9.2 De economische wereldcrisis

9.2 De economische wereldcrisis
Handboek bladzijdes 119 en 120 
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

9.2 De economische wereldcrisis
Handboek bladzijdes 119 en 120 

Slide 1 - Tekstslide

KA
De crisis van het wereldkapitalisme 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Economie in de jaren 1920
  • WOI maakte een eind aan de welvaartsstijging in Europa. 
  •  In 1924 begon in de VS en Europa een periode van economische bloei. De economie in de VS groeide hard door: 
- snelle uitbreiding wegen- en elektriteits-netwerk 
- opkomst van nieuwe producten als de auto 
  • Er ontstond een consumptiemaatschappij: samenleving waarin veel producten worden gekocht. De economische groei veroorzaakte optimisme in de VS. (Live now, pay later)
  • Roaring twenties 

Slide 4 - Tekstslide

Optimisme
  1. In de jaren 1920 groeide de welvaart enorm in Amerika.  
  2. Hierdoor kon de 'gemiddelde' inwoner van Amerika geld uitgeven aan luxe producten, zoals kleding, bioscoop en wasmachines. 
  3. Volgens de Amerikanen zou de welvaart in Amerika alleen maar stijgen. 

Slide 5 - Tekstslide

De beurskrach
  • Door het optimisme in de jaren 20 kochten mensen aandelen in de verwachting dat deze meer waard zouden worden. 
  • Sommige kochten aandelen met geleend geld. 

Slide 6 - Tekstslide

De Beurskrach
  • Op 24 oktober 1929 (Zwarte Donderdag) sloeg paniek toe op Wall Street.
  • Beleggers verkochten massaal hun aandelen. 
  • De koers stortte in en van de waarde van aandelen bleef weinig over. 
  • Doordat aandelen minder waard waren, werden lening niet terugbetaald. 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

De Beurskrach
  • Dit had wereldwijd een recessie tot gevolg. 
  • Waardoor banken, industriele bedrijven en boeren massaal failliet gingen. 

Slide 9 - Tekstslide

De Beurskrach
Dat deze bedrijven failliet gingen had als gevolg dat: 
  • Spaargeld verloren ging. 
  • Productie kromp. 
  • Werkloosheid steeg. 
  • In 1932 zat 1/4 tot 1/3 van Amerika bevolking thuis zonder werk. 

Slide 10 - Tekstslide

De Beurskrach
  • Sociale zekerheid tegen werkloosheid was er niet. 
  • Daardoor hadden veel werklozen geen geld voor eten. 
  • Huizenbezitters konden hun hypotheek niet meer betalen. 

Slide 11 - Tekstslide

Oorzaken Crisis
  • Lonen waren jarenlang niet gestegen en de prijzen van producten wel. 
  • Hierdoor hadden veel mensen geld geleend om een huis, auto, aandelen of andere producten te kopen. 
  • De Grote Depressie maakt hier een abrupt een eind aan. 
  • Door de werkloosheid konden veel van deze lening niet worden terugbetaald. 

Slide 12 - Tekstslide

Oorzaken Crisis
  • Door de crisis daalde de koopkracht. 
  • Hierdoor bleven bedrijven en boeren met enorme voorraden zitten. 
  • Deze ontsloegen het personeel. 
  • Waardoor de koopkracht nog verder daalden. 
  • Door de wereldeconomie sloeg de crisis naar andere landen. 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Crisisbestrijding
  • In kapitalisme wisselen periodes van groei en neergang elkaar af. 
  • Regering hadden de verwachting dat de crisis vanzelf over zou gaan. 
  • De crisis werd alleen erger. 

Slide 16 - Tekstslide

Crisisbestrijding
  • In 1933 brak Roosevelt met het beleid van staatsonthouding en bezuinigingen. 
  • In 'The New Deal' liet hij de overheid ingrijpen in de economie. 
  • Banken werden gered. 
  • Werklozen kregen financiele steun. 
  • Huizenbezitters werden geholpen. 
  • De overheid ging miljaren in openbare werken steken. 
  • Door 'The New Deal' daalde de werkloosheid in Amerika. 

Slide 17 - Tekstslide

Crisis in Duitsland
  • De crisis sloeg over naar Europa
  • Door het verdrag van Versailles werd Duitsland het meest geraakt
  • Duitsland had geld geleend van Amerika om de economie weer op te bouwen
  • Hitler profiteerde van de wanhoopvan het volk:
- Hij beloofde de Duitsers werk
- Hij zou Duitsland weer sterk maken en trots (nationalisme)
 

Slide 18 - Tekstslide

Je kan het volgende kenmerkend aspect in je eigen woorden uitleggen: 'De crisis van het wereldkapitalisme'.

Slide 19 - Open vraag

Huiswerk
  • Lezen paragraaf 9.2 De economische wereldcrisis
    handboek bladzijdes 119 en 120

  • Maken van paragraaf 9.2 vraag 2,3,4,7,8 en 9 

Slide 20 - Tekstslide