2. Metafoor = je geeft iets de naam van iets anders omdat er een overeenkomst is.
Die hark staat tijdens het dansen steeds op mijn tenen.
Iemand die houterig danst (object) wordt vergeleken met een hark (beeld). De overeenkomst is dat beiden houterig en stijf zijn.
De giraf van het team dunkte op de basket.
Met giraf wordt een lang persoon bedoeld in het basktbalteam die dezelfde eigenschappen heeft (lang zijn) als een giraf.