8.4 De emancipatiebewegingen

8.4 
De emancipatiebewegingen

1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

8.4 
De emancipatiebewegingen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Kenmerkend aspect par. 8.4
De opkomst van emancipatiebewegingen: Feminisme en confessionalisme

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen wat emancipatiebewegingen zijn en kun je herkennen en uitleggen wat feminisme en confessionalisme is.

Slide 4 - Tekstslide

Emancipatiebewegingen:
zijn groepen in de samenleving die streven naar:
gelijkberechtiging (= dezelfde rechten en kansen hebben als andere mensen)  en 
- gelijkwaardigheid (evenveel waard en beloond worden als andere mensen)


Slide 5 - Tekstslide

Paragraaf 8.5 De Sociale Kwestie

Slide 6 - Tekstslide

Feminisme
Vrouwen die opkomen voor gelijke rechten van de vrouw , met name kiesrecht

Slide 7 - Tekstslide

0

Slide 8 - Video

Gaston


It's not right for women to read.
Soon she starts getting ideas and thinking....

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Belangrijke feministes:

Wilhelmina Drucker en Aletta Jacobs

  • Aletta Jacobs wilde studeren: schrijft in 1871 brief aan Minister Thorbecke voor toestemming en wordt arts. 
  • Wilhelmina Drucker groeit op met ongehuwde moeder (grote schande!). Richt in 1889 Vrije Vrouwenvereniging op en 1894 Vereniging voor Vrouwenkiesrecht

Slide 11 - Tekstslide

2.3: Het eerste feminisme

Slide 12 - Tekstslide

Tegenstanders
  • 'Onfatsoenlijk'

  • 'De rol van de vrouw is binnenshuis'

  • 'De vrouw is een moeder'

  • 'Politiek is geen plek voor vrouwen'

Slide 13 - Tekstslide

Waar was Hahn bang voor?

De arbeider: 'Alleen als zij er ook van zal profiteren, zijn wij bereid, u te helpen het vrouwenkiesrecht te veroveren.'

Slide 14 - Tekstslide

Confessionalisme
  • Politiek die uitgaat van het geloof
  • protestant en katholiek
  • Industriële samenleving  / liberalisme had tot gevolg dat geloof steeds minder belangrijk werd
  • Strijd om 'bijzonder' onderwijs ==> schoolstrijd
  • Verenigen zich in politieke partijen tegen de liberalen

Slide 15 - Tekstslide

Herman Schaepman (Algemeene Bond van RK-kiesverenigingen) ==>leider katholieken
Abraham Kuyper (Anti-Revolutionaire Partij ARP) ==> leider protestanten

Slide 16 - Tekstslide

 Protestanten
  • Eerste politieke partij van Nederland: ARP (1879).
  • Abraham Kuyper, 
  • Stemmers: "Kleine Luyden": arbeiders die hard werkten: winkeliers, schoolmeesters, boeren.
  • Kuyper wil dat zijn achterban mag stemmen.  

Slide 17 - Tekstslide

Katholieken
  • RKSP & KVP
  • Herman Schaepman
  • Achtergestelde groep (veel katholieken in het Zuiden). Willen zelfde rechten als protestanten.
  • Vanaf 1848 groeien zij in aantal: door de nieuwe grondwet was er vrijheid van geloof en vrijheid van onderwijs. 

Slide 18 - Tekstslide

 1917
grondwetswijziging 
(Pacificatie 1917)
  • Er komt een einde aan de Schoolstrijd: zowel Openbaar- als Bijzonder onderwijs krijgen nu geld van de overheid

  • Er komt  Algemeen Kiesrecht voor mannen vanaf 23 jaar 

  • Er komt kiesrecht voor vrouwen (1917: passief kiesrecht, 1919: actief kiesrecht)

Slide 19 - Tekstslide

Belangrijke begripen, personen en jaartallen
  • feminisme
  • Alletta Jacobs en Wilhelmina Drucker
  • confessionelen
  • Kuyper - protestanten
  • Schaepman - katholieken
  • schoolstrijd Pacificatie van 1917
  • algemeen kiesrecht

Slide 20 - Tekstslide

Oefenen met bronnen

Slide 21 - Tekstslide

1. De man op de tekening probeert te verhinderen dat vrouwen het kiesrecht zullen krijgen. Is de tekenaar het met de man eens? Gebruik elementen uit de prent in je antwoord. (2p)
2. Zal de man, volgens de tekenaar, succesvol zijn in zijn streven? Licht je antwoord toe. (1p)

Slide 22 - Open vraag


Is deze tekenaar voor of tegen het vrouwenkiesrecht? Welk argument gebruikt de tekenaar? (1)

Slide 23 - Open vraag


Is deze tekenaar voor of tegen het vrouwenkiesrecht? Licht je antwoord toe. (1).

Slide 24 - Open vraag

Wanneer werd de Schoolstrijd opgelost?
A
1917
B
1925
C
1914
D
1919

Slide 25 - Quizvraag

Deze vraag gaat over de schoolstrijd in Nederland.

Over de betaling van de overheid van welke type onderwijs ging de schoolstrijd?
A
het speciaal onderwijs
B
het liberaal onderwijs
C
het bijzonder onderwijs
D
het openbaar onderwijs

Slide 26 - Quizvraag

Drie grote veranderingen door de Pacificatie van 1917:
A
1. kiesrecht mannen en vrouwen, 2. einde schoolstrijd, en 3. nieuw kiesstelsel
B
1. kiesrecht mannen, 2. nieuwe koning, en 3. nieuw kiesstelsel
C
1. kiesrecht mannen, 2. einde schoolstrijd, en 3. nieuw kiesstelsel
D
1. kiesrecht mannen en vrouwen, 2. einde schoolstrijd, en 3. nieuw parlement

Slide 27 - Quizvraag

Welke combinatie is onjuist?
A
Schaepman - confessionalisme
B
Thorbecke - liberalisme
C
Drucker - feminisme
D
Kuyper - Socialisme

Slide 28 - Quizvraag

Hieronder zie je 3 opmerkingen.

1. streefde naar meer gelijkheid.
2. streefde naar meer vrijheid.
3. streefde naar gelijke rechten voor vrouwen.

Welke politiek-maatschappelijke beweging hoort bij elke opmerking?
A
1. feminisme, 2. liberalisme, 3. socialisme
B
1. liberalisme, 2. socialisme, 3. feminisme.
C
1. socialisme, 2. feminisme, 3. liberalisme
D
1. socialisme, 2. liberalisme, 3. feminisme.

Slide 29 - Quizvraag

Welke veranderingen ontstonden er door de Pacificatie van 1917?
A
kiesrecht mannen en vrouwen, einde schoolstrijd en nieuw kiesstelsel
B
kiesrecht mannen, nieuwe koning en nieuw kiesstelsel
C
kiesrecht mannen, einde schoolstrijd en nieuw kiesstelsel
D
kiesrecht mannen en vrouwen, einde schoolstrijd en nieuw parlement

Slide 30 - Quizvraag

Welke vrouwelijke arts voerde actie voor het vrouwen kiesrecht?
A
Aletta Jacobs
B
Suze Groeneweg
C
Rita Verdonk
D
Wilhelmina

Slide 31 - Quizvraag

Nederland kreeg haar eerste grondwet in:
A
1814
B
1848
C
1887
D
1917

Slide 32 - Quizvraag

Wie maakte de grondwetherziening van 1848?
A
Willem I
B
Willem II
C
Abraham Kuypers
D
Thorbecke

Slide 33 - Quizvraag

In dit jaar werd het algemeen kiesrecht ingevoerd; ook vrouwen mochten stemmen
A
1917
B
1918
C
1919
D
2015

Slide 34 - Quizvraag

In 1887 kwam er een grondwetswijziging. Om te stemmen moest je nu beschikken over:
A
Kentekenen van geschiktheid en maatschappelijke welstand
B
Kentekenen van geschiktheid en diploma's
C
Diploma's en maatschappelijke welstand
D
Diploma's en de leeftijd 25

Slide 35 - Quizvraag

In dit jaar werd het algemeen mannenkiesrecht ingevoerd
A
1914
B
1915
C
1916
D
1917

Slide 36 - Quizvraag

Zo heet het recht om gekozen te mogen worden

Slide 37 - Open vraag

Tot 1887 mocht je alleen stemmen als je genoeg geld had. Dit heette het ...

Slide 38 - Open vraag

Hoe verliep de emancipatie van de katholieken in Duitsland?

Ook in Duitsland speelde religie een belangrijke rol in de politiek. 
• Alhoewel ze in theorie gelijke rechten hadden werden katholieken door de
liberale elite als tweederangsburgers beschouwd. Het katholieke geloof zou achterlijk zijn en vooruitgang in de weg staan.
• De Duitse ministerpresident von Bismarck wantrouwde de katholieken: zij
zouden meer verbonden zijn met de paus dan met de Duitse leiders. Hij voerde dan ook allerlei wetten in die tegen het katholicisme waren gericht.
Het gevolg was dat de katholieken  de Zentrumpartij gingen oprichten : deze streefde naar emancipatie van de katholieken. De partij kreeg steeds meer aanhang. 
Uiteindelijk kwam Von Bismarck  tot de conclusie dat de anti-katholieke wetten niet werkten : hij trok ze allemaal weer in.



Slide 39 - Tekstslide