Les 6 "Rangtelwoorden en de ein-groep"

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Programma

Rangtelwoorden

De ein-groep

Het bezittelijk voornaamwoord

Rangtelwoorden

Getallen 2 t/m 19: 

getal + te

Getallen vanaf 20:

getal + ste

Leerboek blz. 40

Even oefenen

Leerboek blz. 40

Het bezittelijk voornaamwoord

mijn - mein(e)

jouw - dein(e)

zijn - sein(e)

haar - ihr(e)

ons - unser(e)

jullie - euer(e)

hun/uw - ihr(e)/Ihr(e)

Leerboek blz. 40/41

Aan de slag met oefeningen

Maak nu de oefeningen in het PDF bestand (via Teams).

Op blz. 72 kan je een overzicht vinden en op blz. 74 en 75 de oefeningen

Leerboek blz. 40/41

00:00

Aan de slag!

Let op en noteer alle bezittelijke voornaamwoorden, 

die je in de video kunt horen!

Leerboek blz. 40/41

00:46

Welke bezittelijke
voornaamwoorden
kon je horen?

Wat heb je vandaag geleerd?

Huiswerk

Rangtelwoorden

Blz. 79 opdracht 11.2

De ein-groep

Blz. 86 en 87 opdracht 15.3