Taal en didactiek: De kunst van het lesgeven

Taal en didactiek: De kunst van het lesgeven
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Taal en didactiek: De kunst van het lesgeven

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het einde van de les weet je wat didactiek en taaldidactiek inhouden. Je kunt voorbeelden geven van taaldidactiek en kent de basis van taalontwikkeling en -stoornissen.

Slide 2 - Tekstslide

Geef de leerdoelen duidelijk aan het begin van de les, zodat de studenten weten wat ze kunnen verwachten.
Wat weet je al over taaldidactiek?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is didactiek?
Didactiek is het vakgebied dat zich bezighoudt met de manier waarop kennis en vaardigheden worden overgedragen aan anderen. Het gaat hierbij om de methoden, technieken en strategieën die gebruikt worden om dit proces zo effectief mogelijk te laten verlopen.

Slide 4 - Tekstslide

Leg uit wat didactiek is en wat het doel ervan is.
Wat is taaldidactiek?
Taaldidactiek richt zich specifiek op het aanleren van taalvaardigheden, zoals spreken, luisteren, lezen en schrijven. Hierbij wordt rekening gehouden met de verschillende niveaus en leerstijlen van de studenten.

Slide 5 - Tekstslide

Leg uit wat taaldidactiek is en hoe het verschilt van algemene didactiek.
Activerende werkvormen
Activerende werkvormen zijn oefeningen en opdrachten die de studenten actief betrekken bij het leerproces. Voorbeelden zijn discussies, groepswerk, rollenspellen en quizzen.

Slide 6 - Tekstslide

Leg uit wat activerende werkvormen zijn en waarom ze belangrijk zijn voor effectief leren.
Voorbeelden van taaldidactiek
Voorbeelden van taaldidactiek zijn bijvoorbeeld het gebruik van authentiek materiaal, zoals krantenartikelen en video's, en het toepassen van verschillende leerstrategieën, zoals herhaling en feedback.

Slide 7 - Tekstslide

Geef concrete voorbeelden van taaldidactiek en bespreek waarom deze effectief zijn.
Taalontwikkeling
Taalontwikkeling is het proces waarbij kinderen taal leren en zich hierin ontwikkelen. Dit begint al vanaf de geboorte en gaat door tot de adolescentie.

Slide 8 - Tekstslide

Leg uit wat taalontwikkeling inhoudt en hoe het verloopt.
Interactieve oefening
Laat de studenten in groepjes van twee of drie een korte presentatie voorbereiden over een voorbeeld van taaldidactiek. De presentatie moet bestaan uit een beschrijving van de methode en de reden waarom deze effectief is.

Slide 9 - Tekstslide

Geef de studenten ongeveer 15 minuten om zich voor te bereiden. Geef vervolgens ieder groepje 5 minuten om hun presentatie te geven.
Taalstoornissen
Taalstoornissen zijn afwijkingen in de taalontwikkeling die het spreken, luisteren, lezen en/of schrijven bemoeilijken. Voorbeelden zijn dyslexie, dyscalculie en afasie.

Slide 10 - Tekstslide

Beschrijf wat taalstoornissen zijn en geef enkele voorbeelden. Bespreek kort hoe deze stoornissen het leerproces kunnen beïnvloeden.
Voorbeeldopdracht
Geef de studenten de opdracht om een kort verhaal te schrijven over een persoon die een taalstoornis heeft en hiermee om moet leren gaan. Het verhaal moet minimaal 500 woorden bevatten en er moet aandacht besteed worden aan de emotionele impact van de stoornis.

Slide 11 - Tekstslide

Beschrijf de opdracht duidelijk en geef aan hoeveel tijd de studenten hiervoor krijgen. Bespreek eventueel de criteria waarop het verhaal beoordeeld zal worden.
Samenvatting
Didactiek is het vakgebied dat zich bezighoudt met de manier waarop kennis en vaardigheden worden overgedragen aan anderen. Taaldidactiek is hier een specifieke vorm van, gericht op het aanleren van taalvaardigheden. Activerende werkvormen en voorbeelden van taaldidactiek kunnen het leerproces effectiever maken. Tot slot is het belangrijk om te weten hoe taalontwikkeling verloopt en wat voor invloed taalstoornissen hierop kunnen hebben.

Slide 12 - Tekstslide

Vat de belangrijkste punten van de les samen en geef de studenten de gelegenheid om vragen te stellen.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 14 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.