 werd in Utrecht bij werkzaamheden op het Domplein een schat gevonden. Er werden 52 gouden en 12 zilveren munten opgegraven die afkomstig waren uit de periode 560-700. De gouden munten waren voornamelijk in Utrecht zelf geslagen. De zilveren munten waren
sceatta's, een betaalmiddel dat in meer Noord-Europese steden werd gebruikt.
De vondst van deze schat nuanceert het gangbare beeld van de vroege
middeleeuwen
Benoem het beeld van de vroege middeleeuwen wat de meeste mensen hebben.
Benoem hoe deze vondst dit beeld een beetje tegenspreekt.

Slide 12 - Tekstslide

Antwoord
• In West-Europa bestond vrijwel geen handel / was de geldeconomie
verdwenen 
• Doordat er in Utrecht (gouden) munten werden geslagen was er
blijkbaar wel sprake van handel / was de agrarisch-stedelijke cultuur in
de vroege middeleeuwen in Utrecht nog niet geheel verdwenen / was
de samenleving rijker dan werd aangenomen

Slide 13 - Tekstslide

Tijd voor vragen
Wat is nog onduidelijk / waar wil je nog uitleg over?
Hoe zijn de plannen voor de aankomende toets?
Morgen samenvatting; wat moet ik echt nog bespreken?

Slide 14 - Tekstslide