3B Test H2 Plaats bepalen

Test H2 Plaats bepalen
Maak de volgende dia's.
Als je oortjes bij je hebt, mag je het filmpje ook kijken/luisteren.
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Test H2 Plaats bepalen
Maak de volgende dia's.
Als je oortjes bij je hebt, mag je het filmpje ook kijken/luisteren.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Koershoek: de hoek die je maakt ten opzichte van het .........
A
Zuiden
B
Noorden
C
Oosten
D
Westen

Slide 4 - Quizvraag

Juist of onjuist
De koershoek is 270o 

Slide 5 - Tekstslide

De koershoek is 70 graden
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Oefenen...

Slide 7 - Tekstslide

Oefenen...

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Schaal: 1:50
Schaal 1:100
Schaal 1:25
400 mm in het echt is 8 mm op schaal
5 mm op schaal is 500 mm in het echt
50 mm in het echt is 2 mm op schaal

Slide 10 - Sleepvraag

Wat bedoelen we met hemelsbreed?
A
We gaan met het vliegtuig van punt A naar B
B
We nemen de kortste weg via de autosnelweg van A naar B
C
We gaan in een rechte lijn van A naar B
D
Geen van de gegeven antwoorden is juist

Slide 11 - Quizvraag

De afstand tussen Landgraaf en Amsterdam is
220 km. Op de kaart heb je een afstand van 11 cm gemeten.
De schaal van de keert is dan?
A
1 : 200.000
B
1 : 20.000
C
1 : 2.000.000
D
1 : 2000

Slide 12 - Quizvraag

Een kaart is op een schaal van
1 : 15.000 getekend.
Dit betekent ..................
A
1 cm op de kaart is 15 km in werkelijkheid
B
1 cm op de kaart is in werkelijkheid 15.000 keer zo groot.
C
2 = 30.000
D
1 cm op de kaart is 150 meter in werkelijkheid

Slide 13 - Quizvraag

Een kaart heeft een schaal van:
1 : 50.000
dit betekent dat 1 cm op de kaart =
A
50 km
B
0,5 km
C
5 km
D
5000 m

Slide 14 - Quizvraag

Welke windrichting is tegenovergesteld aan het oosten?
A
zuid
B
noord
C
west
D
geen van deze antwoorden is juist

Slide 15 - Quizvraag

Welke volgorde van windrichtingen is de juiste?
Ga met de wijzers van de klok mee.
A
west, zuid, noord, oost
B
zuid, west, noord, oost
C
oost, noord, west, zuid
D
noord, oost, west, zuid

Slide 16 - Quizvraag

Er staat een zuidenwind.
In welke richting blaast deze wind?
A
zuiden
B
oosten
C
westen
D
noorden

Slide 17 - Quizvraag

Een schip vaart een koers van 90 graden. In welke richting vaart dit schip?
A
westen
B
zuiden
C
oosten
D
noorden

Slide 18 - Quizvraag

Een vliegtuig neemt een koers van 135 graden. In welke windrichting vliegt dit vliegtuig?
A
noordoost
B
zuidwest
C
oostwest
D
zuidoost

Slide 19 - Quizvraag

Goed gedaan!
Ga nu verder met:
Samenvatting en Vaardigheden uit je boek.

Slide 20 - Tekstslide