1.6 Laag Nederland - invloed van de mens

Laag Nederland
 


paragraaf 1.6
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Laag Nederland
 


paragraaf 1.6

Slide 1 - Tekstslide

Programma
Herhaling Hoog-Nederland: gatentekst
==> link

Laag-Nederland
- nieuwe grondsoorten
- invloed van de mens: polders, droogmakerijken

Huiswerk





Laag Nederland

Slide 2 - Tekstslide

Wanneer is Laag-Nederland sterk veranderd?
Het landschap in Laag-Nederland is vooral gevormd in de laatste 10.000 jaar.


Na afloop van de laatste ijstijd
nam de temperatuur in
Nederland toe.

Daardoor steeg ook de zeespiegel          want het landijs begon te smelten.
Stijging zeespiegel 8000 jaar geleden tot vandaag

Slide 3 - Tekstslide

Hoeveel meter is de zeespiegel de laatste 8000 jaar gestegen?

Slide 4 - Open vraag

Grondsoorten
Ongeveer 1000 jaar v. Chr. is een nieuwe strandwal (hoge zandplaat) gevormd langs de kust.

Achter de strandwal ontstond een
Waddenzee.         In deze binnenzee stond
het water vaak stil en werd klei afgezet.

Wanneer er openingen in de duinen
dicht waren, ontstonden moerassen waarin veen        werd gevormd.


Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Stap 5
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Zet de processen bij de vorming van veen in de juiste volgorde.
Na de ijstijd steeg de zeespiegel.
Het grondwater steeg.
Er vormden zicht moerassen met planten.
Planten gingen dood en kwamen onder water te liggen.
Dode plantenresten werden niet afgebroken en hoopten zich op.

Slide 7 - Sleepvraag

De mens in Nederland
De mens heeft al eeuwenlang
het landschap van Hoog-Nederland en
Laag-Nederland ingericht.



Slide 8 - Tekstslide

Wat is de juiste volgorde?
A
Wonen op hoge plekken- aanleg terpen-aanleg dijken
B
Aanleg dijken-aanleg terpen-wonen op hoge plekken
C
Aanleg terpen-aanleg dijken-wonen op hoge plekken
D
Wonen op hoge plekken-aanleg dijken-aanleg terpen

Slide 9 - Quizvraag

De mens in Nederland
De eerste bewoners woonden in Hoog-Nederland. Later trokken ze naar Laag-Nederland.

Om zich te beschermen werden eerst
terpen        en later dijken        gebouwd.



Terpen zijn kunstmatige heuvels die kerk en huizen beschermen tegen hoog water van de zee en rivieren. Je vindt ze vooral in het rivierengebied en in de provincies Noord-Holland, Friesland en Groningen.
Verschillende terpen werden met elkaar verbonden en zo ontstonden de eerste dijken.

Slide 10 - Tekstslide

Zeedijken
Aan de buitendijkse kant van de zeedijken (de wadden) wordt nog steeds beetje bij beetje klei neergelegd. Soms werd de zeedijk een stukje richting zee opgeschoven en kreeg Nederland er land bij.

Bij de aanleg van dijken om een gebied heen, ontstaan polders.



Een polder is een gebied omgeven door dijken waarin je de waterstand moet regelen.

Slide 11 - Tekstslide

Polders
In natte perioden staat het water in de polder hoog en moet je water uit de polder wegpompen. Vroeger gebeurde dat met de molen nu met een gemaal.

In droge perioden moet je soms juist water de polder in laten stromen.
Een gemaal is een elektrische pomp.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Polders
Links zie je een deel van de topografische kaart.

Hoe zie je dat het gebied een polder is?
Denk eerst zelf na voordat je op het antwoord klikt.

Antwoord
De naam Negenboerenpolder.
Er is een gemaal te zien.
Er ligt een dijk om het gebied heen.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Waarvoor werd het veen afgegraven?

Slide 16 - Open vraag

Droogmakerij
Het veen in Laag-Nederland werd afgegraven om te gebruiken als turf.

Daarbij ontstonden meren         zoals de Loosdrechtse Plassen en de Haarlemmermeer (bekend van Schiphol).

Turf is gedroogd veen en werd als brandstof gebruikt.

Slide 17 - Tekstslide

Droogmakerij
Om meer landbouwgrond voor de boeren te krijgen, zijn deze meren in het veengebied drooggelegd.
Molens en later gemalen pompten het water uit de meren weg naar een ringvaart.

Een droogmakerij is dus de bodem van een voormalig meer en ligt erg laag ten opzichte van de zeespiegel.

Om een droogmakerij werd een ringdijk en een ringvaart aangelegd. Een ringvaart is een soort kanaal dat in verbinding staat met de rivier en de zee. Zo konden de meren drooggepompt worden.

Slide 18 - Tekstslide

Droogmakerij
Links zie je een deel van de topografische kaart.

Hoe zie je dat het gebied een droogmakerij is en geen gewone polder?
Denk eerst zelf na voordat je op het antwoord klikt.

Antwoord
De naam Monnikenmeer.
Het gebied ligt erg laag (circa -4.3 m onder zeeniveau)

Slide 19 - Tekstslide

Droogmakerij of gewone polder
Open in een tweede scherm de website www.topotijdreis.nl (link)

Zoek de volgende plekken op:
-Workum
-Wilnis

Welke plek ligt in een gewone polder, welke plek in een droogmakerij? Vul dat in op de volgende dia.

Zet eerst de schuif aan de linkerkant op 2021.
Linksboven is een zoekvenster. Daarmee kun je plaatsnamen vinden.

Slide 20 - Tekstslide

Welke plek (Workum of Wilnis) ligt in een gewone polder, welke plek in een droogmakerij?

Slide 21 - Open vraag

Zelfstandig werken
Lezen LB blz 24-25
Maken WB blz 26-27: opdr 3,4,5,7

Je maakt de opdrachten op de website van Buitenland (via Magister-ELO te bereiken).

Wat je niet in de les afkrijgt, wordt huiswerk voor de volgende les.


Slide 22 - Tekstslide