Taalgebruik

LOB - Taalgebruik
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

LOB - Taalgebruik

Slide 1 - Tekstslide

Wat is volgens jij vloeken?
A
grof taalgebruik
B
Schelden
C
De naam van God gebruiken

Slide 2 - Quizvraag

Waar denk je aan bij grof taalgebruik?

Slide 3 - Woordweb

Welke scheldwoorden gebruik jij vaak?

Slide 4 - Woordweb

Iedereen moet weten wat hij of zij zegt
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Ik zeg er iets van als iemand heel grof is (of met ziektes scheldt)
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Mensen vloeken en schelden met allerlei woorden. Deze woorden hebben altijd te maken met gevoelige dingen.
De woorden waarmee je vloekt en scheldt, roepen vaak nare, boze, verdrietige en pijnlijke herinneringen op.
Hieronder staan wat voorbeelden.
Je kunt vloeken en schelden met: geloof, ziekten, handicaps, huidskleur, afkomst, uiterlijk enz


Slide 7 - Tekstslide

Welke soorten vind jij het meest kwetsend? En waarom?

Slide 8 - Open vraag

Met welk(e) woord(en) zou jij nooit schelden?

Slide 9 - Open vraag

Met welke woorden kun je anderen op deze 5 gebieden, kwetsen en beledigen. Schrijf van
elk gebied een of meer scheld- en vloekwoorden op! (je mag woorden ook afkorten. Bv. K#T of K#NK#R of gvd)
1. Afkomst/huidskleur:_______________________________________
2. Ziekten: ______________________________________________
3. Pesten: _______________________________________________
4. Handicaps: _____________________________________________
5. Geloof/godsdienst: ________________________________________

Slide 10 - Tekstslide