Nederlands periode 5 beroepsproduct 1 recensie

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Beroepsproduct 1
RECENSIE

Wat is dat?

Slide 2 - Tekstslide

DOEL
In een betogende recensie geef je een oordeel over de kwaliteit van het boek, de film of serie. Dit oordeel onderbouw je met argumenten.

Met je oordeel probeer je dus de lezer in positieve of negatieve zin te beïnvloeden. 

Slide 3 - Tekstslide

STAP 1
  • Maak tweetallen
  • Bespreek waarover je een recensie wilt schrijven
  • Je hebt het boek gelezen of de serie bekeken
  •  Zoek twee goede recensies op internet (plak de links in je Word-bestand!!)


Slide 4 - Tekstslide

Recensies zoeken
Ga naar www.theaterkrant.nl voor goede voorbeelden van een volledige recensie (voor films).

Heb je een goede recensie gevonden?
--> Het is hierbij belangrijk om je bron goed te noteren!

Slide 5 - Tekstslide

Stap 2:Het denkwerk vooraf
 
• Bedenk de stelling voor je betogende recensie: de film of het boek wel of niet lezen/kijken.

Slide 6 - Tekstslide

Stap 3: Het schrijfplan
• Gebruik de tekststructuur voor een betoog


Slide 7 - Tekstslide

Tekststructuur betoog
Titel
Inleiding (alinea 1)
Argument(en) voor (alinea 2)
Argument(en) voor  (alinea 3)
Argument tegen (inclusief ontkrachting) (alinea 4)
Conclusie (alinea 5)

Slide 8 - Tekstslide

Vul het schrijfplan
• Vul het schrijfplan volledig in (pak het overzicht met de signaalwoorden erbij om tekstverbanden aan te geven).
• Bedenk goed welke informatie je in de verschillende alinea’s met de lezer deelt.

Slide 9 - Tekstslide

Soorten argumenten (4)
  • Feitelijke argument: je maakt gebruik van een feit in je argumentatie. (Een feit kun je controleren-> )

  • Autoriteitsargument: je maakt gebruik van een autoriteit (iemand die er ‘verstand’ van heeft, zoals een professor of onderzoeker) in je argumentatie.



Slide 10 - Tekstslide

Soorten argumenten (4)
  • Persoonlijke argument: je maakt een persoonlijke overweging in je argumentatie.

  • Emotioneel argument: je speelt in op iemands emotie in je argumentatie. (Geef op giro 555. Want daarmee redt u de levens van kinderen in Afrika)

Slide 11 - Tekstslide

Ontkrachting argument
  • Het ontkrachten van een argument betekent dat je met een argument wilt aantonen dat het argument niet juist is.
Je weerlegt bijvoorbeeld met een bewering de overtuiging van de ander.

  • Voorbeeld: Het is fijn dat de aarde opwarmt, want dan kunnen we in ons eigen land lekker veel zonnen (argument voor). Maar de kans dat je huidkanker krijgt, wordt daardoor wel een stuk groter (argument tegen).


Slide 12 - Tekstslide

Overzicht signaalwoorden

Slide 13 - Tekstslide

Beoordelingswoorden

Slide 14 - Tekstslide

Schrijfplan (inhoud)
1. Titel
2. Inleiding
3 Kern (argumenten voor  (2x) en tegen (inclusief ontkrachting)
4. Slot (conclusie)

Je zet geen tussenkopjes bij een recensie!

Slide 15 - Tekstslide

Stap 4: Aan de slag 

 * Voorblad
* Zakelijke gegevens (titel, jouw/ jullie naam)

Inleiding:
* Aanleiding van de tekst /anekdote
* Hoofdgedachte (korte samenvatting van het boek/film/serie)

Slide 16 - Tekstslide

Stap 4: Aan de slag 
* Kern:
Na de zakelijke gegevens volgen er twee onderdelen: gegevens over de inhoud en het oordeel en de argumenten van de recensent. Hierbij bespreek je de volgende punten, maar wel in een goedlopend verhaal: 


 

Slide 17 - Tekstslide

Stap 4: Aan de slag
* Slot
• Samenvatten wat je goed en minder goed vond aan het boek.
• Afwegen tot een eindoordeel (sterren toekennen bijvoorbeeld).
• Aan wie raad je het boek aan?
• Opvallende slotzin/ uitsmijter.


• Pas op: zorg ervoor dat je tekst betogend en/of activerend is!

Slide 18 - Tekstslide

INLEVERDATUM
Vrijdag 1 oktober in Teams en uitgeprint!!

Slide 19 - Tekstslide