Cursus 7.1

Vertegenwoordigers van het volk
Cursus 7.1
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Vertegenwoordigers van het volk
Cursus 7.1

Slide 1 - Tekstslide

Zoek in je boek op wat volksvertegenwoordiging betekent.
Kies het goede antwoord.
A
Gekozen groep bij de verkiezingen
B
Gekozen partij bij de verkiezingen

Slide 2 - Quizvraag

Wat ga je leren vandaag?
  1. Je leert wat het kiesrecht en algemeen kiesrecht is. Ook vanaf wanneer je mag stemmen. 
  2. Je leert welke groepen politieke partijen er zijn (confessioneel, liberaal en socialistisch). 
  3. Je leert over het gemeentebestuur
  4. Je leert over het provinciebestuur
  5. Je leert wat de Tweede Kamer allemaal doet. 
  6. Je leert wat een referendum is. 

Slide 3 - Tekstslide

Vanaf welke leeftijd mag je stemmen in Nederland?
A
Vanaf 21 jaar
B
Vanaf 16 jaar
C
Vanaf 18 jaar
D
Vanaf 19 jaar

Slide 4 - Quizvraag

Kiesrecht
Jullie moeten nog even wachten... Maar vanaf 18 jaar mag je stemmen. Je kunt dan stemmen op een politieke partij

Wil jij graag meedoen in de politiek? Dan word je eerst lid van een politieke partij. Als je goed bezig bent, dan word je een kandidaat op de verkiezingslijst. 

Hier zie je kandidaten op de verkiezingslijst

Slide 5 - Tekstslide

Algemeen kiesrecht
Voor 1919 mochten alleen mannen in Nederland stemmen. 
Aletta Jacobs en andere vrouwen hebben lang geprotesteerd om ook kiesrecht te krijgen. Vanaf 1919 kregen ook vrouwen kiesrecht. 
Dit noem je algemeen kiesrecht: iedereen vanaf 18 jaar mag stemmen. 

Slide 6 - Tekstslide

Zoek op wat een dictatuur is.
Heb je in een dictatuur wel of geen kiesrecht? En waarom?

Slide 7 - Open vraag

Welke politieke partijen
ken jij?

Slide 8 - Woordweb

Politieke partijen
Er zijn veel politieke partijen in Nederland. Je kan ze verdelen in 3 groepen:
  1. Confessionele partijen: het geloof is belangrijk. 
  2. Liberale partijen: vrijheid is belangrijk. Ze vinden dat de overheid zich weinig moet bemoeien met mensen. 
  3. Socialistische partijen: gelijkheid is belangrijk. Ze komen op voor mensen die het moeilijk hebben. 

Slide 9 - Tekstslide

De VVD staat voor: Volkspartij voor Vrijheid en Democratie.
Welke groep is de VVD?
A
Liberalen
B
Confessionelen
C
Socialisten

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Video

Bekijk het filmpje op de vorige slide.
Welke groep is de SGP?

Slide 12 - Open vraag

Bekijk de afbeelding over de SP.

Welke groep is de SP?
A
Confessionelen
B
Socialisten
C
Liberalen

Slide 13 - Quizvraag

De gemeente
Wie of wat zitten er allemaal in het gemeentebestuur?
  • Gemeenteraad: je stemt op een persoon van een politieke partij. Na de verkiezingen worden de stemmen geteld. De personen met de meeste stemmen vormen samen de gemeenteraad. 
  • Burgemeester: voorzitter van de gemeenteraad. De regering heeft de burgemeester. 
  • Wethouders: zij zijn gekozen door de burgemeester. 
  • Dagelijks bestuur (B en W): gemeenteraad en de burgemeester samen. 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Bekijk het filmpje op de vorige slide.
Op welke manieren kan jij invloed uitoefenen? Noem 3 manieren.

Slide 16 - Woordweb

De provincie
Wie of wat zitten er allemaal in het provinciebestuur?
  • Provinciale Staten: gekozen groep mensen in de provincie, dus de volksvertegenwoordiging van de provincie. 
  • Commissaris van de Koning: dit is het hoofd van de Provinciale Staten. Deze wordt benoemd door de regering
Voor de verkiezingen van de Provinciale Staten gaan er mensen stemmen dan bij de Tweede Kamer verkiezingen. De opkomst is dus lager bij de Provinciale Staten verkiezingen. 

Slide 17 - Tekstslide

De Tweede Kamer
De Tweede Kamer is de volksvertegenwoordiging van Nederland. 
Wat doet de Tweede Kamer allemaal?
  • Ze stemmen over nieuwe wetsvoorstellen van de regering
  • Als de meerderheid voor het nieuwe wetsvoorstelt stemt (dus 76 of meer mensen), dan komt de wet er
  • De Tweede Kamer controleert of de regering de wet goed uitvoert
  • Vergaderen over verschillende onderwerpen

Slide 18 - Tekstslide

Zet de taken van de Tweede Kamer in de goede volgorde (van stap 1 naar 4). Sleep de blauwe hokjes naar de goede rode hokjes.
Stap 1
Stap 2
Stap 3

De wet komt er als de meerderheid het goedkeurt 

Er wordt gestemd over nieuwe wetsvoorstellen

Tweede Kamer controleert de regering

Slide 19 - Sleepvraag

Referendum
Soms wil een volksvertegenwoordiging direct van de burgers weten hoe ze over iets denken. Alle burgers kunnen dan stemmen (vanaf 18 jaar). Dit is een referendum (volksstemming). 
In Nederland komt dit bijna nooit voor. Sommige gemeentes vragen soms wel in een referendum wat de inwoners willen. Het kan dan bijvoorbeeld gaan over hoe vaak de winkels op zondag open mogen. 

Slide 20 - Tekstslide

Leg in je eigen woorden uit wat een referendum is.

Slide 21 - Open vraag

Even kijken of je het snapt. Sleep de blauwe hokjes naar de goede rode hokjes. 
Tweede Kamer
Socialisten
Provinciale Staten
Algemeen kiesrecht

Gelijkheid vinden ze belangrijk

Iedereen mag stemmen

Volksvertegenwoordiging van Nederland

Volksvertegenwoordiging van de provincie

Slide 22 - Sleepvraag

Even kijken of je het snapt. Kies het goede antwoord.
A
Je mag vanaf 18 jaar stemmen. & Confessionele partijen vinden vrijheid belangrijk.
B
De burgemeester is de voorzitter van de gemeenteraad. & Socialistische partijen vinden gelijkheid belangrijk.
C
De Tweede Kamer stelt over nieuwe wetsvoorstellen van de regering. & Een referendum is bedoeld voor het vergaderen.
D
De Provinciale Staten is een volksvertegenwoordiging. & Liberale partijen vinden gelijkheid belangrijk.

Slide 23 - Quizvraag

Volgende keer
De volgende keer gaan we cursus 7.2 behandelen. Dit gaat over het werk van de overheid. 

Slide 24 - Tekstslide