6. Weerstanden serie en parallel deel 1

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Wat gaan we vandaag doen?

Paragraaf 1.4 huiswerk controlen 

Serie en parallel schakelingen (stroomsterkte / weerstand)

Experiment 19 +20 (inleveren)

Lessonup Quiz vragen

Spiekbrief maken.

Serieschakeling

Filmpje vervangingsweerstand Serie 

Vervangingsweerstand

Serieschakeling

De begrippen totale weerstand en vervangingsweerstand worden door elkaar heen gebruikt, maar betekenen hetzelfde.

Totale weerstand serieschakeling

Opdracht 1

Uitwerking opdracht 1

Opdracht 2

Uitwerking opdracht 2

Parallelschakeling

Experiment 19 en 20

Einde van de les inleveren.

Stroomsterkte en weerstand meten in een

serie en parallel schakeling

Filmpje vervangingsweerstand Parallel 

Vervangingsweerstand

Parallelschakeling

De begrippen totale weerstand en vervangingsweerstand worden door elkaar heen gebruikt, maar betekenen hetzelfde.

Vervangingsweerstand parallelschakeling

Opdracht 3

Uitwerking opdracht 3

Opdracht 4

Uitwerking opdracht 4

De weerstanden in het schema hiernaast staan in:

1. Serieschakeling
2. Parallelschakeling

De weerstanden in het schema hiernaast staan in:

1. Serieschakeling
2. Parallelschakeling

De formule om de totale weerstand in het schema hiernaast te berekenen is:

1. Rt = R1 + R2 + R3
2. 1/Rt = 1/R1 + 1/R2 + 1/R3
3. Rt = U 1 / I1
4. Rt = Ut x It

Symbool voor de eenheid van spanning

1. I
2. U
3. A
4. V

De formule om de totale weerstand in het schema hiernaast te berekenen is:

1. Rt = R1 + R2 + R3
2. 1/Rt = 1/R1 + 1/R2 + 1/R3
3. Rt = U 1 / I1
4. Rt = Ut x It

Bereken de totale weerstand in het schema hiernaast.

1. Rt = 30 Ω
2. Rt = 0,07 Ω
3. Rt = 14,3 Ω
4. Rt = 70 Ω

Hoe groter de weerstand,

1. Hoe groter de stroomsterkte
2. Hoe kleiner de spanning
3. Hoe kleiner de stroomsterkte

Bereken de totale weerstand in het schema hiernaast.

1. Rt = 50 Ω
2. Rt = 150 Ω
3. Rt = 0,03 Ω
4. Rt = 33,3 Ω

Bereken de totale weerstand in het schema hiernaast.

1. Rt = 33 Ω
2. Rt = 30 Ω
3. Rt = 0,3 Ω
4. Rt = 3,3 Ω

Wat meet je met een voltmeter?

1. Spanning
2. Stroomsterkte
3. Weerstand
4. Lading

Bereken de totale weerstand in het schema hiernaast.

1. Rt = 33 Ω
2. Rt = 30 Ω
3. Rt = 0,3 Ω
4. Rt = 3,3 Ω

Bereken de totale stroomsterkte in het schema hiernaast.

1. It = 0,02 A
2. It = 50 A
3. It = 0,09 A
4. It = 11,1 A

Inleveren van exp. 19 en 20

Maak nu een spiekbrief voor de toets volgende week.

Afmeting spiekbrief maximaal 10 x 10 cm.

Handgeschreven 

Formules, letters, grootheden en eenheden toegestaan.

NIET toegestaan uitwerkingen van opgaven.

(tip bekijk de gele vlakken in je boek + aantekeningen)

VRAGEN OVER OPGAVEN PARAGRAAF 1.4 (OF MAKEN!)

Bereken de totale stroomsterkte in het schema hiernaast.

1. It = 0,18 A
2. It = 50 A
3. It = 0,09 A
4. It = 11,1 A

a. Heb je alles van deze les begrepen?
b. Zijn er onderdelen van deze les die je nog niet zo
goed begrijpt of waar je meer uitleg voor nodig hebt?
c. Heb je nog tips of suggesties voor deze les?

Opdrachtenboek

VWO

Opdrachtenboek H3 maken + nakijken:

opdracht 33 t/m 37 (blz 60)

HAVO

Opdrachtenboek H3 maken + nakijken: 

opdracht 29 t/m 32 (blz 56)