4 Ik zeg: ‘Heeft u een momentje? Ik moet het even opzoeken.’
5 B
6 ‘De manager is helaas niet aanwezig. Zou u mij kunnen vertellen waar het om gaat?
Als de klant dat niet wil, vraag ik of hij morgen terug wil bellen.’
7 ‘Goedemiddag, mijn naam is [naam] en ik bel namens [naam stagebedrijf]. Mevrouw Faroek kan morgen helaas niet bij het geplande overleg aanwezig zijn. Zou u het aan de betrokkene willen doorgeven? Alvast bedankt. Fijne dag nog.’