4.3 ongelijkheid binnen landen

4.3 Ongelijkheid binnen landen

1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

4.3 Ongelijkheid binnen landen

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Leerdoelen bespreken
Uitleg paragraaf 3
Quizvragen
Terugkomen op de leerdoelen
Opdrachten maken

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen 4.3
Als je klaar bent met deze paragraaf dan...

-ken je het verschil tussen ruimtelijke ongelijkheid en sociale ongelijkheid.

-kun je met behulp van het bnp gebieden indelen naar welvaart.

-begrijp je welke nadelen het heeft om alleen te kijken naar het bbp/inwoner

Slide 3 - Tekstslide

Van wereldwijd naar regionaal
We hebben de afgelopen lessen gekeken naar verschillen tussen landen
Deze paragraaf gaan we kijken naar de verschillen binnen landen zelf

Binnen landen is er namelijk veel ongelijkheid

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Formele en informele sector
  • De formele sector = Het officiële deel van de economie. 

  • De informele sector of scharreleconomie = Het niet-officiële deel van de economie, ook wel scharreleconomie genoemd. 

Slide 6 - Tekstslide

Kenmerken formele sector:
  • telt mee voor het BBP
  • belasting betalen
  • vast inkomen
  • wel uitkering bij ziekte

Kenmerken informele sector:
  • niets officieel genoteerd
  • geen belasting betalen
  • wisselende inkomsten
  • geen uitkering bij ziekte

Slide 7 - Tekstslide

De informele sector in beeld: Een messenslijper in Havana, de hoofdstad van Cuba
  • De rijkdom in de Verenigde Staten is oneerlijk verdeeld. 
  • Van iedere 100 dollar in de VS krijgt 90% van de bevolking 17 dollar.
  • De rest van het geld gaat naar de rijken en superrijken..
  • Deze grote verschillen noem je
    sociale ongelijkheid.

Slide 8 - Tekstslide


Vraag: Welke conclusie kun je hieruit trekken?

Slide 9 - Tekstslide

sociale ongelijkheid – Grote verschillen in inkomen tussen groepen mensen

Slide 10 - Tekstslide

Sociale ongelijkheid
  • Verschillen in inkomen tussen groepen mensen

Van iedere 100 dollar in de VS krijgt 90% van de bevolking 17 dollar.
De rest van het geld gaat naar de rijken en superrijken.

  • Alleen kijken naar het BBP/hoofd heeft dus nadelen, want het zegt niets over de verschillen binnen in een land!

Slide 11 - Tekstslide

Ruimtelijke ongelijkheid
Verschillen tussen gebieden
  1. Centrum (meest ontwikkeld, koplopers)
  2. Semi-periferie (redelijk ver ontwikkeld, volgers)
  3. Periferie (ontwikkelingslanden, achterblijvers)

Slide 12 - Tekstslide

Ruimtelijke ongelijkheid 

Slide 13 - Tekstslide

Bruto Regionaal Product/hoofd (brp)



Gemiddeld inkomen van een inwoner van een regio

Slide 14 - Tekstslide

Ruimtelijke ongelijkheid in Mexico
Waar staan de letters A, B en C voor?
  • A = Centrum
  • B = Semi-periferie
  • C = Periferie
Wat is het gevolg?
Mensen trekken in arme landen van arme gebieden naar de rijkere gebieden in het land. Dus van C naar A of B en van B naar A.

Slide 15 - Tekstslide

Ruimtelijke of sociale ongelijkheid? 

Slide 16 - Tekstslide

Ruimtelijke of sociale ongelijkheid? 

Slide 17 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen de formele en de informele sector?

Slide 18 - Open vraag

Wat is het verschil tussen sociale ongelijkheid en regionale ongelijkheid?

Slide 19 - Open vraag

Vraag: 
Wat is dan nu het verschil tussen regionale ongelijkheid en sociale ongelijkheid? 
  • Antwoord: Regionale ongelijkheid is het verschil in  welvaart tussen verschillende gebieden. Sociale ongelijkheid is het verschil in welvaart tussen verschillende groepen mensen in een gebied.

Slide 20 - Tekstslide

Hoe kunnen we een land indelen op basis van welvaart?

Slide 21 - Open vraag

Welke sector zie je hiernaast?
A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector
D
Informele sector

Slide 22 - Quizvraag

Sloppenwijk
Een sloppenwijk of krottenwijk is een wijk waar mensen wonen die door geldgebrek of woningnood geen betere woning kunnen krijgen. 

  • Niet door de gemeente aangelegd
  • Materialen van plastic, karton en golfplaten

Slide 23 - Tekstslide

Sloppenwijk
Welzijn

Levensverwachting?

Alfabetiseringsgraad?

Koopkracht?





Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Slide 26 - Video

Leerdoelen 4.3
Als je klaar bent met deze paragraaf dan...

-ken je het verschil tussen ruimtelijke ongelijkheid en sociale ongelijkheid.

-kun je met behulp van het bnp gebieden indelen naar welvaart.

-begrijp je welke nadelen het heeft om alleen te kijken naar het bbp/inwoner

Slide 27 - Tekstslide

Verschillen tussen groepen mensen heten:
A
de human development index
B
sociale verschillen
C
het BRP/hoofd
D
ruimtelijke verschillen

Slide 28 - Quizvraag

Wat is regionale ongelijkheid? Kies het beste antwoord.
A
Regionale ongelijkheid zijn verschillen in ontwikkeling tussen gebieden / een land.
B
Ongelijkheid tussen culturen
C
Ongelijkheid binnen werelddelen
D
Ongelijkheid over de hele wereld gezien

Slide 29 - Quizvraag

2 beweringen:
1. Wanneer je in een land de regionale ongelijkheid zichtbaar wil maken op een kaart, dan moet je gebruik maken van het BRP/hoofd
2. Wanneer je de regionale ongelijkheid binnen Zuid-Amerika zichtbaar wil maken, dan gebruik je het BBP/hoofd

A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist, 2 juist

Slide 30 - Quizvraag

Waarom moet je uitkijken met het meten van welvaart aan de hand van het BBP/hoofd?

Slide 31 - Open vraag

zijn er in sloppenwijken veel basisbehoeften?
A
ja
B
nee

Slide 32 - Quizvraag

Waarom ligt de armoedegrens in Nederland hoger dan in Mexico?
A
In Mexico verdienen mensen gemiddeld minder dan in Nederland waardoor producten in Mexico duurder zijn.
B
In Mexico zijn producten duurder en kun je minder kopen van bijv. 2 dollar dan in Nederland.
C
In Mexico verdienen mensen gemiddeld meer dan in Nederland waardoor producten goedkoper zijn.
D
In Nederland zijn producten duurder en kun je minder kopen van bijv. 2 dollar dan in Mexico.

Slide 33 - Quizvraag

Waar vind je sloppenwijken?
A
Bij Arabische steden
B
Bij elke grote stad
C
In arme landen
D
In rijke landen

Slide 34 - Quizvraag

Wat is een sloppenwijk?
A
Een wijk waar veel armoede heerst.
B
Wijk met huizen van slechte bouwmaterialen, zonder waterleiding, riolering of elektriciteit.
C
Een rijk gebied aan de rand van een stad.
D
Een klein dorpje buiten een stad, met minder dan 500 inwoners.

Slide 35 - Quizvraag

Welke wordt niet naar gekeken bij de HDI?
A
Alfabetiseringsgraad
B
Koopkracht
C
Periferie
D
Levensverwachting

Slide 36 - Quizvraag

Wat wordt er uitgedrukt met regionale ongelijkheid?
A
Verschil in inkomen tussen arm en rijk.
B
Verschil in basisvoorzieningen.

Slide 37 - Quizvraag

Maken paragraaf 4.3
Opdracht 1,2,4,5 en 6

Klaar?
Werkblad 
timer
10:00

Slide 38 - Tekstslide