maandag 18 september

  • Ga zitten op je plaats
  • Leg je spullen op tafel
  • Zet je tas op de grond
  • Telefoon in de telefoontas
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

  • Ga zitten op je plaats
  • Leg je spullen op tafel
  • Zet je tas op de grond
  • Telefoon in de telefoontas

Slide 1 - Tekstslide

timer
10:00
Leg je schrift met het gemaakte huiswerk open op je tafel
Lezen

Slide 2 - Tekstslide

Lesplanning

  • 10 minuten lezen
  • quiz samengestelde zinnen
  • nakijken huiswerk
  • maken opdracht 4 blz 31
  • samen nakijken
  • Tijd over?  Emoji quiz

Slide 3 - Tekstslide

Herhaling Samengestelde zin
Een samengestelde zin heeft twee persoonsvormen. Het zijn twee enkelvoudige zinnen aan elkaar geplakt. Dit gebeurt met een voegwoord.

Bijvoorbeeld: 
1. Marloes is spits. Omar staat in het doel.
2. Marloes is spits en Omar staat in het doel.

Slide 4 - Tekstslide

Voegwoorden
Een voegwoord zorgt ervoor dat je een samengestelde zin aan elkaar kan verbinden.

Voorbeelden van voegwoorden zijn: en, maar, of, want, dus, omdat, terwijl, zodat, nadat, als, toen.

Een voegwoord kan ook aan het begin van een zin staan

Slide 5 - Tekstslide

EVEN OEFENEN!

Slide 6 - Tekstslide

Wat is het voegwoord?
Voordat ik daarheen ga, pak ik eerst mijn spullen
A
Voordat
B
ga
C
pak
D
spullen

Slide 7 - Quizvraag

Wat zijn de persoonsvormen in de zin?
Gisteren sliep ik pas laat, want ik was nog druk bezig met mijn huiswerk
A
sliep, was
B
sliep, want
C
want, was
D
was, bezig

Slide 8 - Quizvraag

Welk voegwoord hoort ertussen?
Ik ga een feestje geven ... mijn ouders op vakantie zijn
A
zodat
B
als
C
want
D
en

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het voegwoord?
Zodra ik het huis binnen stap, moeten mijn schoenen uit
A
moeten
B
stap
C
binnen
D
zodra

Slide 10 - Quizvraag

Wat zijn de twee persoonsvormen?
Als mijn waterfles leeg is, ga ik deze bijvullen.
A
als, is
B
is, ga
C
ga bijvullen
D
als, ga

Slide 11 - Quizvraag

Nakijken huiswerk 
Opdracht 1 + 2 + 3 op bladzijde 30
Maken opdracht 4 op bladzijde 31
  • Schrijf op in je schrift bij elke zin :
a. pv=      ow=    

  • Welke zinnen zijn samengesteld?
  • Noteer alle voegwoorden die in de tekst staan

Slide 12 - Tekstslide

H1 Taalverzorging - samengestelde zinnen

Slide 13 - Tekstslide