H9.2 Vergelijkingen oplossen

H9.2 Lineaire vergelijkingen
H.9 Voorkennis
H9.1 Met de balans

H9.2 Vergelijkingen oplossen
H9.3 Snijdende lijnen
H9.4 Grafieken schetsen bij lineaire functies
H9.5 Ongelijkheden oplossen
H9 Samenvatting  blz. 76 t/m 78
H9 Test jezelf blz. 79 t/m 82
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

H9.2 Lineaire vergelijkingen
H.9 Voorkennis
H9.1 Met de balans

H9.2 Vergelijkingen oplossen
H9.3 Snijdende lijnen
H9.4 Grafieken schetsen bij lineaire functies
H9.5 Ongelijkheden oplossen
H9 Samenvatting  blz. 76 t/m 78
H9 Test jezelf blz. 79 t/m 82

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
9.Voorkennis
Ik kan het hellingsgetal en startgetal bepalen bij formules en een tabel
Ik kan een formule opstellen bij twee coordinaten
Ik kan een formule met haakjes ook zonder haakjes schrijven
Ik kan vergelijkingen oplossen m.b.v. de bordjesmethode

9.1 Lineair verband
Ik kan eenvoudige vergelijkingen oplossen m.b.v. de balansmethode.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
9.2 Vergelijkingen oplossen
Ik kan vergelijkingen oplossen m.b.v. de balansmethode waarbij variabelen aan beide kanten staan.

9.3 Snijdende lijnen 
Ik kan de coordinaten van twee rechte lijnen berekenen door de bijbehorende vergelijking op te lossen.

9.4 Grafieken schetsen bij lineaire formules
Ik kan grafieken schetsen in een assenstelsel door gebruik te maken van het start- en hellingsgetal.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling van vorige leerdoelen en vaardigheden
In de groene slides herhaal je de leerdoelen, theorie en  vaardigheden uit alle voorgaande lessen.



Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het startgetal en
hellingsgetal bij deze formule?
y = -30x -250

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het startgetal en
hellingsgetal bij deze tabel?

Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Bepaal de formule y = ax + b door de
punten (coördinaten)
A(0, 50) en B(5, 100).

Slide 7 - Woordweb

1) hellingsgetal a:   
y1-y2 : 50 naar 100 = +50    = 10
x1-x2   : 0 naar 5     =  +5 '
y = 10x + b

2) startgetal uitrekenen door een van de coördinaten in te vullen: x = 5  en y = 100
100 = 10 x 5  + b
b = 50 
y = 10x + 50  


Welke zijn vergelijkingen?
a. 3x = 6
b. 4x - 60 = 20
c. 30 - 0,5x = -30
d. -x = y
A
Allemaal
B
a, b, c
C
b, c, d
D
a, c

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf onderstaande
formule op zonder haakjes.
-2(6x + 10) + 4x +40 = y

Slide 9 - Woordweb

-12x -20 + 4x + 40 = y
-8x + 20 = y
Oplossen met

Schrijf onderstaande
formule op zonder haakjes.
-2(6x + 10) + 4x +40 = y
Balansmethode

-12x -20 + 4x + 40 = y
-8x + 20 = y

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Los de vergelijking hieronder op m.b.v. de balansmethode.
Berekening op papier en schrijf hieronder je antwoord bijv. x=6

34 = 5x + 10 + x

Slide 11 - Open vraag

34 = 6x + 10
-10           -10
24 = 6x
 :6     :6   
4 = x
x = 4
Maak de zin af.
Als Ernie aan één kant 40 erbij doet,
dan moet aan de andere kant .......

Slide 12 - Woordweb

40
Maak de zin af.
Als Ernie aan één kant 4p eraf haalt,
dan moet aan de andere kant .......

Slide 13 - Woordweb

4p eraf
In welke volgorde neem je onderstaande stappen om de vergelijking "10x + 30 = 6x + 110" op te lossen?
1. Alles delen door 4
2. Beide kanten 6x eraf
3. Beide kanten 30 eraf
A
1-2-3
B
2-1-3
C
2-3-1
D
3-1-2

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

9.2 Vergelijkingen oplossen
Leerdoelen
Ik kan vergelijkingen oplossen m.b.v. de balansmethode waarbij variabelen aan beide kanten staan.



Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Betere definitie van een vergelijking
Een vergelijking zijn formules die gelijk gesteld zijn met de
=-teken en waarin maar één onbekende variabele is.

Zie voorbeelden in de volgende slide.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WEL vergelijking

20 = 4x

20 - 4x = 6x + 100

2(30 - 4x) = 2x + 100 +10x
GEEN vergelijking 

y = 4x

20p - 4x = 6x + 100

2(30 - 4x) = y

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe los je een vergelijking van bijv. de vorm:
14b -  50 = -10b + 190 
1. Neem als het mogelijk is gelijksoortige termen samen.
2. Breng alle variabelen naar één kant door te balansen, vaak is dit links.
3. Breng alle getallen naar de andere kant door te balansen.
4. Deel alles door het getal voor de variabele.
5. Controleer je antwoord door de oplossing in te vullen in de oorspronkelijke vergelijking.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

14b - 50 = -10b + 190
1. Neem als het mogelijk is
gelijksoortige termen samen.
Is dit deze stap mogelijk?

Slide 19 - Woordweb

24b = 240
b = 10
14b - 50 = -10b + 190
2. Breng alle variabelen naar één kant
door te balansen, vaak is dit links.
Wat wordt de nieuwe vergelijking?

Slide 20 - Woordweb

variabelen        getallen       
     24b -  50      =  190

nieuwe vgl >> 24b - 50 = 190
3. Breng alle getallen naar de
andere kant door te balansen.
Wat wordt de nieuwe vergelijking?

Slide 21 - Woordweb

24b = 240
nieuwe vgl >> 24b = 240
4. Deel alles door het getal
voor de variabele.
Wat is de oplossing?

Slide 22 - Woordweb

24b     =   240
: 24              :24

b = 10

14b - 50 = -10b + 190
5. Controleer je antwoord door
de oplossing (b = 10) in te vullen in de
oorspronkelijke vergelijking.

Slide 23 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Hoe los je een vergelijking van bijv. de vorm:
2(5 - x) = 15x - 3(2x + 4)
Dit werkt op dezelfde manier als hiervoor, MAAR je moet 
1st de haakjes weg werken. 
2de daarna kan je met stap 1 doorgaan.
Er is dus een stap 0.
0. Werk de haakjes weg.
1. Neem als het mogelijk is gelijksoortige termen samen.
etc...

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Los onderstaande vergelijking op.
2(5 - x) = 15x - 3(2x + 4)

Berekening op papier en je antwoord hieronder bijv. x=6

Slide 25 - Open vraag

10 - 2x = 15x - 6x - 12
10 - 2x = 9x - 12
     +2x     +2x      
 
10    = 11x - 12
+12            +12
22 =  11x
:11      :11 _____ 
     x =2


Enquete Leerdoelen
Geef in de volgende slides aan hoe je er voor staat bij de afgelopen leerdoelen.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik kan het hellingsgetal en startgetal bepalen bij formules en een tabel
😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Ik kan een formule opstellen bij twee coordinaten
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Ik kan een formule met haakjes ook zonder haakjes schrijven

😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Ik kan vergelijkingen oplossen m.b.v. de bordjesmethode

😒🙁😐🙂😃

Slide 30 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Ik kan eenvoudige vergelijkingen oplossen m.b.v. de balansmethode.

😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Ik kan vergelijkingen oplossen m.b.v. de balansmethode waarbij variabelen aan beide kanten staan.

😒🙁😐🙂😃

Slide 32 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken
  Je hebt gewerkt aan de voorbereiding van
9.2 Met de balans
Maak 9, 10 , 11 a t/m c, 12 , 13 , 13, 14 a t/m c, 15 , 16 a t/m c,  
17a

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies