1.6 - Allemaal anders

• Biologie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Biologie

Planten en dieren

Planten en dieren

1.1 - Organismen

1.2 - Groei en ontwikkeling

1.3 - Metamorfose

1.4 - De mens

1.5 - Voedsel maken

1.6 - Allemaal anders

Hoofdstuk 1 - Dieren en planten

1.5 - Voedsel maken

Wat is een ander woord voor glucose?

1. Fotosynthese
2. Zuurstof
3. Voedingsstof
4. Suiker

Wat wordt er gemaakt met de fotosynthese?

1. Zuurstof en water
2. Koolstofdioxide en water
3. Zuurstof en glucose
4. Koolstofdioxide en glucose

Waarom doet een plant 's nachts niet aan fotosynthese?

1. Er is dan niet genoeg zuurstof
2. Er is dan niet genoeg water
3. Er is dan niet genoeg koolstofdioxide
4. Er is dan niet genoeg licht

Wat is de juiste formule voor fotosynthese?

1. Water + koolstofdioxide + lichtenergie -> glucose + zuurstof
2. Water + zuurstof+ lichtenergie -> glucose + koolstofdioxide
3. Glucose + koolstofdioxide + lichtenergie -> water + zuurstof
4. Glucose + zuurstof+ lichtenergie -> water+ koolstofdioxide

Als we spinazie eten, eten we de

1. wortels
2. stengels
3. bladeren
4. vruchten

Als je deze groente eet, welke delen van een plant eet je dan?

1. Bladeren
2. Wortels
3. Stengels
4. Vruchten

Hoofdstuk 1 - Dieren en planten

1.6 - Allemaal anders

Doelen van deze paragraaf

Je kunt aanpassingen bij planten beschrijven

Je kunt aanpassingen bij dieren beschrijven

Aanpassingen

- Ademhaling

- Beweging

-  Voeding

- Verdediging

- Voortplanting

Hierdoor kunnen organismen het best in leven blijven

Leefomgeving

Aangepast aan leefomgeving:

- Gestroomlijnd lichaam (haai, pinguin, dolfijn)

- Drijvend op water (waterlelie)

Leefomgeving

Bescherming tegen uitdroging:

kleine, dikke bladeren

naalden i.p.v. bladeren

Kleine of lange wortels

Voeden

Voortbewegen

Verdedigen

Vragen?

Planten kunnen zich niet aanpassen aan hun leefomgeving

1. Waar
2. Niet waar

De stekels van de cactus is een aanpassing....

1. aan de het voedsel
2. als bescherming tegen vraat
3. om te kunnen bewegen
4. Om spinnenwebben in te maken

Welke aanpassing hoort niet bij de ijsbeer

1. Kieuwen
2. Klauwen
3. Dikke vacht
4. Goede neus

Welke aanpassing hoort niet bij die dolfijnen?

1. Kieuwen
2. Vinnen
3. Gestroomlijnd

Wat is een aanpassing van landplanten aan een vochtige omgeving?

1. Bovengrondse delen sterven af in de herfst.
2. Een klein wortelstelsel.
3. Kleine, dikke bladeren.

Vogels hebben een snavel die past bij wat ze eten

1. Waar
2. Niet waar

Is een mens een zoolganger, teenganger of topganger?

1. Zoolganger
2. Teenganger
3. Topganger

Is een geit een topganger, teenganger of een zoolganger?

1. Topganger
2. Teenganger
3. Zoolganger

Aan het werk

Maken in de les: 1 t/m 5

(Af)maken thuis: 6 t/m 10

In de les klaar? Ook 11 maken

Leren: 1.1+1.2