5.1 Planten bekijken (2 lessen)

Hoofdstuk 5
Planten

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 5
Planten

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet jij al
over planten?

Slide 2 - Woordweb

Waarom denk jij dat we iets moeten leren over planten?

Slide 3 - Open vraag

Leerdoelen 5.1
  • Je kunt de 4 organen van een plant benoemen en aanwijzen in een plaatje.
  • Je kunt de functies/taken van de organen van een plant uitleggen.
  • Je kunt de delen van een plantencel benoemen en aanwijzen in een plaatje.
  • Je kunt de functies/taken van de delen van een plantencel noemen.
  • Je kunt uitleggen hoe planten rechtop blijven staan en daarbij het verschil tussen houtachtige en kruidachtige planten uitleggen. .
  • Je kunt beschrijven hoe vervoer van water in de plant gaat.


Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

De 4 organen van een plant
wortels: hiermee neemt de plant water op en staat de plant stevig
stengel: houdt de plant rechtop en vervoert water en voedingsstoffen naar de bladeren (en bloem)
bladeren: hierin maakt de plant zijn eigen voedingsstoffen 
bloemen: zijn de voortplantings- organen van een plant, hier ontstaan nieuwe zaden

Slide 6 - Tekstslide

Bouw van een blad
nerven: buisjes in het blad waardoor voedingsstoffen en water vervoert kan worden

bladmoes: het groene blad tussen de nerven

Slide 7 - Tekstslide

Een plantencel
Cellen van planten zijn anders dan cellen van dieren.
Zie blz . 63 in je tekstboek

Slide 8 - Tekstslide

plantaardige cel vs. dierlijke cel

Slide 9 - Tekstslide

Maken
Eerste 8 minuten in stilte
Zelf bestuderen/doorlezen: 5.1 (blz. 96 t/m 99)
Maken: opdracht 

Klaar? Nakijken -> antwoorden staan op itslearning, daarna maken samenvatting of testjezelf 

timer
8:00

Slide 10 - Tekstslide

Welke 4 organen heeft een plant?

Slide 11 - Open vraag

Even oefenen! Welke functie hoort bij welk orgaan? 
1. Dit orgaan is voor de voortplanting. Hier ontstaan zaden, waaruit nieuwe planten groeien.
2. Water met mineralen opzuigen en vastzetten in de grond
3. Hierin lopen de nerven die zorgen voor vervoer van water en stoffen. Tussen de nerven zit bladmoes, daar maakt de plant zijn eigen voedingsstoffen.
4. Dit houdt de plant overeind. Hierin lopen dunne 'buisjes' die water en stoffen naar de bladeren en bloemen vervoeren.

Slide 12 - Sleepvraag

Wat is de functie van de vacuole?
A
hierin zit het DNA van de plant
B
stroperige vloeistof waarin onderdelen van de cel liggen
C
blaasje in de cel dat gevuld is met water
D
zorgt ervoor dat alle onderdelen in de cel blijven

Slide 13 - Quizvraag

 Leerdoel: Je kent de onderdelen van een plantencel met hun functie
Regelt alles wat er gebeurt in de cel
hierdoor is de cel stevig
Regelt welke stof de cel in en uit gaan
zorgt voor een stevige laag om de cel heen
Stroperige vloeistof, hierin liggen de celkern en de bladgroenkorrels
Geeft de plant zijn groene kleur en maken voedingsstoffen 
celmembraan
cytoplasma
Vacuole
celwand
bladgroenkorrels
celkern

Slide 14 - Sleepvraag

plantaardige cel vs. dierlijke cel

Slide 15 - Tekstslide

Leerdoelen 5.1
  • Je kunt de 4 organen van een plant benoemen en aanwijzen in een plaatje.
  • Je kunt de functies/taken van de organen van een plant uitleggen.
  • Je kunt de delen van een plantencel benoemen en aanwijzen in een plaatje.
  • Je kunt de functies/taken van de delen van een plantencel noemen.
  • Je kunt uitleggen hoe planten rechtop blijven staan en daarbij het verschil tussen houtachtige en kruidachtige planten uitleggen. 
  • Je kunt beschrijven hoe vervoer van water in de plant gaat.


Slide 16 - Tekstslide

Vervoer van water
Plant neemt water en voedings- stoffen op met de wortelharen.

Via vaatbundels in de stengels en nerven wordt water en voedings-stoffen naar alle organen van de plant vervoert.

Slide 17 - Tekstslide

Huidmondjes
Water verdampt uit de plant via de huidmondjes
Warm en droog? -> huidmondjes dicht

Slide 18 - Tekstslide

Kruidachtige planten hebben water nodig voor de stevigheid. Ze blijven rechtop staan door het water dat in de vacuolen van de cel zit. 
Houtachtige planten hebben houtcellen voor hun stevigheid. Ze blijven rechtop staan door dikke celwanden van houtstof. 
bloemen
struiken en bomen

Slide 19 - Tekstslide

Maken
Eerste 8 minuten in stilte
Zelf bestuderen/doorlezen: 5.1
Maken: opdracht 2 t/m 20 (huiswerk voor volgende week 1e les)

Klaar? Nakijken -> antwoorden staan op itslearning, daarna maken samenvatting of testjezelf 

timer
8:00

Slide 20 - Tekstslide

Naar buiten!!
Het thema planten vindt plaats buiten om ons heen, dus niet alleen vanaf thuis achter je laptop.
Ga dus ook naar buiten en gebruik wat je geleerd hebt in de tuin of om je huis!

Gebruik hiervoor de app PlantNet (Uitleg volgende dia)

Slide 21 - Tekstslide

Gebruik de volgende app: 
- Ga naar je Play store/ App store 
- zoek de app PlantNet
- installeer deze op je telefoon
- met deze app kun je heel makkelijk soorten planten en bomen herkennen!
- je maakt een foto en kunt zoeken op blad, bloem, vrucht
- welke planten en bloemen herken je? 

Slide 22 - Tekstslide

Opdracht: Inleveren via it's learning
Ga op zoek naar de namen van een planten en/ of bomen in de omgeving van je huis.
Kies 3 planten en 3 bomen uit en zoek op wat de naam is.
Kies een plantonderdeel uit: bloem, blad, vrucht, schors waarop je wilt zoeken.
 Wat is de naam van de gekozen plant/ boom?
Maak een foto van de plant/ boom.
Lever een Word document via it's learning in met de 6 gemaakte foto's en de gevonden naam.
Succes!

Slide 23 - Tekstslide