H10 - §10.1 Krachten

Welkom in de les
Vandaag:
  • lesdoelen §10.1
  • instructie §10.1
  • Maken opgave uit het boek 
  • Afsluiting les

 


§10.1 Krachten
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom in de les
Vandaag:
  • lesdoelen §10.1
  • instructie §10.1
  • Maken opgave uit het boek 
  • Afsluiting les

 


§10.1 Krachten

Slide 1 - Tekstslide

§10.1 - Je leert ...
  • verschillende krachten noemen;
  • drie gevolgen van de werking van krachten noemen en herkennen;
  • een kracht tekenen als een pijl met een grootte, richting en aangrijpingspunt;
  • newton (N) gebruiken als eenheid van kracht;
  • een krachtenschaal toepassen.

Slide 2 - Tekstslide

Noteer 3 woorden waar je aan denkt bij het horen van het woord kracht.

Slide 3 - Woordweb

Krachten
Waaraan kun je zien
dat er een grote
kracht werkt?

Slide 4 - Tekstslide

Effecten van krachten
  • De vorm van een voorwerp kan veranderen (plastisch of elastisch)
  • De richting van een voorwerp kan veranderen.
  • De snelheid van een voorwerp kan veranderen.

Slide 5 - Tekstslide

Noteer de verschillende soorten krachten die je kent.

Slide 6 - Open vraag

Soorten krachten
  • Spierkracht (Fs)
  • Spankracht (Fspan)
  • Wrijvingskracht (Fw)
  • Veerkracht (Fv)
  • Magnetische kracht (Fm
  • Elektrische kracht (Fel)

Slide 7 - Tekstslide

Zwaartekracht en gewicht
Het gewicht is de kracht van een voorwerp op zijn ondersteuning en wordt uitgedrukt in Newton.

Als het voorwerp ondersteund wordt geldt:
Fz = G
Let op: massa is in kg
Gewicht en zwaartekracht in N

Slide 8 - Tekstslide

Dit moet je uit je hoofd weten




is de moeder der formules en komt telkens terug.

Fz =m  g

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeeld
De cementbak heeft een massa
van 500 kg. Bereken het gewicht dat aan de kabel trekt.

Slide 10 - Tekstslide

Antwoord
Gegeven:  m = 500 kg,  g = 10 N/kg
Gevraagd:   G
Formule: G = m . g
Berekening: G = 500 . 10 = 5000 N

Antwoord: Het gewicht dat aan de kabel trekt is 5000 N

Slide 11 - Tekstslide

kracht meten
  • Krachtmeter (veerunster)
  • Eenheid van kracht = Newton (N)
  • Elke krachtmeter ander meetbereik
  • Hoe groter de kracht hoe meer de veer uitrekt

Slide 12 - Tekstslide

Krachten tekenen
Teken een kracht als een vector (pijl) met een:
  • A: aangrijpingspunt
  • B: richting
  • C: grootte

A
B
C

Slide 13 - Tekstslide

Aangrijpingspunt van een kracht!
Belangrijk!
Contactpunt tussen twee voorwerpen - aangrijpingspunt waar de voorwerpen elkaar raken.

Geen contactpunt tussen twee voorwerpen - aangrijpingspunt is het zwaartepunt (midden van het voorwerp) (ook bij de zwaartekracht!)

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Opdracht: Krachten tekenen

Slide 16 - Tekstslide

Krachtenschaal
Komt overeen met

Slide 17 - Tekstslide

Motorkracht
Wrijvingskracht
Zwaartekracht

Slide 18 - Sleepvraag

Nettokracht
- krachten die in dezelfde richting wijzen, tel je bij elkaar op.
- krachten die in tegengestelde richting wijzen, haal je van elkaar af.

Slide 19 - Tekstslide

Nettokracht






krachten die in dezelfde richting wijzen, tel je bij elkaar op

Slide 20 - Tekstslide

Nettokracht






krachten die in tegengestelde richting wijzen, haal je van elkaar af.

Slide 21 - Tekstslide

Nettokracht 







krachten die in tegengestelde richting wijzen, haal je van elkaar af.

Slide 22 - Tekstslide


Slide 23 - Open vraag

Nettokracht

Slide 24 - Tekstslide

Pak je agenda!
Noteer in het blauwe gedeelte voor de volgende les

  • Lezen §10.1 uit je boek
Maak alle opgaven behalve route ✱



Slide 25 - Tekstslide

Aan de slag!

  • Lezen §10.1 uit je boek

  • Maak alle opgaven behalve route ✱



Zf

Slide 26 - Tekstslide

Wat weet je al???

Slide 27 - Tekstslide

Welke krachten werken er?

Slide 28 - Open vraag

Noem de 3 effecten van een kracht.

Slide 29 - Woordweb

bij een tekening in een natuurkundeboek staat: "De gebruikte krachtenschaal is 1 cm ≙ 5 N."
Wat wordt daarmee bedoeld?

Slide 30 - Open vraag

Welke waarde heeft g op (of dicht daarbij) het aardoppervlak?

Slide 31 - Open vraag

Welk onderdeel hoort niet bij het tekenen van een kracht?
A
Aangrijpingspunt
B
Lengte van pijl
C
Richting van pijl
D
Dikte van pijl

Slide 32 - Quizvraag

Geef bij het TEKENEN van krachten de volgorde van belangrijkheid aan?
A
Grootte
B
Richting
C
Aangrijpingspunt
D
Allemaal even belangrijk.

Slide 33 - Quizvraag


Hoe groot is de kracht die op de bal wordt uitgeoefend.
A
50N
B
2,6 cm
C
19,2N
D
130N

Slide 34 - Quizvraag

De schaal van een getekende pijl is 1 cm ≙ 3,5N. De getekende pijl is 7 cm lang. Hoe groot is de kracht?
A
24,5N
B
2N
C
0,5N
D
30,5N

Slide 35 - Quizvraag

Een krachtenpijl Fz is 10 cm lang.
Bij het plaatje staat 1cm ≙ 5 Newton.
Hoe groot is de kracht?
A
5N
B
1N
C
10N
D
50N

Slide 36 - Quizvraag

De rode pijl geeft de zwaartekracht van van het bankje aan. Het bankje heeft een massa van 35 kg.
De krachtenschaal is 1cm ≙ 50N
Hoe lang moet de pijl zijn.

A
0,7cm
B
3,5 cm
C
7 cm
D
70 cm

Slide 37 - Quizvraag

Je kunt ...
  • verschillende krachten noemen;
  • drie gevolgen van de werking van krachten noemen en herkennen;
  • een kracht tekenen als een pijl met een grootte, richting en aangrijpingspunt;
  • newton (N) gebruiken als eenheid van kracht;
  • een krachtenschaal toepassen.

Slide 38 - Tekstslide

Ja, dat kan ik!
😒🙁😐🙂😃

Slide 39 - Poll