6.1 Groei of krimp?

Welkom!

6.1 Groei of krimp?
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!

6.1 Groei of krimp?

Slide 1 - Tekstslide

Aan het einde van de les kan je uitleggen:

- wat groei betekent voor de economie
- wat de gevolgen zijn van economische 
groei en krimp voor de overheidsfinanciën
- wat de burgers merken van economische 
groei








Slide 2 - Tekstslide

Economische groei

Slide 3 - Woordweb

BBP
Bruto Binnenlands Product

Slide 4 - Open vraag

Recessie--> Crisis


De groei daalt voor een bepaalde periode achter elkaar. 

Crisis: wanneer recessie aanhoudt, groei onder het gemiddelde

Slide 5 - Tekstslide

Als het Bbp daalt, is er spraken van:
A
Recessie
B
Crisis
C
Veel werk
D
Toename van de totale productie van een land

Slide 6 - Quizvraag

Gevolgen van economische krimp voor de overheid:
  • minder productie - meer werkloosheidsuitkeringen;
  • minder productie - minder btw;
  • minder inkomen - minder (inkomsten)belasting;
  • minder winst - minder (winst)belasting;
  • begrotingstekort zal toenemen bij gelijke uitgaven.

Slide 7 - Tekstslide

Gevolgen van economische groei voor de overheid:
  • hogere inkomens - meer (inkomsten)belasting;
  • hogere winsten - meer (winst)belasting;
  • toenemende productie - minder werkloosheidsuitkeringen;
  • meer productie - meer btw;
  • begrotingstekort kan afnemen.

Slide 8 - Tekstslide

Begrotingstekort
De overheid heeft meer uitgaven dan inkomsten
6.1 Groei of krimp
Om uitgaven te kunnen blijven doen moet de overheid geld lenen bij burgers, banken, verzekeringsmaatschappijen en pensioenfondsen.
Gevolg
Toename staatsschuld (er wordt meer geleend dan er wordt afgelost).
Let op!! Rentelasten nemen toe!!

Slide 9 - Tekstslide

6.1 Groei of krimp
Oplossing
  • Meer inkomsten
  • Minder uitgaven
  • Combinatie van beiden
inkomsten
Zakgeld
Kleedgeld
Bijbaan
uitgaven
15
70
35
     +
120
25
22
35
50+
132
Telefoon
Snoep/drinken
Uitgaan
Kleding, etc.

Slide 10 - Tekstslide

6.1 Groei of krimp   blz. 175 rode puntjes .........
Nederland kan uit de recessie komen door de economie te stimuleren:

  • meer geld naar infrastructuur
    --> meer productie, minder werkloosheid,     
          consumptie omhoog 


Slide 11 - Tekstslide

6.1 Groei of krimp
Nederland kan uit de recessie komen door de economie te stimuleren:

  • meer geld naar infrastructuur 
  • de inkomstenbelasting verlagen
      --> netto loon omhoog
      --> consumptie omhoog
       --> productie omhoog


Slide 12 - Tekstslide

6.1 Groei of krimp
Nederland kan uit de recessie komen door de economie te stimuleren:

  • meer geld naar infrastructuur 
  • de inkomstenbelasting verlagen 
  • subsidie geven aan bedrijven die willen investeren in vernieuwende producten
      --> afzet omhoog
     --> productie omhoog 


Slide 13 - Tekstslide

6.1 Groei of krimp
Nederland kan uit de recessie komen door de economie te stimuleren:
  • meer geld naar infrastructuur 
  • de inkomstenbelasting verlagen 
  • subsidie aan vernieuwende bedrijven
  • investeren in verbetering van het onderwijs
      --> kennis niveau omhoog, hogere productie p.p. concurrentie positie verbeterd, verkoop omhoog, productie omhoog
     


Slide 14 - Tekstslide

6.1 Groei of krimp
Nederland kan uit de recessie komen door de economie te stimuleren:

  • meer geld naar infrastructuur 
  • de inkomstenbelasting verlagen 
  • subsidie geven aan bedrijven die willen investeren in vernieuwende producten
  • investeren in verbetering van het onderwijs


Slide 15 - Tekstslide

Lesdoelen behaald?
- wat groei betekent voor de economie
- wat de gevolgen zijn van economische 
groei en krimp voor de overheidsfinanciën
- wat de burgers merken van economische 
groei

Slide 16 - Tekstslide

Wat zijn de gevolgen van economische groei?
A
Minder overheidsuitgaven
B
Minder welvaart
C
Meer geld naar infrastructuur
D
Meer subsidie voor bedrijven

Slide 17 - Quizvraag

Wat merkt de burger van economische groei?
A
Meer netto-loon
B
Minder belasting
C
Meer werkgelegenheid
D
Minder werkgelegenheid

Slide 18 - Quizvraag