NN6 - HV2 - Lezen H4 - Feit, mening en argument (2)

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Lezen H4

Mening, argument en standpunt

Betoog

Mensen die onvoldoende hebben

Lesdoel

- Je kunt vertellen wat feiten, meningen en argumenten zijn.

- Je kunt feiten en meningen herkennen.

- Je kunt argumenten herkennen.

- Je kunt zelf feiten en mening bedenken.

Nog 10 lessen te gaan! 

Planning deze les

• Theorie Lezen H4
• Oefenen
• Huiswerk

Lezen H4-6 is het laatste onderdeel dat we gaan behandelen dit schooljaar! Het telt 3x mee (toets in toetsweek):

Doe - je - best!!!

Feit vs. Mening

Feit

• Uitspraak over iets wat waar of niet waar is 
  
• Een feit kan je controleren.
  

Voorbeeld: 'bananen en mensen bestaan voor 50% uit hetzelfde DNA'. 

Wie kent nog meer nutteloze, maar leuke feitjes?

Mening (standpunt)

• Wat iemand ergens van vindt
• Het is niet controleerbaar
• Je kunt het eens of oneens ermee zijn

Voorbeeld: 'Ik vind het lekker weer vandaag'

Feit of mening?
Hij heeft mooie schoenen aan.

1. feit
2. mening

Feit of mening?
Het puntje van je schoenveter heet een 'nestel'.

1. feit
2. mening

Feit of mening?
Energiedrank op school moet verboden worden

1. feit
2. mening

Feit of mening?
Kampen heeft ongeveer 50.000 inwoners

1. feit
2. mening

Feit of mening?
Kampen is een mooie stad

1. feit
2. mening

Feit of mening?
Nederland ligt in Overijssel

1. feit
2. mening

Argument (reden)

• Een argument is een uitleg waarmee je een mening verdedigt.
• Signaalwoorden: want, namelijk, omdat, immers...

Voorbeeld: 'Ik vind het goed dat jongeren kleedgeld krijgen (mening), want dan leren zij met geld omgaan (argument)'.

Wat begrijp je nog niet zo goed?

Aan de slag

Pak je markeerstift!

Je krijgt teksten

We gaan:

• Lezen H4 opdracht 1,2 en 4

Of willen jullie zelf aan het werk? Dat mag ook

Huiswerk

Lezen H4:

Opdracht 1, 2 en 4

Markeer hoofdzaken in de tekst!