MOORDENAAR OP EEN VOETSTUK

1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 7,8

In deze les zitten 42 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Het boek
In de wortels van Oranje worden allemaal leuke weetjes onderzocht en beschreven.
In dit boek is er aandacht voor Kunst, Geschiedenis, Ruimtevaart, Oer-Hollandse gewoontes, spannende verhalen over een dansende spion, Aardrijkskunde en Geografie, Biologie en ga zo maar door. Wij lezen vandaag de tekst: Moordenaar op een voetstuk.


Slide 2 - Tekstslide

Leesdoel sessie 1
Ik kan vertellen:
- Over wie het verhaal gaat.
- In welke tijd het verhaal zich afspeelt. 
- Wat het onderwerp van de tekst is.




Slide 3 - Tekstslide

Voorkennis ophalen
Wat weet je al over de Gouden eeuw en de VOC?
Bespreek kort met je schoudermaatje.

Slide 4 - Tekstslide

1600-1700: Gouden Eeuw

Slide 5 - Tekstslide

Wanneer was de Gouden Eeuw?

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Tekstslide

Vragen beantwoorden
- Over wie gaat de tekst en wat heeft hij gedaan?
- Wat is het onderwerp van de tekst?
- Welke plaatsen komen in het verhaal voor?
- In welke tijd speelt het verhaal zich af?




Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Wat heeft hij gedaan?

Met je schoudermaatje ga je op zoek naar informatie over wie Jan Pieterszoon Coen is en wat hij heeft gedaan.

Onderstreep het bewijs van je antwoord in de tekst en noteer bij ‘Wie’ in het schema.

Slide 12 - Tekstslide

Verwerking
Met je schoudermaatje ga je op zoek naar het antwoord op de volgende vragen:
- Wat is het onderwerp van de tekst? (noteer bij ‘Wat’)
- Over welke plaatsen gaat de tekst? (noteer bij ‘Waar’)
- Over welke tijd gaat de tekst? (noteer bij ‘Wanneer’)
Let op! Eerst onderstrepen in de tekst en dan pas noteren in het schema.

Slide 13 - Tekstslide

Welke antwoorden heb je gevonden?
Welke antwoorden heb je gevonden?

Slide 14 - Tekstslide

Hebben we ons leesdoel behaald?
Ik kan vertellen:
- Over wie het verhaal gaat.
- In welke tijd het verhaal zich afspeelt. 
- Wat het onderwerp van de tekst is.

Slide 15 - Tekstslide

Einde sessie 1

Slide 16 - Tekstslide

Instructie
Waarom hebben sommige woorden een andere kleur?

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht 2
 Juf leest de tekst nog een keer.
Zet een ? als je een woord moeilijk vindt.





Slide 18 - Tekstslide

de sabel (r. 4)
(gebogen) zwaard met één scherpe kant

Slide 19 - Tekstslide

de telescoop (r. 11)
grote verrekijker waarmee je de maan, de sterren en andere hemellichamen kunt bekijken

Slide 20 - Tekstslide

de microscoop (r. 12)
toestel waarin een sterk vergroot beeld van een voorwerp ontstaat

Slide 21 - Tekstslide

de kolonie (r. 17)
en kolonie is een gebied of land dat onder dwang van een ander land bestuurd wordt, een kolonie is vaak rijk aan grondstoffen

Slide 22 - Tekstslide

het fort (r. 19)
vestingwerk

Slide 23 - Tekstslide

nootmuskaat (r. 19)
poeder van de kern van de noot van een soort laurier als specerij

Slide 24 - Tekstslide

de slaaf (r. 32)
mens die eigendom is van iemand anders en niet over zijn eigen leven mag beslissen

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Leesdoel sessie 2
- Ik kan kenmerken van de Gouden Eeuw, VOC en de rol van Jan Pieterszoon Coen verwerken in een schema.
 - Ik kan uitleggen waarom bepaalde woorden een andere kleur of een ander lettertype hebben.




Slide 27 - Tekstslide

Terugblik Sessie 1
Wat weet je nog?

Waar gaat de tekst over?





Slide 28 - Tekstslide

Waarom hebben sommige woorden een andere kleur of een ander lettertype?
Hoorn
Indonesië
waardevolle
standbeeld
geweld
slachtpartij
schouderklopjes

Slide 29 - Tekstslide

Opdracht 2
Ik kan kenmerken van de gouden eeuw vinden in de tekst.


Ik kan opschrijven wat ik allemaal weet over Jan Pieterszoon Coen



Slide 30 - Tekstslide

Kenmerken van de Gouden Eeuw

Slide 31 - Tekstslide

Jan Pieterszoon Coen

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Weet je nog!

Slide 34 - Tekstslide

Leesdoel sessie 3
Ik kan uitleggen wat er bedoeld wordt met de titel van de tekst:
Moordenaar op een voetstuk.

Ik kan argumenten voor en tegen het eren van Jan Pieterszoon Coen als held uit de tekst halen en mijn mening hierover vormen.



Slide 35 - Tekstslide

Uitdrukking
Iemand voetstuk zetten

Slide 36 - Tekstslide

Uitdrukking
Iemand voetstuk zetten
Iemand overmatig bewonderen, vereren wordt ook wel aangeduid als iemand aanbidden of verafgoden. In feite is het iemand op een voetstuk zetten, ophemelen, verheerlijken of adoreren.

Slide 37 - Tekstslide

Opdracht 1
Juf leest voor!

Wat wordt er bedoeld met de titel;

Moordenaar op een voetstuk



Slide 38 - Tekstslide

Moordenaar op een voetstuk

Slide 39 - Tekstslide

samenwerken
Maak opdracht 2.
Argumenten voor en tegen het eren van Jan Pieterszoon Coen

Lees de tekst goed.
Onderstreep de voor en tegens. in de tekst en schrijf



Slide 40 - Tekstslide

Argumenten voor
Argumenten tegen

Slide 41 - Tekstslide

Mijn mening
Wat vind jij ervan dat er een standbeeld van Jan
Pieterszoon Coen bestaat en dat er een tunnel  en straatnamen naar het zijn vernoemd?

Slide 42 - Tekstslide