Week 51 (2021) les 2

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Week 51 - les 2

Herhaling

Verschil formeel en informeel taalgebruik

Precies luisteren

1. Je luistert heel goed naar specifieke informatie.
2. Je luister heel goed naar zo veel mogelijk informatie.

Globaal luisteren

1. Luisteren naar de belangrijkste informatie.
2. Luisteren naar alleen dat wat voor jou interessant is.

Leg uit wat het verschil is tussen precies en selectief luisteren.

Aan het einde van deze les:

Weet jij wat formeel en informeel taalgebruik is. 

Informeel en
formeel taalgebruik?

Yo, geef me snoep.

1. Formeel
2. Informeel

Goedendag, zou u mij alstublieft het snoepgoed willen overhandigen?

1. Formeel
2. Informeel

Informeel

- Onderling met familie en vrienden.

- Vertrouwelijke sfeer.

- Jij (i.p.v. u)

Formeel

- Zakelijk

- Beleefd

- U (i.p.v. jij)

Wat betekent ''ergens faliekant fiducie in hebben''?

Wat betekent ''stante pede verwittigen''?

''In mijn nopjes''

1. Erg tevreden / vrolijk
2. Erg verrast

''Wassende'' betekent in deze zin:

1. Veel
2. Groeiend

Wat betekent ''schare'' in deze zin?

1. Groep
2. Mensen
3. Menigte

Kornuiten =

1. Makker / kameraad
2. klasgenoten
3. buren
4. online vrienden

Huiswerk

Havo: opdracht 56 en 61 vanaf p. 90

Vwo: opdrachten 2 en 7 vanaf p. 108.

Hele fijne feestagen!