§3 Geld lenen kost geld

§3 Geld lenen kost geld
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

§3 Geld lenen kost geld

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
1. Start van de les
2. Huiswerk nakijken en bespreken
3. Lesdoelen en Uitleg
5. Huiswerk maken of rekenopdrachetn meedoen
6. Les afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling vorige les
- Welke spaarmotieven kun je hebben?
- Wat voor verschillende spaarrekeningen zijn er?
- Hoe je enkelvoudige rente berekent

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk nakijken §1
timer
7:00

Slide 4 - Tekstslide

Deze les 
- Hoe je samengestelde rente berekent
- Wat is het gevolg van inflatie voor je spaargeld?

- Welke redenen je kunt hebben om te lenen?
- Hoe je de kosten van een lening berekent?
- Welke soorten leningen er zijn?
- Waarom een koop op afbetaling ook een lening is

Slide 5 - Tekstslide

Rente
Enkelvoudige rente
Je rente wordt elk jaar apart uitgekeerd.  

Samengestelde rente 
Je rente wordt elk jaar uitgekeerd waardoor je je rentebedrag verhoogd. 

Slide 6 - Tekstslide

Enkelvoudige rente
Enkelvoudige rente = Rente percentage : 100 x spaarbedrag 
Je hebt €500 op een spaardeposito, de rente is 2%. Hoeveel rente heb je na 3 jaar?

2 / 100 x €500 = €10 (per jaar)
€10 x 3 = €30 rente na 3 jaar

Slide 7 - Tekstslide

Samengestelde rente 
Samengestelde rente = rentepercentage / 100 x (spaarbedrag + bijgeschreven rente)
Je hebt €500 op een spaarrekening, de rente is 2%. Hoeveel rente heb je na 3 jaar?

Slide 8 - Tekstslide

Samengestelde rente 
Samengestelde rente = rentepercentage / 100 x (spaarbedrag + bijgeschreven rente)
Je hebt €500 op een spaarrekening, de rente is 2%. Hoeveel rente heb je na 3 jaar?

Slide 9 - Tekstslide

Samengestelde rente
Samengestelde rente berekenen met groeifactor
1. Groeifactor = (percentage / 100) + 1
2. Spaartegoed = bedrag x groeifactor x groeifactor x .... enz. OF bedrag x groeifactor^aantal jaar
3. Samengestelde rente = spaartegoed - spaarbedrag
Je hebt €500 op een spaarrekening, de rente is 0,3%. Hoeveel rente heb je na 3 jaar?

1. Groeifactor = (0,3 / 100) + 1 = 1,003
2. Spaartegoed = €500 x 1,003^3 = €504,51
3. Samengestelde rente = €504,51 - €500 = €4,51

Slide 10 - Tekstslide

Inflatie en sparen









Koopkracht = de hoeveelheid goederen en diensten die jij met jouw inkomen kunt kopen

Slide 11 - Tekstslide

Redenen om te lenen

Slide 12 - Tekstslide

Lening berekenen

Slide 13 - Tekstslide

Soorten leningen

Slide 14 - Tekstslide

Koop of afbetaling

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Huiswerk maken
§2: 3, 6, 7, 9, 11, 13
§3: 3, 5, 7, 8, 9, 10, 12

OF meedoen met rekenopdrachten

Slide 17 - Tekstslide