Assisteren in de gezondheidszorg hoofdstuk 1 en 2

Assisteren in de gezondheidszorg 




Hoofdstuk 1 en 2 
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Assisteren in de gezondheidszorg 




Hoofdstuk 1 en 2 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Wat zijn de taken van een doktersassistent?
timer
1:00

Slide 3 - Open vraag

doktersassistent
WEL
NIET
telefoon opnemen
bloeddruk meten
op huisbezoek gaan

uitstrijkje maken
vaststellen behandelplan
doorverwijzen naar specialist in het ziekenhuis
voorschrijven medicijnen

Slide 4 - Sleepvraag

Als doktersassistente moet je bekwaam zijn. Wat is dat?
A
Je bent bekwaam als je voldoende ervaring hebt om de handeling zelfstandig uit te kunnen voeren.
B
Je bent bekwaam als je voldoende scholing hebt gevolgd.
C
Je bent bekwaam als je een MBO 4 opleiding hebt gedaan.
D
Je bent bekwaam als de arts dat zegt.

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het medisch beroepsgeheim?
A
Een arts mag medische gegeven geven aan anderen.
B
Een arts mag geen advies geven
C
Een arts mag geen toestemming geven om dingen uit te voeren alleen bij noodsituaties
D
Een arts mag geen medische gegevens geven aan anderen. Dit mag alleen met de toestemming van de cliënt of in noodsituaties.

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Video

Welke behandeling mag je als tandartsassistent zelfstandig uitvoeren?

Slide 8 - Open vraag

Nakijken 1.06. blz. 128
• Voorlichting geven aan cliënten over mondhygiëne
• Klaar maken van materialen voor vullingen en gezichtsafdrukken
• Afhandelen binnenkomende telefoongesprekken
• Inplannen van alle afspraken
• Bijhouden in de computer bij welke behandeling door de tandarts uitgevoerd is

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Welke skills passen bij het beroep apothekersassistent?
wel
niet
goed kunnen uitleggen
interesse hebben in mensen
goed kunnen luisteren
je goed kunnen concentreren
nauwkeurig zijn

Slide 11 - Sleepvraag

 Welke taken horen bij een apothekersassistent?
wel
niet
diagnose stellen
uitleg geven over geneesmiddelen
bereiden van recepten
injecties geven
voorraad medicijnen beheren

Slide 12 - Sleepvraag

Als apothekersassistent bereidt je medicijnen zoals capsules, zetpillen enz.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Wat wordt er bedoeld met een controlevraag?

Slide 14 - Open vraag

Wat is een open vraag?
A
Een vraag waar je alleen ja of nee op kunt antwoorden.
B
Vraag begint met wie, wat, waar, wanneer, waarom of hoe en kan je niet met ja of nee beantwoorden.

Slide 15 - Quizvraag

Wat is een gesloten vraag?
A
Ben jij morgen jarig?
B
Vier je morgen je verjaardag?
C
Waarom vier je morgen je verjaardag niet?
D
Hoe vind je het nu je je verjaardag niet kan vieren door corona?

Slide 16 - Quizvraag

Nakijken 2.01. blz. 139

Slide 17 - Tekstslide

Nakijken 2.02. blz. 140
Open vragen: 5
Gesloten vragen: 8
Controle vragen: 4

Slide 18 - Tekstslide

Einde nakijken 

Slide 19 - Tekstslide