2. herhalen rij 1, bronnen 1
1 / 24
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Ik wil graag naar huis. Ik heb .....
A
hijmwee
B
hijmwe
C
heimwee
D
heimwe
Slide 3 - Quizvraag
Mijn ........ is Amsterdam.
A
besteming
B
bestemming
C
bestemign
D
bestemmign
Slide 4 - Quizvraag
Is de ..... goed gegaan?
A
betaling
B
betaaling
C
betalign
D
betaalign
Slide 5 - Quizvraag
De docent zei: gebruik je ....
A
hersenenen
B
hersenen
C
hersens
D
hersenens
Slide 6 - Quizvraag
.... valt er 10 mm regen in de maand juni.
A
gemideld
B
gemmideld
C
gemiddeld
D
gemiddelt
Slide 7 - Quizvraag
Onze klas gaat naar de ....
A
dieretuin
B
dierentuin
C
diertuin
D
dierrentuin
Slide 8 - Quizvraag
De winkel is helaas .....
A
geslooten
B
geslootten
C
geslotten
D
gesloten
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
Hij .......... (boeken) een vakantie naar Frankrijk.
Slide 11 - Open vraag
Jullie ....... (boeken) een hotel voor 3 nachten.
Slide 12 - Open vraag
Mijn zus ..... (beschermen) mij.
Slide 13 - Open vraag
Je ..... (beschermen) je vrouw voor gevaar.
Slide 14 - Open vraag
Wij ....... (bijten) in onze boterham.
Slide 15 - Open vraag
Ik .... (bijten) in mijn lip.
Slide 16 - Open vraag
Slide 17 - Tekstslide
Welk woord hoort er niet bij?
A
boeken
B
de betaling
C
de hersenen
D
de vakantie
Slide 18 - Quizvraag
Welk woord hoort er niet bij?
A
heet
B
bijten
C
de hond
D
de arm
Slide 19 - Quizvraag
Welk woord hoort er niet bij?
A
de olifant
B
bloot
C
de dierentuin
D
het ticket
Slide 20 - Quizvraag
Welk woord hoort er niet bij?
A
gemiddeld
B
per maand
C
de paraplu
D
temperatuur
Slide 21 - Quizvraag
Welk woord hoort er niet bij?
A
droog
B
de zon
C
misselijk
D
heet
Slide 22 - Quizvraag
Slide 23 - Tekstslide
De hond ....... (bijten) in mijn been.
