Par. 6.1 Een traditionele samenleving

Studiewijzer
25/01: Par. 6.1 Een traditionele samenleving
29-30: Par. 6.1 Een traditionele samenleving
01/02: Par. 6.1 Een traditionele samenleving
05-06/02: Par. 6.2 Anders denken en doen
08/02 Par. 6.2 Anders denken en doen
12-13/02 Par. 6.2 Anders denken en doen
15/02:  extra
Voorjaarsvakantie
26-27/02: Herhaling
29/02: SO par. 6.1 en 6.2
04-05/03:Par. 6.3 De multiculturele samenleving
07/03: Par. 6.3 De multiculturele samenleving
11-12/03: Par. 6.4 De wereld van Annie M. G. Schmidt
14/03: Par. 6.4 De wereld van Annie M. G. Schmidt

Repetitie H6: 
18-19/03 
21/03 Toetsbespreken

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 34 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Studiewijzer
25/01: Par. 6.1 Een traditionele samenleving
29-30: Par. 6.1 Een traditionele samenleving
01/02: Par. 6.1 Een traditionele samenleving
05-06/02: Par. 6.2 Anders denken en doen
08/02 Par. 6.2 Anders denken en doen
12-13/02 Par. 6.2 Anders denken en doen
15/02:  extra
Voorjaarsvakantie
26-27/02: Herhaling
29/02: SO par. 6.1 en 6.2
04-05/03:Par. 6.3 De multiculturele samenleving
07/03: Par. 6.3 De multiculturele samenleving
11-12/03: Par. 6.4 De wereld van Annie M. G. Schmidt
14/03: Par. 6.4 De wereld van Annie M. G. Schmidt

Repetitie H6: 
18-19/03 
21/03 Toetsbespreken

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen opschrijven
  1. Hoe belangrijk was hard werken en zuinig leven na 1945?
  2. Wat was het poldermodel?
  3. Wat is de verzorgingsstaat?
  4. Hoe traditioneel was Nederland tot 1960?

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen opschrijven
1. Wat betekent waarden en normen?
2. Welke tradities waren in de jaren 60' belangrijk in Nederland?
3. Waarom vonden Nederlanders tradities belangrijk?

timer
3:00

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen opschrijven
1. Wat was de verzuiling?
2. Leg uit hoe sterk de verzuiling was in de samenleving. 
timer
3:00

Slide 4 - Tekstslide

Vandaag
1. Uitleg par. 6.1
2. Leerdoel bespreken
3. TWT bespreken
4. Afsluiten

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide


Bevrijd!

  • De schade van de oorlog was groot.
  • De winkels waren leeg
  • De infrastructuur was vernield. 
  • Veel machines waren door de Duitsers meegenomen
  • Honderdduizenden mannen waren in Duitsland tewerkgesteld tijdens de oorlog

De schade na het bombardement van Rotterdam in mei 1940 was groot, maar tijdens de vijf jaren van de Duitse Bezetting was er nog niet veel gedaan om de stad op te bouwen.

Slide 7 - Tekstslide

Na de Tweede Wereldoorlog
  • Hard werken en zuinig leven
  • Nederland moest weer opgebouwd worden
  • Veel steun vanuit de regering, boost voor de economie

Slide 8 - Tekstslide


De Wederopbouw


  • Afspraken over lonen en prijzen: poldermodel. We houden de lonen laag
  • Samenwerken: zes dagen per week/één vakantie week per jaar.

  • Hulp vanuit VS: Marshallplan
  • Ontstaan van een verzorgingsstaat. 
  • De Algemene Bijstandswet wordt ingevoerd: mensen zonder werk kregen inkomen van de overheid. 


    Het Amerikaanse Marshallplan had twee belangrijke doelen:
    • Zorgen dat Europa weer wordt hersteld, zodat Amerika ook weer producten kan verkopen aan de Europeanen.
    • Laten zien wie hun échte bondgenoot is: kies voor het kapitalisme van ons, en niet het communisme van de Sovjet-Unie!

    Slide 9 - Tekstslide

    Poldermodel
    De regering regelde dit samen met werkgevers en vakbonden volgens het poldermodel: overleg over lonen en arbeidsvoorwaarden.

    Slide 10 - Tekstslide

    Willem Drees
    Poldermodel:
    • Bezuinigen 
    • Lonen mochten niet stijgen


    Slide 11 - Tekstslide

    Wetgeving
    De regering bedacht ook nieuwe sociale wetten en voorzieningen. Zo ontstond de verzorgingsstaat en ging het snel beter.

    Slide 12 - Tekstslide

    Verzorgingstaat
    Door economisch groei konden mensenverzorgd worden door de staat -> Verzorgingsstaat (vangnet) door Willem Drees:
    • WW (werklozen)
    • AOW (65+)
    • Ziekte
    • Bijstand (geen inkomen) 
    •  Arbeidsongeschiktheidsuitkering

    Slide 13 - Tekstslide

    Marga Klompé
    • Verzetsheld
    • Eerste vrouwelijke minister van Nederland
    • Meegeholpen bij opbouw Verzorgingsstaat
    • Minister tijdens de roerige jaren 60

    Slide 14 - Tekstslide

    Is dit een voorbeeld van de verzorgingsstaat?
    Zwangerschapsverlof?

    Slide 15 - Tekstslide


    Het gezin

    • Het leven van de meeste mensen speelde zich af in het gezin.
    • Het rolpatroon: vader, moeder en (veel) kinderen
    • Vader was de baas, moeder de huisvrouw, kinderen gehoorzaam. De man had het gezag. 
    • Vader luisterde weer naar de autoriteiten zoals de politie, dominee of pastoor. 
    • Echtscheidingen kwamen maar weinig voor (vrouwen hadden vaak geen eigen inkomen)


      Slide 16 - Tekstslide

      Slide 17 - Tekstslide

      Slide 18 - Tekstslide

      Jaren 50

      Slide 19 - Tekstslide





      Tradities en normen in de jaren 50 
      Het huwelijk
      Het huwelijk was alleen voor man en vrouw. En al vocht je mekaar de tent uit, je bleef bij elkaar. 
      Seks
      Seks was vies en werd alleen gedaan door man en vrouw.  Seks was niet iets om van te genieten, maar noodzakelijk voor de voortplanting. 
      Kerk
      Iedereen ging naar de kerk.  Als je niet naar de kerk ging dan werd daar schande over gesproken. De dominee of pastoor kwam ook bezoek bij jou thuis. 
      Mannen en vrouwen
      Vrouwen waren ondergeschikt aan de man. Vrouwen waren handelingsonbekwaam. Zij mochten geen eigen bankrekening openen. Daarnaast stond gender helemaal niet ter discussie. 
      Werk
      Vrouwen werkten niet. Als een man zijn vrouw liet werken, dan leek het net alsof hij haar niet kon "onderhouden". 
      Je werkweek bestond uit 48 uur, dus ook op zaterdag. 
      Roken
      Roken werd door iedereen gedaan en in de meeste gevallen ook aangemoedigd. Als je bezoek kreeg zorgde je dat je sigaretten in huis had. 
      Zelfzorg
      Wassen (douchen) gebeurde één keer in de week. 
      De meeste mensen hadden geen douche maar gingen naar een badhuis. Of je zat in de tobbe en deelde het water met het hele gezin. 
      Kleding
      Je liep de hele week in dezelfde kleding. In het weekend droeg je je goede goed. Er was geen verschil in de mode voor kinderen en volwassenen. 

      Slide 20 - Tekstslide

      Vasthouden aan tradities (1)
      Na de oorlog grepen de Nederlanders aan de waarden (dingen die men belangrijk vindt) van vroeger: 
      hard werken en gehoorzaam zijn.  
      Luisteren naar autoriteiten, personen met gezag (macht): regering, politieagenten, dominee of pastoor.

      Bijv: de man luisteren naar zijn baas, de vrouw naar de man en kinderen aan iedereen. 

      Slide 21 - Tekstslide

      3. Waarom vonden Nederlanders tradities belangrijk?

      Tradities (oude gewoontes) gaven zekerheid. 
      Bijv. het huwelijk: je trouwde voor de wet en de kerk en ging niet meer uit elkaar. 
      Dat was de norm (wat mensen gewoon vonden) en daar week je niet van af. 

      Slide 22 - Tekstslide

      Mensen luisterde naar omroepen (radiozenders) die het beste bij hun ideeën paste over de samenleving. 
      De televisie ontstond aan het begint van de jaren 50 en werd snel populair, maar weinig mensen konden er eentje betalen. 

      Slide 23 - Tekstslide

      Slide 24 - Video

      Een verzuild land
      Nederland bestond uit 4 groepen mensen die niets met elkaar te maken hadden. 

      Slide 25 - Tekstslide

      VERZUILING : EIND 19e EEUW
      = VERDELING VAN DE SAMENLEVING IN GROEPEN MET EEN EIGEN POLITIEKE EN GODSDIENSTIGE OVERTUIGING
      "ZUILEN"
      IEDERE ZUIL HAD ZIJN EIGEN POLITIEKE PARTIJ, KRANT EN VERENIGINGEN

      Slide 26 - Tekstslide

      SAMENLEVING
      VERZUILING HEEFT GROTE IN VLOED OP  HET DAGELIJKS LEVEN:
      • Boodschappen bij eigen zuil
      • Sporten bij club van eigen zuil
      • Geen contact met mensen van andere zuilen
      • Nooit trouwen met iemand van een andere zuil!

      Slide 27 - Tekstslide

      Een van de zuilen
      In de jaren 1950 ging je alleen maar om met mensen die dezelfde achtergrond en denk-beelden (levensbeschouwing) hadden.
      Dit heet verzuiling.

      Slide 28 - Tekstslide

      Slide 29 - Tekstslide

      Vooroordelen
      Er bestonden veel vooroordelen (meningen die niet op feiten zijn gebaseerd) over mensen uit andere zuilen. 

      De sociale druk (de druk om je aan te passen aan een groep) om bij je eigen zuil te blijven was erg groot. 

      Slide 30 - Tekstslide

      Slide 31 - Video

      Zijn er nog steeds sporen van verzuiling te vinden in de hedendaagse Nederlandse maatschappij? Zo ja, welke?

      Is dit een geval van continuïteit of verandering?

      Slide 32 - Tekstslide

      Leerdoelen antwoorden
      1. Wat was de verzuiling?
      2. Leg uit hoe sterk de verzuiling was in de samenleving. 

      Slide 33 - Tekstslide

      TWT bespreken

      Slide 34 - Tekstslide