herhaling H.2 grieken en romeinen

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

H.2 de Grieken en Romeinen

paragraaf 1 t/m 6

wat is een polis

1. een stad in de bergen
2. een stad met land eromheen
3. een stad in Griekenland
4. het bestuur van een stad of land

wat is de beste omschrijving van het begrip polis ?

1. een poleis
2. stadstaat
3. ander woord voor politiek
4. een stad in Griekenland

welke 2 soorten bestuur waren er rond 750 v.Chr in Griekenland

1. gewone burgers bestuurden
2. de rijken bestuurden
3. soldaten en boeren waren aan de macht
4. de koning was aan de macht

wanneer was het Romeinse rijk op zijn grootst?

1. 201-133 v.Chr
2. 44 v.Chr-14
3. 133-44 v.Chr
4. 14-117

wat bedoelen we met het woord democratie?

1. de koning is aan de macht
2. gewone burgers besturen
3. de rijken besturen
4. soldaten zijn aan de macht

om welke redenen begonnen de Grieken met handel in het Middellandse Zeegebied?

1. alleen in de bergdalen en langs de kust was vruchtbare grond
2. ze hadden goede schepen en voeren langs de kust
3. ze gingen op ontdekkingstocht
4. ze verkochten aardewerk, olijfolie en wijn en verdienden daar goed mee

wie was de God van de onderwereld?

wie was de God van de zee?

wat was volgens de Grieken het verschil tussen Goden en mensen?

1. goden waren niet verdrietig
2. goden hadden geen familie
3. goden hadden het eeuwige leven
4. goden beslisten niet over leven en dood

op welke 3 manieren vereerden de Grieken hun Goden?

noem 3 verschillen tussen de Olympische spelen van toen ( Griekse oudheid) en nu

wat past goed bij de Griekse wetenschap?

1. kennis verzamelen en nauwkeurig bestuderen
2. verklaringen zoeken in natuurverschijnselen
3. verklaringen zoeken in de verhalen over de Goden
4. verhalen verzamelen en goed bestuderen

wat onderzochten Griekse filosofen?

1. de mens
2. verhalen met verklaringen over natuurverschijnselen
3. wijsheid, wat goed en slecht is
4. de natuur zoals aardbevingen

750-500 v.Chr

500 v.Chr - 42 v.Chr

vanaf 27

koningen

keizers

republiek/rijke families heersen

wat was GEEN voordeel van een Romeins beroepsleger?

1. soldaten kregen een goede training en een goede uitrusting
2. na 25 jaar dienst kregen ze een stuk land
3. soldaten werden betaald
4. soldaten kregen de overwinningsbuit als beloning

noem 2 dingen die keizer Augustus heel goed deed waardoor er rust en vrede in zijn rijk wa

wat namen de Romeinen NIET over van de Grieken?

1. latijn
2. vereren van dezelfde Goden
3. bouwen van gebouwen met zuilen
4. reken met romeinse cijfers

wat betekent Romanisering?

wat was GEEN voordeel van het Romeins burgerrecht?

1. ze waren verplicht om mee te vechten in het romeinse leger
2. ze betaalden minder belasting
3. ze mochten mee besturen
4. ze konden alleen gestraft worden met een rechtszaak

wat is een ander woord voor het geloof in meerdere goden?

onder welke keizer werd het christendom toegelaten in het Romeinse rijk? en welke keizer maakte het een de staatsgodsdienst?

1. Constantijn + Nero
2. Constantijn + Theodosius
3. Nero + Theodosius
4. Constantijn en Trajanus