Dans: Beweging en Expressie
1 / 13
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Introduceer de leerdoelen en leg uit dat studenten aan het einde van de les deze doelen zullen kunnen bereiken.
Wat weet je al over dans?
Slide 3 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Tekstslide
Geef een definitie van dans en leg uit dat het een vorm van kunst is die beweging gebruikt.
Slide 5 - Tekstslide
Beschrijf enkele van de meest voorkomende soorten dans en laat mogelijk een korte video zien om de studenten een idee te geven van hoe ze eruit zien.
Slide 6 - Tekstslide
Leg uit wat ballet is en laat mogelijk een korte video zien om de studenten een idee te geven van hoe het eruit ziet.
Slide 7 - Tekstslide
Leg uit wat moderne dans is en laat mogelijk een korte video zien om de studenten een idee te geven van hoe het eruit ziet.
Slide 8 - Tekstslide
Leg uit hoe dans gebruikt kan worden om emoties uit te drukken en laat mogelijk een korte video zien van een dansvoorstelling met een emotioneel thema.
Slide 9 - Tekstslide
Geef de studenten de opdracht om in kleine groepen samen te werken en een korte dans te maken die een emotie uitdrukt. Laat ze de dans aan de klas presenteren als ze klaar zijn.
Slide 10 - Tekstslide
Vraag de studenten om individueel te reflecteren op de dans die ze hebben gemaakt en de emotie die ze hebben uitgedrukt. Laat enkele studenten hun reflecties delen met de klas als ze dat willen.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 11 - Open vraag
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 12 - Open vraag
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 13 - Open vraag
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.
