4.5 geleedpotigen en gewervelden

4.4 geleedpotigen en gewervelden
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

4.4 geleedpotigen en gewervelden

Slide 1 - Tekstslide

Even herhalen

Slide 2 - Tekstslide

Een schimmel heeft geen celkern
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quizvraag

Bacteriën planten zich voort door sporen
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Schimmels planten zich voort door deling
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Antibioticum is een middel dat bacteriën dood.
A
Juist
B
niet juist

Slide 6 - Quizvraag

In welke groepen kunnen planten worden verdeeld?

Slide 7 - Open vraag

leerdoelen
4.4.1 Je kunt geleedpotigen indelen door te kijken naar het aantal segmenten en het aantal poten.
4.4.2 Je kunt gewervelden indelen door te kijken naar de bouw en de manier van voortplanten.

Slide 8 - Tekstslide

Geleedpotigen
- uitwendig skelet (groeit niet mee)
- Vervellen tijdens de groei een paar keer.
- Lichaam bestaat uit stukjes (segmenten)
- Poten bestaat uit stukjes (leden)
- Bij het indelen van geleedpotigen kijk je naar het aantal segmenten en poten. 

Slide 9 - Tekstslide

Vier groepen geleedpotigen
• veelpotigen
• kreeftachtigen
• spinachtigen (gifkakigen)
• insecten (zespotigen)

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Gewervelden 
- inwendig skelet met een wervelkolom. 
- wervelkolom bestaat uit wervels. 
- wervelkolom wordt bij de mens ook wel ruggengraat genoemd. 

Slide 12 - Tekstslide

Indeling van de gewervelden
- vijf groepen gewervelden; vissen, amfibieën, reptielen, vogels en zoogdieren.

- Bij de ordening kijk je naar de volgende vier kenmerken:
1. Huid
2. Lichaamstemperatuur
3. Ademhalingsorganen 
4. Manier van voortplanten

Slide 13 - Tekstslide

Voortplanting door middel van eieren.
Levendbarend: het jong komt uit het moederlichaam.

Slide 14 - Tekstslide

Lichaamstemperatuur 
- Constante lichaamstemperatuur (warmbloedig). 
- Lichaamstemperatuur aanpassen aan omgeving (koudbloedig). 

Vogels en zoogdieren zijn warmbloedig. De andere gewervelden zijn meestal koudbloedig.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

De leefomgeving 
- Gewervelde dieren komen voor in het water, op het land en in de lucht.
- Zoogdieren leven meestal op het land.
- Sommige zoogdieren, zoals walvissen, leven in de zee.
- Vogels leven meestal in de lucht, maar er zijn ook vogels die niet kunnen vliegen en op het land leven. 
- Reptielen zijn meestal landdieren.
- De zeeschildpad, een reptiel, leeft in zee en komt alleen aan land om eieren te leggen.

Slide 19 - Tekstslide

Maken
blz. 278
opdr. 1 t/m 7

Slide 20 - Tekstslide