05.02

§2
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

§2

Slide 1 - Tekstslide

leerdoelen 05.02 A
 Je kan uitleggen wat warmte is.
 Je kan beschrijven wat het absolute nulpunt is.
 Je weet dat warmte en temperatuur niet hetzelfde zijn.
 Je kan de 3 fasen waarin stoffen zich kunnen bevinden beschrijven.
 Je kan van iedere fase uitleggen wat er gebeurt met de deeltjes in een stof wanneer ze zich in
deze fase bevinden.
 Je kan de verschillende faseovergangen uitleggen.
 Je kan uitleggen wat een kookpunt en smeltpunt van een stof is.
 Je kan uitleggen hoe je het beste een huis warm kan houden.
 Je kan de 3 vormen van warmtetransport uitleggen.
 Je kan uitleggen hoe je de 3 vormen van warmtetransport kan tegenhouden.
 Je weet wat een geleider en een isolator is.
 Je kent het begrip infrarode straling.

Slide 2 - Tekstslide


Waar bestaan stoffen uit?
Warmte is de totale hoeveelheid aan beweging (trillen, draaien en/of verplaatsen) van de kleinste deeltjes in een stof. 

Wordt een stof warmer, dan gaan alle deeltjes meer bewegen. Koelt een stof af, dan bewegen alle deeltjes minder

absoluten nulpunt = Als je een stof ver genoeg afkoelt dan staan alle deeltjes stil. Het kan dan niet meer kouder worden. Dit heet het absolute nulpunt. 

De temperatuur is dan -273 ̊C of 0 Kelvin (K).

Slide 3 - Tekstslide

omrekenen van Kelvin naar Celcius en andersom
200 C = 473 K
0 C = 273 K

50 K = - 223 C
200 = - 73 C

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

temperatuur vs. warmte 
zijn niet hetzelfde!

temperatuur = Temperatuur is de gemiddelde snelheid van één deeltje in die stof.
warmte = Warmte is alle beweging van alle deeltjes in een stof. 

Slide 7 - Tekstslide





smelt-en kookpunten



De aantrekkingkracht tussen de deeltjes in iedere stof is anders. Daarom heeft elke stof zijn eigen smelt- en kookpunt. Dit is een stofeigenschap (H2)

Slide 8 - Tekstslide

warmtetransport 
Warmtetransport kan op drie manieren plaatsvinden. 

Hierbij wil warmte zich altijd van een plek met hoge temperatuur naar een plek met een lageren temperatuur verplaatsen.

Slide 9 - Tekstslide

straling 
Alle voorwerpen zenden onzichtbare straling uit. 
Deze straling heet infrarode straling.

Deze straling kan teruggekaatst worden door glimmende voorwerpen. 

Slide 10 - Tekstslide

Stroming
Stroming is het verplaatsen van wartme doordat vloeistoffen of lucht bewegen en de warmte meenemen.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

geleiding
Wanneer je met een lepeltje je hete thee roert wordt deze snel warm. Metalen geleiden warmte goed. 

Sommige stoffen zoals lucht, plastic zijn slechte warmtegeleiders. Deze noemen we isolatoren. 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

leerdoelen 05.02 B
 Je kan de gevaren van onderkoeling beschrijven.
 Je kan beschrijven hoe een dier zich kan verdedigen tegen kou.
 Je kent de manieren waarom een dier warmte kan produceren.
 Je kent de manieren waarop een dier warmteverlies kan tegengaan.

Slide 15 - Tekstslide

05.02 B | isolatie bij dieren 
In een te koude omgeving kan een organisme onderkoeld raken of bevriezen. Dit levert een groot gevaar op voor dieren. 

Zo werken stoffen zoals enzynemen in het lichaam niet meer goed. 

Slide 16 - Tekstslide

verdedigingsmechanismen tegen kou 
warm worden 
  • bewegen 
  • bibberen en klappertanden

warmteverlies tegegaan
  • bloedvaten in de huid vernauwen zich
  • isolerende buitenlaag 
  • kippenvel 

Slide 17 - Tekstslide