MAF 2.1 21-22 week 1

MAF 2.1 
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

MAF 2.1 

Slide 1 - Tekstslide

MAF 2.1 
Onderwerpen deze periode: 

• Nederlanders en vreemdelingen
• Asielzoekers

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

MAF 2.1 
We gaan ons verdiepen in: 

  • de juridische aspecten van het Nederlanderschap
  • het verblijf in Nederland voor niet-Nederlanders en 
  • het verschil tussen migranten en vluchtelingen 
  • de asielprocedure
  • inburgering


Slide 4 - Tekstslide

MAF 2.1 
Wat zijn grenzen? 

Bekijk het volgende filmpje en schrijf op: 

In welk jaar ontstaat volgens jou 
het huidige Nederland? 



Slide 5 - Tekstslide

5

Slide 6 - Video

Wat hebben grenzen te maken met het thema van deze periode?

Slide 7 - Open vraag

03:10
We starten op het hoogtepunt van het Romeinse Rijk. 
Wat waren de grenzen van Nederland op dat moment? 

Slide 8 - Tekstslide

07:01
Het jaar 1000
Wat valt je op? 

Slide 9 - Tekstslide

08:41
Nederland? 
Schrijf vanaf hier op vanaf welk jaar jij vindt dat Nederland zijn huidige grondgebied heeft. 


Slide 10 - Tekstslide

11:05
Wat valt je hier op? 

Slide 11 - Tekstslide

11:08
Is minder dan 100 jaar geleden. 
Verandert er nu nog veel denk je? 

Slide 12 - Tekstslide

Even kijken wat we al weten....

Slide 13 - Tekstslide

Hoeveel landen heeft de Europese Unie?

Slide 14 - Open vraag

Welk land is géén lid van de EU?
A
Turkije
B
Malta
C
Slovenië
D
Bulgarije

Slide 15 - Quizvraag

Wat heb je vaak nodig als je buiten Europa wil reizen?

Slide 16 - Open vraag

Mag je in Nederland een dubbele nationaliteit hebben? (2 paspoorten)
A
ja
B
nee

Slide 17 - Quizvraag

Als je daar zin in hebt mag je in het buitenland gaan wonen
A
ja
B
nee

Slide 18 - Quizvraag

Iedereen die in Nederland woont heeft een Nederlands paspoort
A
ja
B
nee

Slide 19 - Quizvraag

Wanneer ben je voor de wet een Nederlander?

Slide 20 - Woordweb

Verschil tussen Nederlander en ingezetene
  • Nederlander: heeft de Nederlandse nationaliteit
  • Legale vreemdeling / Ingezetene: verblijft legaal. Dus met geldige verblijfspapieren binnen Nederlandse grenzen maar heeft een andere nationaliteit. 
  • Illegale vreemdeling: verblijft zonder geldige verblijfspapieren binnen Nederlandse  grenzen en heeft een andere (of geen!) nationaliteit. 


 

Slide 21 - Tekstslide

Hoe kom je aan de Nederlandse nationaliteit? 
Drie manieren: 

1. Geboorte
2. Derde generatie
3. Optie of naturalisatieprocedure

 

Slide 22 - Tekstslide

1. Geboorte
  • Moeder met de Nederlandse nationaliteit (ook als je in het buitenland wordt geboren) 
  • Vader met Nederlandse nationaliteit, binnen huwelijk of erkenning. 
  • Adoptie door Vader of moeder met de Nederlandse nationaliteit

Slide 23 - Tekstslide

2. derde generatie
Twee ouders zonder de Nederlandse nationaliteit, maar wel beide hier geboren? 

Dan worden de kinderen automatisch bij hun geboorte Nederlander. 

Slide 24 - Tekstslide

opdracht 
Lezen 4.1 en 4.2
Maak een samenvatting van deze paragraven waarbij je de belangrijkste begrippen verwerkt.
Doe dat ook alvast van het onderdeel dat nog niet besproken is. 
Is iets niet duidelijk? Neem je vraag mee naar de volgende les. 

Maken vraag 1 en 2 bladzijde 51

Slide 25 - Tekstslide

Evaluatie
Hoe vond je deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll