Theme 5 - Recap

Theme test - Chapter 5
  • Do 'de oefentoets' & 'de herhaling & verrijking'
  • Study via SlimStampen/WRTS/Quizlet etc.
  • Study Grammar PowerPoints
  • Ask questions
  • Help each other out! 
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Theme test - Chapter 5
  • Do 'de oefentoets' & 'de herhaling & verrijking'
  • Study via SlimStampen/WRTS/Quizlet etc.
  • Study Grammar PowerPoints
  • Ask questions
  • Help each other out! 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Theme test - Chapter 5
Vocabulary
Stones
Grammar

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Indirect Speech
What can you remember?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Indirect speech

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In which sentence do you see a form of 'indirect speech'?
A
'Is mayonnaise an instrument?'
B
'Patrick asked if the mayonnaise was an instrument.'

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke van de twee staat of staan in indirect Speech?
A
"I'm sick and tired of you!"
B
She said she was sick and tired of us.
C
Allebei
D
Geen van beide

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Julie: I want to go out.
INDIRECT SPEECH
A
Julie said that I want to go out
B
Julie said that she want to go out.
C
Julie said that she wanted to go out.
D
Julie said that she had wanted to go out.

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voor indirect speech gaat je naar de volgende vorm:
present simple -->
A
past continous
B
past simple
C
past perfect

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

My cousins: We worked all night.
INDIRECT SPEECH
A
My cousins said that we worked all night.
B
My cousins said they had worked all night.
C
My cousins said they worked all night.

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voor indirect speech gaat je naar de volgende vorm:
past simple -->
A
past perfect
B
present perfect
C
past continous

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

change to indirect speech
Tio: "We are going to the zoo next weekend"
A
Tio said they would be going to the zoo next weekend
B
Tio said they were going to the zoo next weekend
C
Tio said we will be going to the zoo next weekend
D
Tio said they are going to the zoo next weekend

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voor indirect speech gaat je naar de volgende vorm:
present continous -->
A
present simple
B
past simple
C
past perfect
D
past continous

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Which is the correct indirect speech:
My parents: ''Have you seen enough?''.
A
They said that I had seen enough.
B
They asked that I have seen enough
C
They asked if he/they had seen enough.
D
They asked if I have seen enough.

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

change to indirect speech:
"I think I'll stay home tonight"
A
She said I would stay home tonight
B
She said she wil stay home tonight
C
She said she would like to stay at home tonight
D
She said she would stay home tonight

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

One/Ones
When do you use which?
What can you remember?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

What is the difference between one & ones?
A
One: meervoud Ones: enkelvoud
B
One: enkelvoud Ones: meervoud
C
One: broek en trui los Ones: hetzelfde als een Onesie

Slide 16 - Quizvraag

Enige verschil is tussen meervoud en enkelvoud (singular & plural)
You've got expensive books and cheap one/ones.
A
one
B
ones

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Which cookies do you like? - The chocolate... , please.
A
one
B
ones

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

I like that skirt, but the ...... in the store is really ugly!
A
one
B
ones

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Do you have a favourite band? I really like this one/ones.
A
one
B
ones

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Which magazine can you recommend? I would choose that one/ones.
A
one
B
ones

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

There are lots of books here. Which ... are yours?

A
one
B
ones

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

The black suit is nicer than the brown...
A
one
B
ones

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Paperback or hardcover? Which one/ones do you choose?

A
one
B
ones

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Past Perfect



Choose the correct alternative:
Use presnt simple or Present continuous

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

past perfect
A
when something started and stopped in the past
B
when something went on for a while in the past
C
when something happened before something else in the past
D
when something started in the past in goes on until the present

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wat is de juiste vorm van de past perfect ?
A
I have watched that video
B
I watched that video
C
I had been watching the video
D
I had watched

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


De past perfect maak je met:
A
had + 2e rijtje of -ed
B
did + 2e rijtje of -ed
C
had + 3e rijtje of -ed
D
did + 3 rijtje of -ed

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Past Perfect
A
Happened after the past simple
B
Happened before the past simple

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

While Lynn WAS SLEEPING, Kim FINISHED the presentation.
A
Past perfect - past simple
B
Past continuous - past simple
C
Past continuous - past perfect
D
Past simple - past perfect

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Fill in the past perfect
Before he went out, Fred ...................(eat)
A
ate
B
had eaten
C
was eating
D
eaten

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Gebruik de past perfect:
As soon as I __________(finish) my homework, I ____ (go) out.
A
have finished, went
B
had finished, go
C
had finished, went

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Past perfect vs Past simple:
When we ... (enter) the cinema, the film .... (start, already)
A
When we had entered the cinema, the film already started
B
When we entered the cinema, the film had already started

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies