Grammatica 1.2B



Grammatica 1.2A


1 Planning en agenda
2 Naar de bieb!
3 Lezen
4 Duistere Dora en de zeven dwergen














m.marinus@singelland.nl


4 Nabespreken huiswerk (1.2A)
5 Quizje
6 1.2 B Grammatica
7 Afsluiten met Plenda!


Welkom!
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les



Grammatica 1.2A


1 Planning en agenda
2 Naar de bieb!
3 Lezen
4 Duistere Dora en de zeven dwergen














m.marinus@singelland.nl


4 Nabespreken huiswerk (1.2A)
5 Quizje
6 1.2 B Grammatica
7 Afsluiten met Plenda!


Welkom!

Slide 1 - Tekstslide

Naar de bieb!
Van tevoren:

  • Welke genres passen bij jou?

  • Bijvoorbeeld: Sport, spannende verhalen, humor etc.
Afspraken:

  • We lopen er rustig heen.
  • Tassen blijven in het lokaal.
  • Je gaat met respect om met de boeken en de bibliothecaresse.


Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Duistere Dora en de zeven dwergen

Toen Dora weer eens op puppyjacht ... gaan, ... ze al wat chagrijnig. Ze ... slecht geslapen, iets ... haar de hele nacht gekieteld. Lichte voetstapjes ... ze en wat kabouterachtig gegniffel. Ze ... de wezentjes natuurlijk wel te vangen, maar de hele nacht ... ze haar te snel af geweest.
En nu ... ze tot overmaat van ramp ook nog eens haar AK-47 kwijt. Plots ... ze gekraak, vanonder haar bed. Razendsnel ... Dora op haar buik liggen en ... ze met haar armen onder het matras. Wat ze ook te pakken ... krijgen, ... ze direct fijnknijpen, pletten, vermorzelen!
Ze ... het uit, in plaats van een fijngeknepen kaboutertje ... ze een ninja-ster gevangen. Haar hand ... als een rund. Als een dolle ... ze naar de badkamer naar de verbanddoos.
En daar ... Dora ze. De zeven dwergen ... in de wasbak met de AK op hun schouders. Klik-klik!

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Link

Wat is het werkwoordelijk gezegde?
A
het eerste werkwoord van een zin.
B
alle werkwoorden samen in een zin.
C
het laatste werkwoord van een zin.

Slide 6 - Quizvraag

Onderwerp? Hoe vind je het onderwerp in de zin?
A
door de zin vragend te maken?
B
Wie of wat + gezegde?’
C
Wie of wat + onderwerp + gezegde?’

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het werkwoordelijk gezegde in de zin:

'Ik kan natuurlijk prima het werkwoordelijk gezegde benoemen'.
A
kan natuurlijk benoemen
B
kan prima benoemen
C
kan natuurlijk prima benoemen
D
kan benoemen

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de persoonsvorm in deze zin:

Ik ga op zoek naar de persoonsvorm.


A
Ik
B
Persoonsvorm
C
Op zoek
D
Ga

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het onderwerp?
Als onderwerp kozen ze pooldieren.
A
Onderwerp
B
Pooldieren
C
Kozen
D
Ze

Slide 10 - Quizvraag

Wat is het onderwerp?

Ik kan nu het onderwerp uit een zin halen.
A
kan
B
halen
C
het onderwerp
D
ik

Slide 11 - Quizvraag

Aan de slag!

Grammatica 1.2 B
Vooruit werken?
1.2 C

Iets anders? Zoek een interessant nieuwsitem en zorg dat je er iets over kunt vertellen.


  • Overleggen mag (op fluistertoon).
  • Heb je een vraag, hand omhoog!
  • Ik maak rondjes door de klas en kijk ook via learnbeat/cloudwise met jullie mee.
timer
20:00

Slide 12 - Tekstslide

Agenda - Plenda
Huiswerk:
Grammatica 1.2 B



Slide 13 - Tekstslide